Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schreef Henriëtte magistrale lyriek?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schreef Henriëtte magistrale lyriek?

Bewogenheid is absoluut geen garantie voor „begenadigde" poëzie

3 minuten leestijd

Een doorleefde levensbeschouwing kan een literair werk een diepere waarde geven. De leuze van de Tachtigers -"l'art pour l'art", kunst om de kunst- is mijns inziens eenzijdig. Literatuur die niet verder reikt dan de vorm, die geen 'inhoud' heeft, is veelal arm.

Tegelijkertijd moeten we echter zeggen dat een te sterk benadrukken van de inhoud en de boodschap een groot gevaar is voor de vormgeving. Een literair kunstwerk ontstaat alleen als vorm en inhoud samenvallen, als de vormgeving een sublieme en creatieve vertolking is van wat de kunstenaar wil uitdrukken. Het materiaal dat de literator gebruikt, is de taal. En wat hij met die taal doet, is in hoge mate bepalend voor het literaire gehalte.

Dat aspect mogen we nooit vergeten als het gaat om de waardebepaling van een literair werk. Geerten Gossaert heeft diverse malen christelijke dichters gewaarschuwd. Er ontstaat geen grote poëzie, zo stelde hij, als we een aantal christelijke dogma's persen in regels die rijmen. Datzelfde geldt voor socialistische verzen.

Kritische beoordeling

Socialistische critici blijken al gauw geneigd Henriëtte Roland Holst -uiteraard, bewust of onbewust, op grond van de inhoud van haar verzen- een groot dichteres te noemen. Zo trof ik in een opstel van G. Stuiveling-een bekend essayist van socialistische snit- de volgende kwalificaties aan: „magistrale" lyriek en „begenadigd" dichterschap.

Ik kan deze kwalificaties niet overnemen. Henriëtte Roland Holst was een gedreven vrouw -ik erken het gaarne- en ze heeft zeker mooie verzen geschreven, maar steeds weer betrap je haar op gebreken in beeldspraak, in taal- en versbehandeling, gebreken die enerzijds voort kunnen komen uit gehaastheid, maar die anderzijds ook wijzen op een tekort in vormkracht.

Lettergrepen

Enige voorbeelden uit haar poëzie. Het gedicht "Over het ontwaken mijner ziel" uit haar eerste bundel begint met de regels:

De volle dagen komen met bedaarde
stappen schrijdend, als hooge witte vrouwen
uit tooversprooken: bloem in handen houen
ze en licht is om hun hoofden, goud-behaarde
.

Vooral het gedeelte „bloem... goudbehaarde" doet erg gewrongen aan: rijmdwang bepaalt de woordvorm -„houen"- en de woordorde („goud-behaarde" geplaatst achter „hoorden"). Ook de woordkeus is nogal eens ongelukkig. Ik wees in bovenstaand artikel reeds op de „vlaag" die „doorvlaagt", een wijze van formuleren waar de dichteres blijkbaar een voorkeur voor had. Elders spreekt ze van een „reuk" die „geroken" wordt!

De dichteres heeft ook vaak moeite de regels het juiste aantal lettergrepen en versvoeten te geven. Ter illustratie het volgende kwatrijn:

Tienduizend slaven, zegt men, bouwde' aan eene
van Pharaoh's pyramiden veertig jaar,
steenbrokken sleepend; staplend z'op elkaar:
door 't zware dragen stierven vele henen.

De normale vormen „bouwden", „een", „stapelend", en „ze" moeten vanwege de dwang van metrum, rijm en regellengte worden omgebouwd tot „bouwde", „eene", „staplend" en "z"'. Ik kan dit met de beste wil der wereld geen fraaie reeks vinden.

Begenadigd dichteres?

Ik volsta met deze voorbeelden. Het zou weinig moeite kosten er veel meer te geven. Rijmdwang, gebrekkige woordkeuze, gewrongen zinsbouw, problemen met metrum en zinsbouw: het zijn geen elementen die pleiten voor een groot dichterschap!

Anderen hebben erop gewezen dat ook haar proza -ze schreef onder meer biografieën over Tolstoj, Jean Jacques Rousseau en Herman Gorter- meer dan eens stilistische tekortkomingen vertoont.

Mijn conclusie kan niet anders luiden dan dat Henriëtte Roland Holst ongetwijfeld een bewogen mens geweest is en ook een bewogen dichteres. Maar dat is geen garantie voor grote poëzie. Daar komt meer voor kijken!

Een dichter moeten we meten naar zijn beste werk. Dat wil ik ook graag doen bij Henriëtte Roland Holst. Ik wil graag erkennen dat bepaalde regels van haar onvergetelijk zijn. Maar ze was zeker geen „begenadigd" dichteres en ze heeft geen magistrale lyriek geschreven. Wie dat wel beweert, verwart levensbeschouwing met literaire kwaliteit.














Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1992

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Schreef Henriëtte magistrale lyriek?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1992

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's