Syrisch-orthodoxen, nestorianen en Assyriërs
Groot aantal christelijke groepen van diverse pluimage in Midden-Oosten
„De Syrisch-orthodoxen in Zuidoost-Turkije kun je zowel beschouwen als een religieuze minderheid als een etnische. Ze hebben een geheel eigen godsdienst en wat hun nationale en culturele identiteit betreft: het zijn geen Turken en geen Koerden. De Syrisch-orthodoxe christenenzijn in meerderheid afstammelingen van de vroegere Mesopotamische bevolking".
Voor het ontstaan van de Syrisch-Orthodoxe Kerk gaat prof. dr. L. van Rompay, hoogleraar Aramese taal- en letterkunde aan de rijksuniversiteit in Leiden, terug naar het begin van de christelijke geschiedenis. „Er ontwikkelden zich in het oostelijke gedeelte van het Romeinse rijk en in het Perzische rijk christelijke gemeenschappen, waar het Aramees of het Syrisch, maar dat is ook een Aramese taalvorm, de voertaal was".
Dogmatische discussies in de vijfde en zesde eeuw leidden ertoe dat er verschillende kerken naast elkaar ontstonden, waarvan de meest bekende zijn: de nestorianen in het noorden van het huidige Irak en de Syrisch-orthodoxen of monofysieten in het zuiden van Turkije.
De nestoriaanse of Oost-Syrische Kerk volgt de leer van Nestorius, die in Christus de twee naturen -de goddelijke en de menselijke- duidelijk wilde onderscheiden. Op het concilie van Efeze (431) werd deze leer veroordeeld. Eind vijfde eeuw maakten de nestorianen zich officieel los van de christenen in het Byzantijnse rijk.
God-menselijke natuur
Van Rompay noemt de Syrisch-Orthodoxe Kerk de tegenhanger van de nestoriaanse kerk. „De Syrisch-Orthodoxe Kerk hangt een dogma aan waar de christelijke kerk in het Westen evenzeer moeite mee heeft. De kerk is ontstaan uit het verzet tegen de geloofsbelijdenis van het concilie van Chalcedon (451), waarin aan Christus twee naturen werden toegeschreven, een goddelijke én een menselijke. De Syrisch-orthodoxen accepteren die scheiding van mens en God in Christus niet. Zij zeggen dat Christus uiteraard uit mens en God bestaat, maar dat die twee elementen in Christus zijn samengekomen, geworden tot één -monofysitische- natuur: een God-menselijke natuur".
De Syrisch-Orthodoxe Kerk is tot op de dag van vandaag monofysitisch gebleven. De patriarch van de kerk zetelt in Damascus. De gelovigen leven behalve in het zuidoosten van Turkije, ook in Syrië, Libanon en Irak. Daarnaast zijn er veel diaspora-gemeenten in diverse Europese landen en in Amerika.
Van Rompay benadrukt dat de Syrisch-orthodoxen, de nestorianen en andere afgescheiden kerken in Zuidoost-Turkije en Noord-Irak naast elkaar bestaan. „Wanneer we spreken over Noordoost-Syrië en Zuidoost-Turkije, moet je voortdurend met die verschillende groepen rekening houden. Elk van die groepen heeft een eigen kerkelijke structuur, een eigen patriarch en eigen bisschoppen. In een stad als Mosoel in Noord-Irak bij voorbeeld heb je al die kerken naast elkaar".
Assyriërs
In verschillende boeken worden de christenen in Noord-Irak en Zuidoost-Turkije ook wel aangeduid als Assyriërs. Drs. H. Murre-van den Berg (zij hoopt binnenkort op een onderdeel van de Aramese taal- en letterkunde te promoveren): „De naam geldt vooral de nestorianen in Noord-Irak. De toepassing van de naam is van tamelijk recente datum, van eind negentiende eeuw. In die tijd bezochten Amerikaanse en Engelse zendelingen het gebied. Zij bouwden een onderwijssysteem op en installeerden de eerste drukpers in het gebied. Zo hebben ze zeker bijgedragen tot het culturele bewustzijn van de nestorianen. Omdat juist in die tijd de ruïnes van de oude stad Ninevé werden opgegraven, is door nestorianen de link gelegd met de oude Assyriërs. Die zeiden: „Wij zijn afstammelingen van hen".
Noch de Syrische christenen, noch de nestorianen vormden door de eeuwen heen een eigen natie. „Het waren altijd minderheden in een gebied dat beheerst werd door anderen. Maar eind negentiende eeuw ontstond dus het idee van: „Wij zijn een eigen volk en hebben dus recht op een eigen staat".
De gedachte dat men afstamde van de Assyriërs was vooral aanwezig bij de nestorianen. Murre-van den Berg: „Men heeft wel geprobeerd de andere christenen daar ook op aan te spreken. Men sprak dezelfde taal, iedereen behoorde tot dezelfde culturele traditie. Daarom zei men: „We zijn allen Assyriërs. We zijn één volk en moeten het Rijk van de Assyriërs herstellen".
De Syrisch-orthodoxen deden echter in meerderheid niet mee, zo vult Van Rompay aan. „Sommigen voelden zich wel aangesproken door deze gedachte, maar bleven toch op een afstand. Dat zie je momenteel ook met de Syrisch-orthodoxen in Nederland. Slechts een minderheid voelt zich door het idee aangesproken".
Maar stammen de christenen nu werkelijk af van de oude Assyriërs? Van Rompay: „De Assyriërs zijn min of meer uit het zicht verdwenen toen de Perzische koning Kores in 539 voor Christus hen bij zijn rijk inlijfde. Een direct spoor van de Assyriërs is er dus niet meer. Anderzijds zegt men dat die mensen niet in rook kunnen zijn opgegaan. Tot op zekere hoogte is dat ook zo. Bovendien is een continuïteit in culturele tradities waarneembaar".
„Tegelijkertijd moet je zeggen dat die Assyriërs weer met andere volkeren geassimileerd zijn. Het Midden-Oosten is altijd een mozaïek geweest van culturen, volkeren en talen. Een link tussen de Assyriërs van vroeger en de nestorianen van nu kun je dus absoluut niet direct leggen. De Grieken zeggen dat de oude Grieken hun voorvaders waren. Maar dat is ook beperkt. Niemand neemt er echter aanstoot aan. Leiden heet in het Latijn Lugdunum Batavorum, dat wil zeggen het Leiden van de Batavieren. Maar hoeveel Bataafs bloed loopt hier nog rond? Niemand zegt dat we ons niet Batavieren mogen noemen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 maart 1993
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 maart 1993
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's