A. J. Klei
Vorig jaar publiceerde de gepensioneerde Trouw-redacteur A. J. Klei zijn eerste bundel columns "De meeste mensen zijn aardig". De flap vermeldde van de auteur dat deze „woont en fietst in Amsterdam". Inmiddels mag het vierde boekje er zijn en lezen we achterop: „A. J. Klei woont, fietst, eet en schrijft in Amsterdam". Tussen '80 en '92 verschenen de 'stukjes' eerder in verschillende bladen. Overwegend vind ik ze sterk geschreven. Een column moet immers niet met name boeiend zijn of leuk, niet informatief of opiniërend, maar vooral sterk. Waar dat in zit? Uiteraard in het op een bepaalde wijze hanteren van de taal, maar bij Klei boeit vooral het verbinden van zijn persoonlijke belevenissen en gedachten met geldende opinies. Een voorbeeld: Het cursiefje onder de titel "Het is niet goed dat de mens alleen zij". Klei opent dan met de ontboezeming: „Ik was al een tijd op zoek naar halfhoge schoenen met een ritssluiting of met elastiek aan weerskanten". Wie weten wil hoe titel en openingszin bij elkaar komen, moet het cursiefje uitlezen en bemerkt daarbij dat Klei zijn onderwerpen zoekt in alledaagse voorvalletjes. Hij is immer een goed waarnemer. Ook in deze bundel toont de auteur zich een mens die relativeert. Hoe verkwikkend waar dat op zijn plaats, hoe akelig waar dat ongepast is.
N.a.v. "Uw gezicht komt mij bekend voor", door A. J. Klei; uitg. Balans, Amsterdam, 1993; 128 blz.; prijs 19,50 gulden. P
P. J. Vergunst
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1993
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 1993
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's