Luctor et Emergo

In Zeeland bestaat een grote commotie over de Stichting Rusthuizen der Gereformeerde Gemeenten. De stichting beheert de bejaardentehuizen Eben Haëzer in Middelburg en Rehoboth in Goes en daarnaast nog zo'n 200 bejaardenwoningen in verschillende plaatsen. De financiële handelwijze van de stichting heeft bij Gedeputeerde Staten van Zeeland grote vraagtekens opgeroepen.

Gedeputeerde Staten baseren zich daarbij op een onderzoek dat in opdracht van hen is uitgevoerd door een extern accountantsbureau. In het rapport staat onder andere dat de financiële administratie van de stichting op een aantal terreinen onduidelijk en niet goed controleerbaar Is. Bovendien zouden er ook ten onrechte vergoedingen zijn verstrekt aan de secretaris en de penningmeester.

Voor GS waren de conclusies van het rapport aanleiding om aftreden van het dagelijks bestuur van de stichting te eisen. De provincie zegt geen vertrouwen meer in dit bestuur te hebben. Vooral de hoge vergoedingen voor de secretaris en de penningmeester zijn Gedeputeerde Staten in het verkeerde keelgat geschoten, omdat deze volgens hen in strijd zijn met de wet

Hoewel de zaken die In het rapport van het accountantsbureau worden opgesomd er niet om liegen. Is het keiharde negatieve oordeel van Gedeputeerde Staten toch niet terecht. Op zijn minst dient deze conclusie genuanceerd te worden. Een eerste reden hiervoor Is dat volgens het rapport de provincie ook zelf te kort is geschoten bij het toezicht houden op de stichting. Zo heeft de provincie altijd de jaarrekeningen van de stichting goedgekeurd. Als GS nu grote kritiek hebben op de stichting, dan betekent dat ook dat de provincie erkent dat zij In het verleden heeft gefaald. Dat gegeven mag de provincie wel nopen tot een voorzichtiger stellingname.

Er is echter nog een zeer belangrijke reden waarom het harde oordeel van Gedeputeerde Staten voorbarig is. Zij baseren hun conclusie namelijk alleen op het rapport, terwijl de stichting niet is gehoord. Dat is niet alleen ongepast, maar ook in strijd met de regels van behoorlijk bestuur.

Normaal gesproken dient er eerst hoor en wederhoor te worden toegepast voordat men tot een oordeel komt. Hier is dat niet gebeurd. Pas morgen krijgt de stichting de gelegenheid om een reactie te geven. Deze handelwijze van de provincie is laakbaar, want Inmiddels zijn de stichting en verschillende bestuursleden al wel In een uiterst kwaad daglicht gesteld, terwijl de reactie van de stichting een ander licht kan werpen op de gang van zaken. Het kwaad is echter geschied. Hoewel uit het rapport blijkt dat er geen sprake is van fraude, is de goede naam van de stichting, en met name van enkele bestuursleden, door GS te grabbel gegooid. Bij velen bestaat nu de Indruk dat de stichting heeft gerommeld met de financiën en dat bovendien een aantal bestuurders veel geld in eigen zak heeft gestoken. Dat Is zeer betreurenswaardig. Uit de affaire rond de stichting komt ook duidelijk de kwetsbaarheid van de gereformeerde gezindte openbaar. Problemen In onze kring worden gemakkelijk aangegrepen om ons en vooral de bijbelse beginselen belachelijk te maken. Daarom dienen bestuurders van organisaties als scholen, bejaardentehuizen en allerlei stichtingen zeer alert te zijn, opdat Gods Naam door hun optreden niet wordt gelasterd.

Men dient zich te hoeden voor de schijn des kwaads. Besturen moeten daarom eerlijk en zorgvuldig handelen. Zo moet er een grote mate van openheid zijn, want men gaat veelal om met overheidsgelden en giften. Vanuit dat perspectief dienen de vergoedingen aan bestuursleden duidelijk te worden vastgelegd.

Ook moet bij voorbeeld goed worden gelet op de samenstelling van het bestuur. In de huidige tijd wordt veel van bestuurders gevergd en daarom dient er bij benoemingen meer te worden gelet op deskundigheid en op het beschikbaar hebben van tijd. Voorts moet de structuur van de organisatie helder zijn. Zeker als een instelling groter wordt, is het beter om voor het uitoefenen van het dagelijks beheer mensen in vaste dienst te nemen.

Aan de hand van dit soort overwegingen moeten besturen zich voortdurend bezinnen op hun functioneren. Voor de gewraakte stichting Rusthuizen geldt In ieder geval dat er op sommige punten aanpassingen nodig zijn om zo snel mogelijk uit de problemen te komen. Hopelijk geldt voor deze stichting ook de Zeeuwse wapenspreuk: „Luctor et Emergo" - „Ik worstel en kom boven".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen