Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vluchten naar de vrijheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vluchten naar de vrijheid

Onderdrukking en verzet thema's in nieuwe jeugdboeken

6 minuten leestijd

Hoe ervaren kinderen het als ze in een land wonen waar hun vaders en moeders -dus ook zijzelf- door de overheid worden onderdrukt? En hoe, als zij zich op de een of andere manier onder die onderdrukking uitworstelen?

Neem bijvoorbeeld Karioeki, het Keniase negerjongetje uit "Mijn blanke vriend" van Meja Mwanei. „Alles in ons dorp was in een bepaalde rangorde ingedeeld. Boven iedereen stond Bwana Roewin en elke andere blanke die toevallig lansskwam. Dan kwamen de mannen van het dorp en daarna de vrouwen en de meisjes. Dan kwam de rest van ons. Onbesneden jongens en dorpshonden stonden helemaal onder aan de ladder. Nog onder de geiten en de schapen. We hadden totaal geen rechten. In ons dorp niet, op school niet en in andere dorpen niet".

Bwana (meneer) Roewin is in de ogen van de arme dorpelingen een (dictatoriale) halve godheid, voor wie je bang moet zijn, omdat alles van hem is, hij „in je hoofd kan kijken en zieij wat je denkt" of „in je hart... om te zien of je liegt".

Verzetsbeweging

Dan verschijnt Nigal, Bwana Roewins kleinzoon uit Engeland, in Karioeki's leven. Deze brengt de kleine negerjongen heel andere inzichten over zijn grootvader bij, in ruil voor zijn gezelschap. Samen maken ze tochten door het wilde oerwoud. Langs verstilde beken vissen ze en gaan ze op jacht met de honden. Ze doen het stiekem, want zwarten en blanken mogen geen contact met elkaar hebben. Daarom wordt Karioeki afgerammeld door zijn vader, in elkaar geslagen door zijn broer, in het nauw gebracht door Bwana Roewin. Dan worden Karioeki en Nigal gevangen genomen door mannen van de Mau-Mau, de verzetsbeweging die uiteindelijk de vrijheid van Kenia zou bewerkstelligen. Ze komen weer vrij en dat leidt uiteindelijk tot een begin van verzoening en begrip tussen blank en zwart.

Het is niet echt zijn eigen verhaal, vertelt Mwangi in een nawoord. Maar hij heeft er wel eigen jeugdervaringen in verwerkt. „Opgroeien in die tijd (ongeveer 1955) was voor een zevenjarig kind een verschrikkelijke ervaring. Ogenschijnlijk zonder reden werden mensen gewoon doodgeschoten. Ik heb vrachtwagens vol lijken van Mau-Mau-mensen gezien. We leefden in angst voor zowel de MauMau als voor de soldaten van de regering".

Vietnam

In het boek van Gloria Whelan lijdt de dertienjarige hoofdpersoon Mai niet onder de koloniale onderdrukking, maar onder de dictatuur van het communisme in Vietnam. Haar ouders zien zich gedwongen met de kinderen en grootmoeder hun vaderland te ontvluchten. Vandaar de titel van het boek, "Vaarwel, Vietnam". Uit die titel blijkt ook dat de vlucht inderdaad lukt. Wel is het een moeizame en gevaarlijke tocht dwars door moerassig land en vervolgens over zee aan boord van een wrak scheepje. Het vaartuig had niet eens voldoende plaats voor de honderden vluchtelingen die op de kade stonden te wachten.

Dat Mai en haar familie wel mee mogen, komt omdat Mai's vader verstand heeft van motoren en bovendien een kist gereedschap heeft meegebracht. Geen overbodige luxe, zo blijkt. Menigmaal moet hij ingrijpen om de machine weer aan de praat te krijgen. Maar als ze na dagen varen „de zilveren stad" (Hongkong) bereiken, is hun ellende nog niet achter de rug. Ze worden allemaal in pakhuizen 'opgeborgen', die al overvol zijn met vluchtelingen. Daar moeten ze maar afwachten wat over hen beslist gaat worden: teruggestuurd worden naar Vietnam of doorreizen naar een land dat bereid is hen op te vangen. En welk land wil dat.' Hongkong in ieder geval niet.

Toch komt er voor Mai en haar familie uitredding. Ze mogen naar Amerika. En daar gaan ze dan. „Vanuit de rijstvelden had ik opgekeken naar de vliegtuigen in de lucht. Hoe klein hadden ze van die afstand eruit gezien! Nu zouden we in de lucht zijn en naar beneden kijken. Alles wat we achterlieten, zou kleiner worden, maar niet zo klein dat we het ooit zouden vergeten".

Kleineringen

Vlucht voor het communisme, dat is ook het thema van "Vrijheid" van Fred Oedekerk. Het verhaal speelt zich in Oost-Duitsland af, enkele jaren voor en vlak na de val van de Berlijnse Muur. Hoofdpersonen zijn Holger en Hans, die samen als vrienden zijn opgegroeid, maar die door hun verschillende houding tegenover het communisme langzamerhand van elkaar vervreemd raken. Holgers vader is in dienst van het communisrische regime en zelf gelooft hij blindelings in de heilsstaat. Hans denkt kritisch na en ontwikkelt zo zijn eigen opvatringen.

De gebeurtenissen worden afwisselend vanuit de beide jongens gezien en beschreven. Omdat de vader van Hans een keer betrapt is op het lezen van een buitenlandse krant en daarna aan de autoriteiten toestemming heeft gevraagd om met zijn gezin het land te mogen verlaten, worden ze het slachtoffer van allerlei pesterijen en kleineringen. Zelfs moet Hans' vader zich een keer aan een verhoor onderwerpen.

„De staat heeft u opgeleid, de staat geeft u werk en een goed en goedkoop huis. Kunt u daarvoor niet dankbaar zijn.' zegt een der ondervragers. En dan barst de getergde man los: „Waarvoor moet ik dankbaar zijn? Als ik een auto wil kopen moet ik meer dan tien jaar op een wachtlijst staan. En toen de kinderen klein waren, hebben we jarenlang met zijn vieren in één slaapkamer moeten slapen. Moet ik daarvoor misschien dankbaar zijn?"

Tweederangs

De plagerijen nemen zo toe, dat het gezin eindelijk besluit het land via Hongarije naar Oostenrijk te ontvluchten. Het lukt, want het is bijna afgelopen met de machtvan het communisme en de aandacht van de grenswachten is verslapt. Eindelijk mogen ze van de vrijheid proeven. Maar dat valt tegen. In het vrije westen worden ze ils tweederangs-burgers behandeld en bedrogen, en kunnen ze niet aan werk komen om in hun onderhoud te voorzien.

Hans zegt: „Soms denk ik wel eens dat mensen altijd iemand nodig hebben die ze kunnen uitschelden, iemand waarop ze kunnen neerkijken. Dat kunnen mensen zijn die een bril dragen, of mensen met rood haar. In ons oude vaderland werden over andere landen altijd slechte dingen verteld en hier... Ik had gehoopt dat de mensen hier anders waren, maar die man in het restaurant is geen haar beter dan al die propaganda-bazen aan de andere kant van de grens".

Oedekerk geeft met dit boek jongeren een verhelderende kijk op de gebeurtenissen die tot de val van het communisme in Oost-Duitsland hebben geleid. Hij doet dat in een beeldende verteltrant met levendige dialogen. Het gevaar dat de lezer zich door de regelmatige afwisseling in het vertellersstandpunt nierin de hoofdpersonen zou kunnen inleven, heeft hij door zijn boeiende wijze van vertellen kunnen voorkomen.

N.a.v, "Mijn blanke vriend", door Meja Mwangi; uitg. Elzinga; 126 bk.i prijs 23,90 gulden; "Vaarwel, Vietnam", door Gloria Whelan; uitg. Lemniscaat; 104 blz.; prijs 23,50 gulden; "Vrijheid", door Fred Oedekerk; uitg. Christofoor; 157 bk.; prijs 26,50 gulden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1994

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Vluchten naar de vrijheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1994

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's