De ondergang van Duitse clichés
Prof. dr. W. van ’t Spijker: Luther was een borrelende fontein van frisse ideeën, maar soms ook boers en bruut
Duitsland is een zorgenkindje in Europa, een land dat bij Nederlanders clichés oproept. Zijn bier, bratwurst en oorlogsgezindheid de kenmerken van Duitsland waarin velen vaak blijven steken? De ‘Nederlandse’ kijk op dit land is lang geleden bepaald (door wie eigenlijk?) en wordt tot nu toe niet herzien. Prof. dr. W. van ’t Spijker beschouwt Duitsland ook. Maar doet dat niet vanaf de zijlijn.
De Apeldoornse christelijke gereformeerde hoogleraar promoveerde op de ambten bij Martin Bucer en kwam met het oog op zijn studie regelmatig in Duitsland. Hij werd in 1926 geboren, de tijd tussen beide wereldoorlogen. Een verwarrende periode, waarin een totale omslag in de Nederlandse oriëntatie op buurlanden plaatsvond.
Het anti-Engelse gevoel, gevolg van de houding van de Engelsen tijdens de boerenoorlog in Zuid-Afrika, maakte in Nederland plaats voor een anti-Duitse houding: het onvermijdelijke gevolg van de inval van de Duitsers.
Hoe ervoer u de oorlog?
“Als kind heb ik er niet zo veel over nagedacht. Ik ben groot geworden in de Tweede Wereldoorlog. Dertien, veertien jaar was ik, toen die uitbrak. Maar de oorlog was snel voorbij en toen kwam er een heel andere situatie”.
De kijk van de jonge Van ’t Spijker op Duitsland werd voornamelijk bepaald, toen hij zich met theologie ging bezighouden. “Mijn interesse werd voor Martin Bucer gewekt. Via die invalshoek komen alle zaken heel anders te liggen, natuurlijk”.
Boeiende tijd
“Door mijn studie kerkgeschiedenis ben ik bij Duitsland betrokken geraakt. Bucer was een reformator die in de tijd waarin hij optrad als Duitser beschouwd werd. Hij woonde in Straatsburg, een stad die als gevolg van oorlogen dan weer behoorde tot Duitsland en dan weer tot Frankrijk.
In de tijd waarin Bucer werkte, was Straatsburg Duits gebied. Hij heeft veel in het Duits geschreven, heeft ook deelgenomen aan het leven in Duitsland. Bucer leefde in een boeiende tijd, het ging om de eenheid in Europa en dan met name de religieuze eenheid. Daaraan heeft Bucer veel gedaan. Zo ben ik ook bij Duitsland betrokken geraakt, in die zin dat ik interesse in het land kreeg en er vaak naar toe ging”.
Moest u uw houding veranderen, toen u zich vanwege de studie meer met Duitsland bezighield?
“Nee, ik wist onderscheid te maken tussen Duitsers als volk en Duitsers die op de een of andere manier betrokken waren geweest bij het nationaal-socialisme en de oorlog.
Er zijn heel wat Duitsers geweest die het nationaal-socialisme als een juk ervaren hebben en voor wie 1945 óók een bevrijding is geweest. Mijn studie bracht mij in aanraking met een groot aantal Duitsers uit theologie en kerkgeschiedenis die net zo vijandig tegenover het nationaal-socialisme stonden als Nederlanders. Duitsers op wie het nationaal-socialisme op de een of andere manier greep kreeg, zijn van een andere identiteit”.
Gewone mensen
“Ik moet zeggen dat ik in het begin, vlak na de oorlog, wel een beetje moeite had met Duitsland. Dat hebben we van huis uit meegekregen. Mijn vader was vroeger pro-Duits en anti-Engels. Dat hing samen met de houding van de Engelsen ten opzichte van de boeren in Zuid-Afrika.
Ik weet het nog best: ik heb mijn vader alleen zien huilen op de dag van de inval van de Duitsers in Nederland. Hij kon er niets aan doen, hij zat er machteloos bij, hij zou van alles willen doen om mee te vechten tegen die moffen., het waren moffen, nietwaar, zo werden ze genoemd.
Later, toen de oorlog voorbij was, werden de dingen anders en ontmoette je Duitsers die uit een heel ander hout gesneden waren, die geen nationaal-socialist waren, die ook móesten en die niet hadden gewild.
Nee, in de relatie tussen mij en Duitsland was niet zo veel kapot. Wel ben ik absoluut tegen het nationaal-socialisme en de superioriteit die je bij sommige Duitsers aantrof.
Na de oorlog ging ik studeren en werd ik predikant. Daardoor kijk je ook anders tegen de dingen aan. Toen ik weer eens naar Duitsland ging, kwam ik in aanraking met mensen die hetzelfde vak hadden en ontmoette ik gewone mensen, net als wij”.
Maakt het predikantschap mensen zachter?
“Misschien. Je brengt iedere week het Evangelie en dat spreekt van verzoening”.
Bescheidenheid
Sommigen tieren Duitsers als arrogant, gründlich, mensen die altijd het beste willen zijn.
“Je kunt in Duitsland mensen tegenkomen die arrogant zijn, maat die kun je hier in Nederland ook tegenkomen. De gewone Duitser is een hardwerkend mens die er veel voor over heeft om iets te presteren. Dat is natuurlijk een positieve eigenschap. Ik denk aan de tijd dat, terwijl hier op zaterdag alles dicht was er daar hard gewerkt werd. Duitsland heeft de oorlog verloren, maar de vrede gewonnen, in zekere zin. Kijk naar de hele opbouw: wat hebben ze in West- Duitsland veel gedaan om de hele maatschappij, het hele leven weer van de grond te krijgen. Het zijn keiharde werkers.
Zulke dingen gebeuren vandaag de dag in Oost-Duitsland. Daar wordt hard gewerkt, ’t Zijn aanpakkers, ze zetten de schouders eronder. Ja, ze drinken wel een biertje, maar het leven bestaat niet uit bier drinken”.
Nee?
“Op de camping lijkt dat misschien zo. Maar daar tref je ook weer een bepaald slag mensen aan. En die staan niet het hele jaar op de camping. Nee, er wordt doorsnee wel flink gewerkt en ook grondig. Daar kun je natuurlijk allerlei vraagtekens bij zetten. Moet het zo grondig? Die ‘grondigheid’ van Duitsers kan je wel eens gaan tegenstaan. Lees een Duits bijbels commentaar, of lees een Duits boek: de problemen worden tot op de bodem uitgespit. Heel anders dan in de Engelse en de Amerikaanse literatuur. Die hebben een totaal andere benaderingswijze”.
Spreiding van onkunde
Ligt het universitaire niveau in Duitsland ook hoger?
“Vroeger was dat zeker zo. Vandaag de dag is er ook in Duitsland een democratiseringsproces in het onderwijs: iedereen moet kunnen studeren. Met het gevolg dat men van spreiding van kennis spreekt, maar het is meer spreiding van onkunde”.
Grondig te werk gaan waardeert u niet positief?
“Dat ligt eraan. Als ik een commentaar nodig heb voor een preek, dan zoek ik in een boek naar een gedachte. Het helpt natuurlijk niet zo veel als ik twintig bladzijden moet lezen om er één gedachte uit te halen.
Wat het uitgeven van wetenschappelijke werken betreft mogen ze er wezen, hoor. Als je kijkt op wat voor manier tekstkritische uitgaven tot stand komen: reken de grote uitgave van de Luther-renaissance en de Calvijn-renaissance, dat zijn grotendeels werken geweest die in Duitsland zijn uitgegeven. De wetenschappelijke uitgave van Luther, de Weimar-editie, is zo grondig, men heeft er bijna een eeuw over gedaan om die helemaal op de markt te brengen”.
Waarom zijn Duitsers zo? Omdat ze de beste willen zijn?
“Ze willen niet alleen de beste zijn, maar ook het beste bieden. Als je iets doet, moet je het goed doen. Dat is een goed principe. Dat ze het beste willen zijn, wil ik trouwens positief waarderen”.
Hun manier van doen levert dus wel wat op.
“Ja. Als je op dit moment een goed bijbels commentaar wilt hebben, moet je in Duitsland zijn”.
Gemoedelijk
“Een doorsnee Duitser bestaat niet. Waar komt die vandaan? Woont hij op het platteland of in de stad? Mijn beeld van de gemiddelde Duitse man die op het platteland woont, is dat hij een gemoedelijk, hardwerkend mens is. Vaak is hij vriendelijk, maar dat hangt natuurlijk ook af van de manier waarop je hem tegemoet treedt.
Hoe de Duitse volksaard is, verschilt per gebied. In Beieren is die anders dan in Westfalen. Het lijkt me toe dat de volksaard in Westfalen volstrekt aansluit bij die in Nederland. Maar als je in Pruisen komt, stuit je op andere volksaard. Zij presenteren zich als, hoe moet je dat zeggen, als: “Hier zijn wij”. Of daar bescheidenheid bij is, is de vraag”.
Waar komt het negatieve idee over Duitsers vandaan dat bij veel Nederlanders leeft?
“Op de een of ander manier wordt dat er kunstmatig ingehouden. Het is vooral van de laatste vijftig jaar. We nemen het hen altijd nog kwalijk dat ze hier geweest zijn, dat die SS’ers hier zo huisgehouden hebben. Dat is natuurlijk ook verschrikkelijk, ik kan me voorstellen dat mensen zeggen: “Zolang ik leef, moeten ze bij een herdenking hier maar niet komen”.
Het beeld dat in Nederland van Duitsers heerst, is waarschijnlijk sterk beïnvloed door hun recente houding van: “Wij beheersen Europa” Je moet natuurlijk oppassen dat er niet weer zo’n beeld komt. Ofschoon, als ik Kohl hoor, denk ik: Die man heeft beide ogen en oren open voor het feit dat dat een van de grootste gevaren is. Langzamerhand zie je in Nederland een kentering komen in de beschouwing van Duitsland: je moet een keer vergeven, verzoening bieden”.
Aan de grond
Er zou op dit moment één Duitsland moeten zijn. In de praktijk is dat nog niet zo. Hoe ziet u de verschillen tussen Oost- en West-Duitsland?
“Ik heb er bewondering voor dat West- Duitsland, toen het Gordijn er nog was, de Oostduitse kerken geholpen heeft, ook financieel. Er was een kerkelijke relatie, waardoor er tassen Oost en West banden konden blijven. Langzamerhand is het slechter gegaan in Oost-Duitsland.
West-Duitsland heeft een geweldige last op zich genomen door de situatie in Oost-Duitsland min of meer over te nemen. Er was een desolate toestand, het land zat volstrekt aan de grond door dat kapot geslagen communisme, het is economisch leeggehaald. Ik bewonder de inspanning van West-Duitsland om Oost er weer bovenop te helpen. Er zit natuurlijk ook een politieke factor bij. Als West Oost niet helpt, wat krijg je dan voor toestanden?
De opbouw gaat met grote moeite gepaard, want je kunt je voorstellen dat mensen in Oost denken: waarom moeten wij zo hard werken en verdienen we niet zo veel geld als mensen in West? Maar ik ben ervan overtuigd dat Oost- Duitsland er bovenop komt. Mensen zijn er ontzettend hard aan het werk. Daar mogen wij een voorbeeld aan nemen. Je schrikt hier van alle stakingen”.
Borrelende fontein
U hebt een boek over Luther geschreven. Was hij een doorsnee Duitser?
“Ik vind Luther typisch een Duitser. Als je hem met Calvijn vergelijkt, zie je dat die een andere mentaliteit, cultuur en aard heeft. Bij Luther herken je de volksaard en ook het volkse. Hij heeft iets in zijn schrijven waarmee hij de mensen onmiddellijk aanspreekt.
Luther is een borrelende fontein van allerlei frisse, mooie ideeën. Soms is hij ook vreselijk boers, soms is hij onbeschaafd en bruut. Soms ook iets hoogmoedig: dan doet hij net of hij het Evangelie heeft uitgevonden. Bij Calvijn vind je dat niet in die mate.
Ik heb hier in de kast een biografie van Luther over alles wat hij op bepaalde dagen voelde en dacht en meemaakte, hoe hij hierover kermde en daarover juichte. Het boek gaat over zijn lichamelijke en geestelijke toestand, zijn innerlijke en uiterlijke toestand, zijn kwalen en weet ik veel wat allemaal”.
Waarom zon zo’n boek geschreven zijn?
“Daar blijkt uit met wat voor reverentie en eerbied de mensen in Duitsland tegenover Luther stonden: een grote autoriteit was hij. “Luther sagte!” Dat kun je met Luther doen, zo’n boek schrijven. Bij Calvijn lukt je dat niet. Die zei: Ik praat niet graag over mezelf Dat is een zeker verschil in landsaard, in volksaard. Ook in het geloof speelt die een rol. Luther is een man van het Duitse geloof. Calvijn heeft vanuit de Franse volksaard een heel andere benadering gekregen, is door het humanisme heengegaan”.
Mooie stijl
“Calvijn vertoefde in hogere kringen en wist een mooie stijl op te bouwen. Luther liet zich wel eens wat gaan. Soms denk ik: je kunt het best wat anders zeggen. Maar dat kun je ook toeschrijven aan de tijd waarin hij leefde. Hij kan over vrouwen en meisjes praten, dan denk je: jonge, doe maar een beetje rustig aan, zo onbesneden soms. Aan de andere kant, als het gaat om de kern van het geloof, spreekt hij een taal die door de hele wereld verstaan wordt. Dat is niet Duits, dat staat erboven, dat grijpt erboven uit”.
Hoe?
“Zeer existentieel. Hij behoort bij de groten in de wereldliteratuur, als je het objectief wilt stellen. Het gaat boven alle tijden uit. Er zit iets in van eeuwige dingen. Ik vind hem geweldig, ik geniet van zijn werken”.
Daarom heeft u ook over hem gepubliceerd?
“Ja, nou ja, je moet eens wat doen, nietwaar”.
Dus u dacht: Kom, laat ik eens een boek over Luther schrijven?
“In 1983 was hij vijfhonderd jaar geleden geboren en toen heb ik op verzoek van een uitgeverij dat boek geschreven. Ik vind het boeiend om met Luther bezig te zijn”.
Zijn theologie betekent veel voor u?
“Ja, vooral de manier waarop hij met de rechtvaardiging bezig was. Een mens kan in zijn leven staan als zondaar, maar is door God vrijgesproken en daarom mag hij er wezen ook!”
Aangevochten zekerheid
Hoe omschrijft u het geloof van Luther?
“Dat was een kwestie van zekerheid, maar ook van aangevochten zekerheid. Permanent aangevochten, maar ook permanent zeker. Het was een zeer herkenbaar geloof, omdat het aangevochten was, maar tegelijkertijd staat hij erboven, buiten zichzelf om het zo te zeggen, in de kracht van geloof, in de belofte van God. Dat is de aard van zijn zekerheid. Dat is geen kwestie van Duitsland, maar van geloof, dat hij in zijn Duitse volksaard op die manier beleefd heeft.
De man naast hem, Melanchton, was ook een Duitser, maar van een heel ander type… Hij kwam uit Zuid-Duitsland. Melanchton kon een beetje angstig wezen, een beetje benauwderig, bijgelovig. Hij geloofde in de loop van de sterren en dat soort onnozele dingen”.
Heeft het lutheranisme een groot stempel op het protestantse Duitsland gedrukt?
„Ja, men grijpt tot op de dag van vandaag in heel het lutheranisme terug op de werken van Luther. Lutheranisme herkent men aan Luther. Luther sagte! Hoe zei Luther dat, hoe zou hij het vandaag gezegd hebben? Eigenlijk kijkt men op een andere manier naar hem dan wanneer een gereformeerd mens naar Calvijn teruggrijpt. Teruggrijpen op Calvijn loopt veel meer in kerkelijke banen en die zijn vaak aangepast aan de situatie waarin de kerk van nu zich bevindt”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 augustus 1995
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 augustus 1995
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's