Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Morele opvoeding is geen ”toetje”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Morele opvoeding is geen ”toetje”

Rust en structuur belangrijke voorwaarden voor ”waarden-volle” aanpak

4 minuten leestijd

Wat is het moeilijkste in de opvoeding? Ik weet het niet. Misschien is dat het bijbrengen van goed en kwaad. Hierover heeft Els Lodewijks-Frencken een boekje geschreven: ”De morele opvoeding van het jonge kind”.

Els Lodewijks is wijsgerig pedagoge en publiciste. In haar in 1989 verschenen boek “Op opvoeding aangewezen” leverde zij onversneden kritiek op de hedendaagse cultuur. Die zou “kindgericht” zijn, maar is volgens de auteur eerder onverschillig voor de toekomst van het kind. Het resultaat hiervan zou een opvoeding zijn waarin geen waarden en normen meer doorgegeven worden: het niet-opvoeden. In “De morele opvoeding van het jonge kind” borduurt mevrouw Lodewijks voort op die gedachte. Ze blijft kritisch, maar geeft nu vooral positieve aanzetten tot het nadenken over een “waarden-volle” opvoeding.

Respect

Wie in “De morele opvoeding van het jonge kind” een theorie over of methode voor de morele opvoeding zoekt, is niet aan het juiste adres. Heel nadrukkelijk wordt al in de inleiding gesteld dat morele opvoeding een intentie is van de opvoeder. De opzet van het boek is geslaagd, als de lezer zich bewust wordt van de aard en de mogelijkheden van morele opvoeding.

Hier zien we al dat niet de inhoud van de waarden of normen het belangrijkste onderwerp vormt, maar dat de overdracht ervan centraal staat. De relatie tussen morele opvoeding en godsdienstige opvoeding komt niet aan de orde. Wel stelt de auteur dat opvoeding binnen een godsdienstig kader de morele opvoeding kan vergemakkelijken en meer diepgang kan geven. Helaas laat ze het bij deze intrigerende opmerking.

Morele opvoeding is geen “toetje” bij het aanleren van kennis en vaardigheden. Het heeft door alles heen plaats. Deze stelling wordt door de auteur op verschillende plaatsen toegelicht. Een voorbeeld uit het boek: ouders zeggen dat ze hun kinderen respect voor anderen willen bijbrengen, maar hebben zij zélf wel respect voor anderen? Denk aan gezinnen waar aan tafel op licht spottende toon over de buren gesproken wordt. Jonge kinderen nemen deze sfeer in zich op. Ook óp school. Kinderen voelen het aan als de leerkracht hun ouders niet ziet zitten of de ouders de leerkracht niet respecteren.

De schrijfster hamert erop dat morele opvoeding bij de leef- en belevingswereld van kinderen moet aansluiten. Wie denkt dat de auteur dus tegen enige vorm van correctie of straf is, heeft het mis. Er wordt sterk gepleit voor keuzen in de opvoeding. Rust en structuur zijn belangrijke voorwaarden voor een “waarden-volle” opvoeding. Dat betekent onder andere dat niet alles wat kan ook mag en dat kinderen moeten leren af te maken waarmee ze bezig zijn.

Het volgende voorbeeld geeft weer wat met het aansluiten bij de belevingswereld van kinderen bedoeld wordt. Kees mag nooit met z’n klasgenootjes meedoen, omdat hij steeds het spel verstoort door zich niet aan de regels te houden. Als de leerkracht daarop alleen reageert met een beroep op de verdraagzaamheid van de kinderen, schiet hij tekort. Dat is te veel gevraagd. Kinderen hoeven nog niet die verdraagzaamheid op te kunnen brengen die van volwassenen verwacht mag worden. De leerkracht zal tegelijkertijd zelf iets moeten doen. Als hij Kees bij het omgaan met regels helpt, dan mag hij ook enige verdraagzaamheid van de anderen eisen.

Morele opvoeding is volgens Els Lodewijks niet resultaatgericht, maar is uitgangspunt. Het gaat dus niet om keurig opgevoede kinderen, maar om normen en waarden die de opvoeder zo belangrijk vindt, dat hij of zij ze wil overdragen. Toch spelen de eigen behoeften van de opvoeder in het kijken naar kinderen mee. Daarom zijn zelfinzicht, bescheidenheid en innerlijke rust belangrijke waarden en voorwaarden. Immers, in het leven en werken met kinderen hóór je jezelf tegen te komen, anders doe je je werk niet goed.

Jonge kinderen zijn nog nauwelijks verantwoordelijk voor hun gedrag. Die verantwoordelijkheid neemt toe met de groei naar de volwassenheid. Dat betekent dat in de opvoeding van jonge kinderen de volwassene vooral aangesproken wordt. De opvoeder is, aldus de auteur van dit boek, verantwoordelijk voor het werken aan de gewetensvorming.

Uitdaging

Els Lodewijks geeft ons in haar pennevrucht, dat overigens een bewerking van artikelen uit het tijdschrift “Het jonge kind” is, veel waardevolle aandachtspunten. Jammer genoeg is het taalgebruik niet eenvoudig. Het is goed merkbaar dat de auteur wijsgerig pedagoge is.

Het doet weldadig aan dat de schrijfster niet uitgaat van de goedheid van de mens („kinderen zijn geen engeltjes”). Ze waarschuwt opvoeders tegelijkertijd om negatief gedrag. Zoals treiteren en liegen, niet per se te willen uitroeien. Dit gedrag kan beter opgevat worden als een pedagogische uitdaging. Els Lodewijks hekelt de houding dat we van kinderen vanzelfsprekend eisen wat we als volwassenen zelf niet volbrengen. Dit mogen we ons inderdaad wel eens realiseren.

Blijft staan dat het God is Die ons Zijn wet gegeven heeft. Dat is de norm. Hij zal als onze Schepper en Rechter rekenschap vragen van ouders én kinderen. Die noties vinden we in dit boek niet.

N.a.v. “De morele opvoeding van het jonge kind”, door Els Lodewijks-Frenckens uitg. Nelissen, Baarn, 1995; ƒ 19,75.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1995

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Morele opvoeding is geen ”toetje”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1995

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's