Vlaming De Key bouwt in Haarlem
Aardige expositie over de architectuur der Hollandse Renaissance
Bouwmeesters uit de Gouden Eeuw en de daaraan voorafgaande periode zijn in ons land nóg bekend als ze hun werk maar in Amsterdam verrichtten. Hendrick de Keyser, Jacob van Campen of Jan van der Heyden zijn niet vergeten. Maar Lieven de Key, de uit Gent afkomstige protestantse ‘inwijkeling’, die jarenlang als stadsbouwmeester het uiterlijk van Haarlem mede bepaalde, deelde niet in die faam. Is de Renaissance niet meer ‘in’? Een boek en expositie over De Key in het 750 jaar oude Haarlem is niet overbodig.
In Historisch Museum Zuid-Kennemerland aan het Groot Heiligland, tegenover het vroegere Oude Mannenhuis, nu stijlvol onderdak van het Frans Halsmuseum, kan men genieten van de expositie ”Lieven de Key, Haarlems stadsbouwmeester”. Lieven, geboren in 1560 in de -een tijdlang rebelse, want calvinistische- stad Gent, leerde het vak van steenhouwer van zijn vader. Die was daar aannemer, al heette dat toen niet zo. De naam De Key (steen) bevat een aardige woordspeling op het beroep dat generaties lang in Lievens familie werd uitgeoefend. Als protestanten moesten Lievens ouders met hun gezin in 1584 Gent verlaten.
Tudor-gotiek
Ze trokken naar Engeland, waar Lieven in 1585 trouwde met de Gentse Kateleyne de Caluwe. Ze kregen daar drie kinderen. Lieven toonde er veel belangstelling voor de bouwstijl der Tudor-gotiek: een gotische boog met knikken erin, bekend van colleges en kapellen in Cambridge, Oxford en Windsor. Waar en hoe Lieven in Engeland werkte is niet bekend. Tegen 1590 is Lieven met zijn gezin in Haarlem. Eerst is hij er gewoon steenhouwer, die meewerkt aan de bouw van het huidige Proveniershuis aan de Grote Houtstraat, de vroegere Nieuwe of St. Jorisdoelen.
Toch zal hij geen 16e- of 17e-eeuwse bouwmeester van de late Gotiek worden, al dankt de stad vele Tudor-bogen aan hem. Het is de niet zo overdadige Hollandse Renaissance waarmee hij naam maakt. Al in 1593 is Lieven stadsbouwmeester en een tijdlang ”stadsfabriek”, zoiets als directeur van Openbare Werken. In die hoedanigheden ontwierp hij de beroemde Vleeshal aan de Grote Markt, nabij de St. Bavo en nu in gebruik als dependance voor moderne kunst van het Frans Halsmuseum. (In dit halcomplex vindt men ook de Kees Verweyzaal.)
Andere opmerkelijke bouwwerken van De Key zijn z’n toren van de Nieuwe Kerk (1613), de Zijlstraatvleugel van het Stadhuis aan de Markt (1620-’22) en een aantal woonhuizen. Zo’n twintig panden van De Key wijst men in Haarlem nog aan. Eén daarvan staat aan de Gedempte Oude Gracht 35, waarin de Haarlemse uitgever en importeur Schuyt & Co. zijn zaak drijft. Het is dus logisch dat Schuyt ook de uitgever is van het boek ”Lieven de Key, Haarlems stadsbouwmeester”. Dit werk over ”Een Vlaamse emigrant en zijn rijke nalatenschap” is geschreven door drs. Ad van der Blom en tijdens de afgelopen Open Monumentendag aangeboden aan mr. Pieter van Vollenhoven, de voorzitter van het Nationaal Restauratiefonds.
Leids stadhuis
Lieven de Key overleed in 1627 in Haarlem. Toch werkte hij niet alleen voor deze stad. Op de tentoonstelling is ook prominent een fraai bouwwerk elders van hem aanwezig: het stadhuis van Leiden, dat ook helemaal zijn stijl verraadt. En Utrecht gaf hij adviezen over verdedigingswerken en een sluis.
Haarlem bleef zijn voornaamste werkplek: fraaie trapgevels met natuurstenen versieringen, mooie poortjes, een paar grote gebouwen ook. Daarnaast zijn er diverse verbouwingen aan hem toegeschreven, onder meer van de St. Bavo. Soms is er onduidelijkheid. Het huidige Frans Halsmuseum is, met z’n voor De Key zo typerende trapgeveltjes, wel ten onrechte aan hem toegeschreven. Over zijn aandeel in de bouw van de Waag is de kunsthistorie het nog niet eens.
De belangrijke De Key raakte in vergetelheid, zoals dat ook met Frans Hals gebeurde. Pas in de late 19e eeuw ontstond er hernieuwde belangstelling voor de renaissance- bouwkunst en De Key. Zijn tijd- en stijlgenoot Hendrick de Keyser in Amsterdam werd gezien als de grootste renaissance-architect van ons land.
De expositie in Haarlem toont veel foto’s, schilderijen, prenten en originele bouwontwerpen van De Key. Ook het kasboek waarin hij als bouwer van de Vleeshal opduikt en verder loden pinakels, stenen gevelkoppen en -stenen, tekeningen van niet-gebouwde werken en gereedschap. Er is een videofilm over z’n werk te zien.
Leven en werk
Rond 1613 bouwde hij een renaissancetoren tegen de gotische St. Annakerk aan. Hiervoor in de plaats kwam later de door Jacob van Campen in classicistische stijl gebouwde Nieuwe Kerk. Kerk en toren bleven dus verschillen in stijl... Aardig is aan de Grote Markt het vroegere restaurant De Kroon, pal tegenover de Vleeshal. Het werd door J. W. F. Storm gebouwd in 1902, precies drie eeuwen na De Keys Vleeshal, en als eerbetoon aan de Vlaming geheel in zijn stijl. Ook elders vindt men in Haarlem die neorenaissance, zoals van Dyserinck aan het Spaarne (uit 1888) en in diverse woningen.
In het boek gaat Van der Blom in nog geen honderd pagina’s leven en werk van De Key na: wie was hij, wat was zijn werk en hoe is zijn erfenis? Het boekje bevat een catalogusdeel, met al zijn nog aan te wijzen gebouwen summier beschreven en rijk gefotografeerd. Voorts korte beschrijvingen van z’n niet-uitgevoerde en nu verdwenen werken, de eventueel nog aan hem toe te schrijven bouwwerken, een en ander over zijn werkplaats, een poging tot herwaardering en literatuuropgave.
Het ruim in kleur en zwart-wit geïllustreerde boek van 95 blz. is een uitgave van Schuyt & Co. in Haarlem en kost ƒ 39,50. Museum Zuid-Kennemerland. Groot Heiligland 47, is elke middag open, behalve op maandag. ”Lieven de Key” is nog te zien tot 22 oktober.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1995
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1995
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's