„Prof. Oosterhoff was een profetische geleerde"
Universiteit herdenkt overleden hoogleraar
APELDOORN - „Hij durfde van traditionele paden afstand te nemen, maar nooit uit lust tot polarisatie, en altijd met evangelische mildheid. Dankbaar zien we terug op wat God in prof. dr. B. J. Oosterhoff aan ons gaf. Ik hoop dat de sfeer van deze bijeenkomst getoonzet mag zijn door Psalm 89 vers één".
Dat zei prof. dr. J. W. Maris gistermorgen in Apeldoorn. Hij opende als rector van de Theologische Universi-teit de academische herdenking van professor Oosterhoff, die van 1954 tot 1987 hoogleraar Oude Testament was en in januari van dit jaar overleed. Onder de ruim 150 aanwezigen in de geheel gevulde aula van de universiteit waren ook familieleden van de overledene.
Prof dr. H. G. L. Peels, de opvolger van de overledene, sprak een her-denkingsrede uit met als titel: “Prof dr. B. J. Oosterhoff: een profetisch ge-leerde". Hij tekende diens betrokken-heid in allerlei onderzoeksprojecten. Vooral ook ging hij in op de positie-bepaling van prof Oosterhof ten op-zichte van de historischkritische we-tenschap.
„Terwijl voorheen aan de theologische opleiding te Apeldoorn meestentijds distantie tot de moderne bijbelwetenschap werd beklemtoond, opende Oosterhoff het gesprek met de beoefenaars ervan en leerde hij zijn studenten positiefkritisch om te gaan met de resultaten van de diverse onderzoeksmethoden", aldus prof Peels.
Onderscheid
De hoogleraar zei gisteren dat zijns inziens onderscheid gemaakt moet worden tusen een verwerpelijke.
schriftkritische wetenschap die zich boven de Bijbel stelt en met eigenzinnige criteria voor waarde en waarheid-de Schrift de maat meent te kunnen nemen, en anderzijds een legitieme kritische bestudering van de his; torische processen waarin, en de menselijke wijze waarop de Schrift tot stand kwam.
Dat betekent, aldus prof. Peels, dat prof Oosterhoff zich „enerzijds ver-zette tegen een wetenschapsbeoefe-ning die gekleurd wordt door het ge dachtengoed van het rationalisme, deïsme en historisme, maar dat hij tegelijk een open oog had voor de wen-selijkheid en noodzakelijkheid van eeriijk historisch onderzoek en voor de vele verworvenheden van twee eeuwen intensieve bestudering van het Oude Testament".
Verder stelde de hoogleraar dat prof Oosterhoff er nooit twijfel over liet bestaan dat hij „volop gerefor-meerd geleerde wilde zijn en dat hij ervan overtuigd was dat de Schrift het Woord Gods is, de openbaring van de levende God, het werk van de Heilige Geest; dat het Oude Testament niet maar een litterair vat is maar een geestelijke schat". Verder citeerde hij Oosterhoff, die zei dat vrijheid van exegese niet betekent dat de Schrift monddood gemaakt mag worden.
’Profetisch’
Overigens bleek prof. Oosterhoff een hartgrondige hekel te hebben aan „beklemmende denksystemen", zoals schriftkritische uitwassen enerzijds en de heerszucht van traditionalisme an-derzijds. Prof Peels noemde voorgan-ger Oosterhoff profetisch, onder ande-re waar het gaat om het „probleem van de relatie tussen christelijk (scheppings)geloof en de resultaten van de natuurwetenschap".
Prof. Oosterhoff citerend, zei prof Peels dat in Genesis 2 en 3 we goed moeten letten op de eigen wijze van geschiedschrijving, „hetgeen door de synode van Assen 1926 onvoldoende werd erkend toen ze de letterlijk en exact-historische uitleg tot de enig juiste verklaarde. Het gaat wel om historische feiten. Deze worden echter in symbolisch-profetische taal verhaald".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 maart 1996
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 maart 1996
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's