Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rituele moord naar Roemeense fantasie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rituele moord naar Roemeense fantasie

Het Roemeense blad Baricada voert antisemitisch bloedsprookje weer op

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

APELDOORN/PRAAG - Middeleeuws bijgeloof in de twintigste eeuw? Jawel, beweert en bewijst Roemenië-ejïpert Michael Shafir in het jongste nummer van Transition, een tweewekelijks magazine over het vroegere Oostblok. Eind vorig jaar dook de antisemitische mythe van de rituele moord (joden zouden niet-joodse kinderen doden om hun bloed te gebruiken voor hun ongezuurde paasbroden) weer op in de Roemeense pers. De aanleiding tot een internationaal schandaal.

Enkele jaren geleden al signaleerde de historicus Robert S. Wistrich voor het hele voormalige Oostblok „de herleving van oude vooroordelen, ingebed in de volksmentaliteit, zelfs op plaatsen waar nauwelijks joden zijn overgebleven”.

Overigens stimuleert juist die opvallende abstractheid van anti-joodse stereotiepen, aldus Wistrich, hun snelle aan- en toepassing op nieuwe situaties. Maar er moeten al met al grenzen zijn, oppert Shafir. Tegenwoordig kun je bijvoorbeeld toch niet meer de vulgaire leugen van de joodse rituele moord propageren?! De Roemeense realiteit leert anders.

In november 1995 herhaalde het in Boekarest gepubliceerde weekblad Baricada „die lasterlijke beschuldiging” (Shafir). Ze was sinds 1911, toen Mendel Beilis wegens dit vergrijp moest terechtstaan in het tsaristische Rusland, niet meer voorgekomen in Oost-Europa.

Constatering van Shafir: Postcommunistisch Roemenië, waar niet meer dan 9000 tot 14.000 joden zijn overgebleven van een gemeenschap van bijna 800.000 zielen (vóór de holocaust), is een klassiek voorbeeld van “antisemitisme zonder joden”. Bekend onderzoeksterrein voor hem, want in de afgelopen jaren wijdde hij verscheidene studies aan dit treurige actuele vraagstuk.

Aan openlijk antisemitische tijdschriften in het land van president Ion Iliescu geen gebrek: Romania mare. Politica, Europa, Miscarea, Puncte cardinale en Gazeta de vest. Echter, geen van hen verlaagde zich tot het niveau van Baricada van november ’95.

Babysmokkelaars

In het begin van die maand berichtten de onafhankelijke dagbladen Adevarul en Ziua dat de politie in de noordoostelijke stad lasi verscheidene leden van een bende babysmokkelaars had gearresteerd. Naar verluidt kochten de criminelen Roemeense zuigelingen op, brachten die vervolgens eerst de grens met Moldavië over om ze uiteindelijk voor groot geld van de hand te doen in Israël of westerse landen.

Volgens de persmeldingen maakten ten minste twee Israëli’s deel uit van de misdadigersbende. Een van hen, een vrouw, had tijdig de benen genomen. De andere, een zekere Mahmud Asadi, figureerde als een Palestijnse bekeerling tot het jodendom.

Anders dan het blad Adevarul was de krant Ziua uit op pure sensatie. Ze kopte dat Asadi de persoonlijke secretaris van de Israëlische premier Jitschak Rabin was geweest. Precies een paar etmalen eerder was de laatste onder de moordenaarshanden van Jigal Amir gevallen...

Het onafhankelijke weekblad Expres magazin deed er nog een schepje bovenop: Asadi werd gepromoveerd tot „de voormalige chef van Rabins lijfwachten”. „Gegeven het falen van dit corps om de premier te beschermen, maakte dit detail de story nog buitenissiger”, commentarieert Shafir.

Roemeense noch Israëlische bronnen bevestigden overigens al deze informatie over de smokkelbende. Ze was dan ook volstrekt ongeloofwaardig. Om één tegenargument te noemen: bekeerlingen tot het jodendom blijven doorgaans niet hun originele namen dragen, maar nemen Hebreeuwse aan. Mechachem of Dov bijvoorbeeld in plaats vap Mahmud.

„Het is bekend...”

Hoe dit zij, vervolgt de Roemeniëexpert, op 14 november ‘onthulde’ Baricada met vette drukletters „Ongedesemd brood van christelijk bloed”. Het magazine verleende daarmee de babyaffaire een dramatische spits.

Ongelukkig genoeg, zo luidde de teneur van het niet gesigneerde, korte artikel, kwam de ontdekking van de smokkelbende te laat. Het heette onwaarschijnlijk dat nog een van de ontvoerde kinderen in leven verkeerde.

Op grond van het feit dat de „ge- wenste” leeftijd van de baby’s tussen de zeven en twaalf maanden schommelde, stelde Baricada eenvoudig dat de jonge kinderen inmiddels verkocht waren voor orgaantransplantaties óf „voor hun bloed, want het is bekend dat joods ongezuurd brood vers, kosjer christelijk bloed vereist”.

En passant achtte de redactie van Baricada zich ontslagen van enige bewijsvoering omdat „de Mossad, Israels buitenlandse inlichtingendienst, de jacht van de joodse mafia op kosjer vlees pleegt te verheimelijken”.

Die aantijging durfde het notoir antisemitische blad Romania mare in elk geval niet aan. Het schamperde wel dat de Israëlische ambassade in de Roemeense hoofdstad de affaire waarschijnlijk „in de doofpot” zou stoppen. Eveneens repte Romania mare over „joodse slavenhandel in christelijke kinderen om hun lichaamsdelen aan ziekenhuizen te verkopen”.

Van de barricade

De berichtgeving van beide uitgaven wekt het vermoeden van een gemeenschappelijke informatiebron. Shafir traceert die via een interview in een ander Roemeens blad, Romania libera, met de politiecommissaris van lasi. De uitlatingen van deze man, generaal Costica Voicu, leiden het spoor naar hemzelf!

Hij gewaagde immers van professionele misdadigersbendes die „in li chaamsdelen handelden voor transplantaties”. Naar zijn zeggen maakte „de Europese Unie” zich ernstige zorgen over deze vorm van georganiseerde criminaliteit, ‘s Mans toevoeging was illustratief: „De tot dusver vergaarde informatie op basis van het gepleegde onderzoek vvettigde nog geen duidelijke conclusies”.

Een Roemeense chirurg van Hongaarse komaf sprak de (losse of loze) beweringen van de generaal finaal tegen. In een ingezonden brief aan het weekblad 22 betitelde hij de aantijgingen als „grenzend aan science fiction”. Dergelijke transplantaties waren naar zijn vaste overtuiging „in beschaafde landen” ondenkbaar. Met vooruitziende blik -de arts was nog onwetend van het artikel in Baricadawaarschuwde hij voor de heropvoering van het lasterlijke, antisemitische verhaal over het bloed van christelijke kinderen.

„Per vergissing”

Dankzij de rapportage van het Open Media Research Institute in Praag -de werkplek van Shafir- raakte dit jongste antisemitische schandaal in Roe menië internationaal bekend. Protesten volgden.

De adjunct-hoofdredacteur van Baricada, Horia Hariton, beloofde de lezers op 19 december niet te wijken voor deze druk: „Wij zullen op de barricades blijven”. Een paar dagen later distantieerde Boekarest zich bij monde van het departement van buitenlandse zaken uitdrukkelijk van „elke antisemitische of xenofobe manifestatie”.

Na die officiële verklaring ging ook Baricada door de knieën... Hariton preekte haastig „tolerantie in het VNJaar van de tolerantie”. Het gewraakte artikel was „per vergissing” helaas aan zijn aandacht ontglipt. Een tevergeefse knieval achteraf, want de eigenaar van Baricada kondigde in hetzelfde nummer van 26 december het ontslag van de adjunct-hoofdredacteur en de scribent van het smaadartikel aan.

Halverwege januari ‘96 kwam deze Eduard Victor Gugui op de zaak terug. Zijn partij, de Roemeense Ecologische Beweging, moest niets hebben van vreemdelingenhaat en antisemitisme. Die beleden onschuld overtuigde niet. Zij stond immers op zeer gespannen voet met Gugui’s lange reputatie van notoire antisemiet. En ook de politieke manoeuvres van de Roemeense Ecologische Beweging -bondgenootschappen met dubieuze, racistische partners- zijn allesbehalve loepzuiver, betoogt Shafir.

Bladen zoals Baricade bevlekken het nationale en intemationale blazoen van Boekarest. Idem gelijkgezinde persmagnaten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 maart 1996

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Rituele moord naar Roemeense fantasie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 maart 1996

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's