Huisgemeente in Terneuzen gesticht

Vier a vijf keer per week gaat Tollenaar (23) voor. In De Zilk (in de buurt van Lisse), Temeuzen en Sommelsdijk. „Daar woont”, zegt hij, „mijn geestelijke moeder”. Zijn volgelingen stellen hun woning ter beschikking. Dit verklaart de naam “oud gereformeerde huisgemeente”. „Oud gereformeerd” heeft niets te maken met het kerkverband dat ook zo heet. „De naam is geen lokkertje om onze aanhang te vergroten”, verzekert Tollenaar, „maar een aanwijzing welke leer wij aanhangen. Het gaat om de oude gereformeerde leer van de rechtvaardigmaking door het geloof’. J. L.

Wisse, ouderiing van de gereformeerde gemeente in Nederland te Temeuzen, heeft niets gemerkt van de oprichting van de huisgemeente. „ 3ehalve enkele familieleden ken ik geen volgelingen. De tijd zal leren of de ‘gemeente’ bestaansrecht heeft”.

Te scherp

Op zijn vierde jaar las Tollenaar al oudvaders. „Ik kwam graag onder Gods volk. Pas later ontdekte ik dat dit de vruchten waren van mijn wedergeboorte én rechtvaardigmaking. Waht beide weldaden vallen samen. Onder de prediking die ik van jongsaf hoorde, ben ik wel gesticht. Maar mede door het onderwijs van mijn geestelijke moeder werd mij steeds duidelijker dat alle kerken dwalen in het stuk van de rechtvaardigmaking. Er zijn nog wel kinderen Gods, hoor. Maar ook zij missen het rechte zicht op deze weldaad”.

In oktober 1993 maakte hij zijn opvattingen aan de kerkenraad bekend. „Vele gesprekken hebben we gevoerd. Er ontstond geen ruzie, maar de kloof werd wel steeds dieper. Ze vonden mij te scherp. Met ds. Mallan heb ik nog een briefwisseling gevoerd. Maar niemand begrijpt me meer. Er ligt een sluier over Gods volk in Nederiand. Gods recht wordt vertrapt. Toch zal er eei) opleving komen. De Heere zal met Zijn noordenwind eens alle nevels wegblazen. Hij zal ook met Zijn oordelen komen. Heel Temeuzen praat over mijn gemeente en belastert me zelfs. Maar dat zal Temeuzen weten. God zal het kwaad bezoeken”.

’Thuislezer’

Uiteindelijk zegde Tollenaar zijn lidmaatschap op en werd ‘thuislezer’. Dit jaar kon hij, zo zegt hij, zijn roeping tot het ambt niet langer verbergen. Er was echter niemand om hem te bevestigen. Tollenaar: „Ik zal precies vertellen hoe ik tot wettig voorganger bevestigd ben. Ik zeg het met eerbied hoor, maar omdat er niemand was, schoot alleen de Heere over. Hij sprak tot mij de woorden uit 1 Samuel 3 vers 20: En gans Israël, van Dan tot Berséba toe, bekende dat Samuel bevestigd was tot een profeet des Heeren”.

De voorganger nam ontslag in verpleegtehuis Ter Schorre in Temeuzen en bereidde zich voor op het werk waartoe hij zich al vanaf de kinderjaren afgezonderd wist. Zes weken geleden hield hij de eerste dienst in zijn woonhuis. Het gehoor van de jonge voorganger bestaat uit een handvol volgelingen. Daarnaast krijgen er nog zo’n twintig belangstellenden geregeld een rondzendbrief

Tollenaar: „Sinds ik mijn werk heb opgezegd, leef ik uit Gods hand. Dit wordt wel beproefd. Zo was ons huis nodig aan een opknapbeurt toe. De buurman wilde het wel schilderen voor 200 gulden. Diezelfde avond lag er een envelop van een onbekende in de brievenbus. Er’ zat 210 gulden in. Dit heb ik mogen ervaren als een goedkeuring van ‘s hemelswege. De mag blijkbaar in de studeerkamer mijn preken voorbereiden en mijn buurman geeft het huis een beurt”.

Geen scheuren

Hoewel de gemeente klein is, heeft voorganger Tollenaar geen vrijmoedigheid om nieuwe leden binnen te halen. „Ik wil geen scheuren veroorzaken. Het hoeft ook niet. De Heere heeft mij geroepen en zal wel voor een gemeente zorgen”. Desondanks liet Tollenaar in de krant van afgelopen zaterdag een advertentie plaatsen waarin hij twee dankdagdiensten in De Zilk aankondigt. Tollenaar: „Dit deed ik alleen omdat ik erom gevraagd werd. Dan zie ik zoiets als een aanwijzing. Het geld voor de adver tentie had ik allang gekregen. De hoef er dus niets aan te doen”.

Nieuwe leden zijn welkom. „Als zij tenminste niet verzekerd zijn. De kerken waarschuwen soms nog tegen verzekeringen, maar niemand treedt ertegen op. Toch kan er door één Achan een ban over de hele gemeente komen”.

Van der Groe

In de tijd dat Tollenaar zijn lidmaatschap opzegde, heeft de kerkenraad veel met hem gesproken. Wisse: „Hij wil de lijn van Van der Groe vasthouden. In werkelijkheid legt hij enkele zinsneden aan al de werken van deze oudvader op. Van de brieven die Van der Groe schreef, wil de voorganger weinig weten. Die passen niet in zijn denkwereld. Hij beroept zich zelfs op remonstranten ter verdediging van zijn standpunt”.

Wisse is bang dat een eenzijdige uitleg van Van der Groe de troost voor Gods kinderen wegneemt. „In Christus heeft God de uitverkorenen van eeuwigheid als rechtvaardig aangezien. Ook een bekommerd mens, die niet verzekerd is van de vergeving van zonden in en door Christus, mag wel eens blikken in de borgstelling van eeuwigheid. Tollenaar weet hiermee geen raad. En dit is in zijn denkwereld ook logisch, omdat hij door het ontkennen van de rechtvaardigmaking van eeuwigheid in feite de uitverkiezing van de gevallen zondaar in Christus loochent”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen