„Ik verdien het op die belt te liggen”
Verdachte van moord op Robin Bogers vertelt verbijsterend verhaal
BREDA - Trudy liet de slaapkamerdeur openstaan om beter te kunnen horen of haar buurmeisje Robin Bogers aan de brievenbus zou klepperen. Maar het geluid bleef die middag uit De 3-jarige kleuter kwam niet, zou nooit meer komen. Trudy had haar kort daarvoor vermoord, in een vuilniszak gedaan en in de bruine container gegooid.
„Ik verdien het op die vuilnisbelt te liggen”, huilde Trudy J. (28) bij de politie. De zeer gedetailleerde bekentenis hoe het kleine buurmeisje aan haar einde was gekomen, werd door de politie op video opgenomen. Op een grootbeeld bij de rechtbank in Breda was gisteren alles te zien, inclusief een later gemaakte reconstructie. Het werd een ongewone middag met verbijsterende beelden.
De verdwijning van Robin Bogers hield aanvankelijk Breda en omgeving en later het hele land bezig. Er werd geen spoor van het kind gevonden. Voor het laatst was zij woensdagmiddag 24 april 1996 bij overbuurvrouw Trudy op bezoek geweest, zoals ze wel vaker deed. Ze ging, aldus Trudy, even naar huis om een portemonneetje te halen en verdween van de aardbodem.
Vriendin
Op 2 mei werd Trudy J. gearresteerd. In de maanden daarna legde zij in totaal dertien afwijkende verklaringen af. Daarin beschuldigde ze diverse mensen van betrokkenheid bij de ontvoering en verdwijning van Robin Bogers. Een aantal beschuldigden bracht maanden in de cel door, onder wie de beste vriendin van Trudy.
Ook kwam ze met het verhaal dat haar ex-vriend Ad K. het overbuurmeisje had ontvoerd en naar een adres in Dorst had gebracht. Daar zouden kinderpornofoto’s zijn gemaakt. Maar op een of andere manier was het „fout gelopen” en kwam het dode lichaam van Robin op de vuilnisbelt terecht.
Gisteren zei Ad K. bij de rechtbank herhaalde malen dat hij „niets” met de verdwijning had te maken en „onschuldig” was. Dat hij op de eerste dag na de verdwijning van Robin wist te melden dat er een schoentje van het kind op een vuilnisbelt zou worden gevonden, typeerde K. als „een aanvoeling”. Dat hij bij zijn baas twee dagen vrij vroeg vanwege „de ontvoering” van Robin, terwijl het meisje „zoek was”, deed hij „omdat het door mijn hoofd spookte”.
Op 12 augustus komt Trudy met „de enige echte verklaring”. Zij en niemand anders had Robin Bogers door verstikking om het leven gebracht. Het kind had bij haar thuis pannenkoeken gegeten en zat op de bank met flippo’s te spelen. Toen Trudy bij haar kwam zitten, begon Robin over Nicky, het evenoude zoontje van Trudy, dat enkele maanden daarvoor aan een hersenafwijking was overleden. Of Nicky stout was geweest, vroeg de kleuter. „Nee, Nicky was lief”, antwoordde Trudy, „Nicky is naar de hemel”.
Stuk vuil
Wat er daarna op de bank is gebeurd, weet Trudy niet meer. Ze had naar eigen zeggen een black-out van tien minuten. Uiteindelijk verdween het lichaam van Robin in een grijze vuilniszak. Trudy stopte de zak in de container die achter bij het schuurtje stond. Als verdoofd zat ze bij de bank tot haar eigen baby begon te huilen. Op de slaapkamer liet ze de deur openstaan om te horen of Robin aan de brievenbus klepperde. „Ik had het besef niet wat er die middag was gebeurd”. Ze belde zelfs nog met de moeder van Robin om te vragen of het meisje nog met het portemonneetje terugkwam. Omdat het kind spoorloos was, werd een zoekactie op touw gezet.
Trudy kwam weer bij haar „positieven” toen vrijdagmorgen de vuilniswagen langsreed en ze de bruine container van de stoep haalde. „De bleef tien minuten stokstijf staan: Wat heb ik gedaan?” Tegenover de politie repte ze van een anoniem telefoontje van een man die zei dat het meisje in de vuilniswagen lag. „Ik wilde dat het lichaampje gevonden werd, zonder de verdenking op mij te laden”.
Tot twee keer toe doorzocht de politie begin mei een regionale vuilstortplaats in Zevenbergen. In totaal 50 ton vuil werd doorgespit met als resultaat een schoentje met een deel van het voetje. DNA-onderzoek wees uit dat het voetje van Robin Bogers was.
Last
De politiemensen die de bekennende verklaring van Trudy opnamen, beschrijven het „alsof er een last van haar afviel”. Bij de rechtbank gisteren beweerde de vrouw echter dat de complete verklaring „onjuist” zou zijn. „Ik vertelde wat de politie graag wilde”. Op aanvullende vragen van de rechters beriep Trudy J. zich op haar zwijgrecht.
Hoewel ze vijf weken doorbracht in het Pieter Baancentrum in Utrecht, is er niet veel bekend over de persoon van Trudy J. Ze weigerde mee te werken aan een onderzoek door gedragskundigen.
Tijdens een twee en een half uur durende reconstructie van wat er die bewuste woensdagmiddag bij Trudy thuis is voorgevallen, wilde ze aan vankelijk de pop die Robin moest voorstellen (groen-geel shirtje, blauwe broek en sportschoenen) niet in de vuilniszak doen. Op de videobeelden zegt ze: „Het is toch wel het smerigste wat je kunt doen om je kind als een stuk vuil weg te gooien”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 februari 1997
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 februari 1997
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's