Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Utrecht is altijd gewaarschuwd voor illegale stort Put van Weber”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Utrecht is altijd gewaarschuwd voor illegale stort Put van Weber”

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

IJSSELSTEIN - Vier dikke ordners vormen het dossier Put van Weber. In 1967 begon de nu 63-jarige L. van Woudenberg uit IJsselstein met het verzamelen van gegevens over de omstreden stort locatie. Dertig jaar lang zag hij met eigen eigen ogen wat er misging. De verantwoordelijke instanties wilden niet luisteren of deden weinig. Tot in juni vorig jaar het milieu schandaal zijn voorlopig hoogtepunt bereikte en water recreatie voorlopig verboden werd.

De Nedereindse Plas tussen Nieuwegein en IJsselstein kent een lange historie. De ontgronding van de Put van Weber dateert uit de jaren dertig. In 1960 had de plas een oppervlakte van 4 hectare. De firma Weber diende in 1964 een aanvraag in voor uitbreiding van de ontgrondingsput. Omdat de provincie bang was dat er een te grote plas zou ontstaan, zonder duidelijk nut, kreeg Weber de opdracht het nieuwe stuk te dempen met bouw- en sloopafval.

Hoewel er nooit huisvuil en chemische afvalstoffen gedumpt mochten worden, veranderde de samenstelling van het afval vooral in de jaren tachtig. Steeds vaker werden bedrijfsafvalstoffen en verontreinigde grond uit bodemsaneringen aangeboden. Incidenteel werd daar door de provincie toestemming voor gegeven. Het storten in water werd in 1988 stopgezet. Op het land ging dat door tot 1993.

Al vanaf de jaren tachtig werd steeds meer toegewerkt naar de recreatieve ontwikkeling van het terrein. In 1990 gaven Gedeputeerde Staten officieel toestemming om in de plas te surfen en te zwemmen, tegen het advies van het Wageningse onderzoeksbureau Staring in. Ook de milieu-inspectie keurde dat af Beide instanties waren bang dat stoffen op de bodem van de plas op den duur de water kwaliteit negatief zouden beïnvloeden. Ook obstakels in de put kunnen voor een onveilige situatie zorgen.

Illegaal

Omwonenden hebben jarenlang geklaagd over illegale stort. Vooral ’s nachts zou die plaatsvinden. Massale- sterfte van vis en stankoverlast was het gevolg. Steeds werd er door de bewonerscommissie van de IJsselsteinse wijk geklaagd bij de verantwoordelijke overheden: Justitie, provincie en gemeente Nieuwegein. Met die bezwaren gebeurde weinig. Om die reden werd in 1989 de Stichting Metis en Milieu in het leven geroepen. Die behaalde in juni 1996 haar eerste grote succes. Zwemmen en surfen in de put bleek na onderzoek te gevaarlijk: water recreatie werd voorlopig verboden. Eind vorige maand werd de openstelling van het water door de provincie opnieuw uitgesteld.

Vanaf 1967 heeft de IJsselsteiner Van Woudenberg, nu vrijwilliger bij de stichting, de ontwikkelingen op en rond de Put van Weber nauwlettend in de gaten gehouden. Hij was jachtopziener en kwam uit hoofde van zijn functie regelmatig op het terrein van Weber. Vanuit zijn flat kon hij met zijn verrekijker bovendien goed in de gaten houden wat er ’s nachts gebeurde. Een inspectie de volgende dag bewees vaak zijn vermoedens dat er illegaal materialen in het water gedumpt werden. Inspecties van diverse duikteams vorig jaar hebben die verdenkingen bevestigd.

Foto’s

Woudenberg maakte steeds foto’s. Ook van de massale vissterfte in 1972. „Ik heb toen gebeld naar de provincie en de veldbrigade ingeschakeld. Volgens de provincie was die dode vis het gevolg van zuurstofgebrek. Maar zo plotseling? Dat kan niet. Het is een diepe put en zelfs paling kwam bovendrijven. Een ander voorbeeld. In 1994, toen er dus niet meer gestort mocht worden, stikte het er van de kleine vis. In 1995 en vorig jaar zat er opeens niets meer”.

De firma Weber stelde het speurwerk van de IJsselteiner niet altijd op prijs. „In ’82 ben ik weggejaagd door een man die er nu nog werkt. Ze waren op dat moment bezig met de stort van afval in het water. Je hebt hier niets te zoeken, schreeuwde hij. Op dat moment zag ik een grote partij cilinders liggen. Ik heb dat aan Justitie doorgeven, maar er nooit meer wat van gehoord”.

Vorig jaar vonden duikers van tie genie vaten met chemicaliën in het water. „Die zijn vooral ’s nachts gestort”, verzekert Van Woudenberg. „Ik weet dat van getuigen die daar op dat moment aan het vissen waren”. Naast de vaten werd er ook huisvuil en ziekenhuis afval aangetroffen: materiaal waarvoor nooit een stortvergunning is afgegeven.

Waarschuwing

„De provincie is van alle kanten gewaarschuwd dat het mis zou gaan met de plas. Desondanks zijn ze akkoord gegaan met het inrichten tot een volwaardig recreatieterrein. Onze opmerkingen en adviezen van deskundigen zijn jarenlang in de wind geslagen. Het zwemmersstrand werd notabene al aangelegd toen er nog volop gestort werd in het water. De problemen zijn nog lang niet voorbij. Probeer de mensen straks maar eens uit het water te houden”.

De controleur van de Stichting Mens en Milieu volgt iedere vergadering van de provinciale onderzoekscommissie. Die bekijkt of er bestuurlijke fouten zijn gemaakt in de besluitvorming van de provincie rond de Nedereindse Plas. Voor Van Woudenberg is dat al lang geen vraag meer. „Als je de stukken leest, wordt duidelijk dat Gedeputeerde Staten tegen beter weten in besluiten hebben genomen ten gunste van water recreatie”.

Verder is hij bang dat vooral de afgevaardigden van de college partijen in de onderzoekscommissie, zullen proberen het eindrapport te beïnvloeden. Hun gedeputeerden zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de gang van zaken. Zo vraagt Van Woudenberg zich bijvoorbeeld af waarom de commissieleden niet nader zijn ingegaan op de 107 inspecties die de provincie tussen 1989 en 1993 heeft uitgevoerd bij de put. „In de praktijk zijn dat er maar twee per maand. Veel te weinig. Maar ik vraag me af wat ze hebben ontdekt en gesignaleerd. Niemand die daar vragen over stelt”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

„Utrecht is altijd gewaarschuwd voor illegale stort Put van Weber”

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's