Berken in roemrijke Berckepoort
Dordrecht rondt restauratie van monument in stadshart dit najaar af
DORDRECHT - Een groot groen scherm ontneemt de wandelaar in de Nieuwstraat het zicht op de Berckepoort in Dordrecht. Alleen door een opening aan de kant van de Hofstraat kan een nieuwsgierige blik geworpen worden op het werk aan de restauratie van dit grootse monument in het hart van de stad.
Waar ooit Willem van Oranje heeft rondgestapt, klinkt nu het geluid van drilboren en elektrische zagen. Toch vordert de restauratie volgens plan en zal het enorme complex, inclusief enkele erbij getrokken panden aan de Voorstraat, over een halfjaar worden opgeleverd.
Na een rondleiding van een halfuur door het kolossale pand, voorzichtig stappend op loopplanken om de schoenen schoon te houden, stapels bouwmaterialen ontwijkend, af en toe de handen voor de oren houdend waar werklieden met groot kabaal de ruwe muur bewerken, staan we ineens in een vertrek met mooi wit gestuukte muren. „Deze kamer is met voorrang behandeld”, zegt R. Krooshof, coördinator monumentenzorg van de gemeente. „Dit vertrek moet in april klaar zijn; want dan kan de restauratie van het plafond beginnen”.
Parel
Dat plafond moet de parel in de kroon van de restauratie van de Berckepoort worden. Groot was de opwinding toen eind 1995, bij de voorbereiding van de restauratie, restanten van een gestuukt lemen plafond werden gevonden. Onderzoekers stelden vast dat dit het oudste in Zijn soort was dat ooit in Nederland is gemaakt en bewaard is gebleven. Waarschijnlijk is het aangebracht omstreeks 1570, toen Matthijs Berck, een wijnkoper van groot aanzien, het pand ingrijpend liet verbouwen.
Krooshof: „Op de balkenlagen werden rachels geslagen. In de ruimte ertussen bracht men een papje van leem en stro aan. Daar drukte men met stempels versieringen in”. Die techniek was in de ons omringende landen in de zestiende eeuw al wel bekend, maar in Nederland niet.
Bij dit gestuukte plafond moet men niet denken aan de plafonds waarmee stijlkamers uit de negentiende eeuw werden gedecoreerd, inclusief ornamenten met engelmotieven. Krooshof: „Dit is geen groot egaal vlak, maar ziet eruit als een balkenplafond, maar dan een waarvan de balken met een laagje stucwerk zijn versierd”.
Er is lang gezocht naar een bedrijf dat een dergelijk unieke restauratieklus kon uitvoeren. „Uiteindelijk zijn we in België beland”, aldus Krooshof. „Onder leiding van architect Lode de Klercq gaan restaurateurs in april aan de slag”. Vijf maanden hebben ze nodig om hun bijzondere klus te klaren.
Om te voorkomen dat het bijzondere plafond zou lijden onder het geweld van al het gezaag en getimmer dat de Berckepoort gedurende anderhalf jaar ondergaat, is bij het begin van de restauratie het balkenplafond ingepakt. „Er zijn stroken katoen omheen gewikkeld”, wijst Krooshof aan. „En bovendien hebben we op de verdieping erboven een zwevende vloer aangebracht, zodat we een buffer hebben gecreëerd tussen de balkenlaag en de vloer erboven”.
Het zeldzame plafond siert straks de kamer van de directeur van de Stichting Culturele Educatie, de instelling die de Berckepoort betrekt als de werklieden zijn vertrokken. „Maar iedereen zal het kunnen zien, want er komt een glazen wand tussen de gang en dit vertrek”, aldus Krooshof.
Augustijnenkerk
Krooshof vvas zijn rondleiding begonnen op de Voorstraat In wat kortgeleden nog een speciaalzaak in elektronica was, even voorbij de Augustijnenkerk, komt straks de hoofdingang van een complex dat de binnenstad van Dordrecht nog levendiger moet maken. „Van hieruit kun je straks naar een klein theaterzaaltje op de eerste verdieping, je kunt linksaf binnendoor naar de Augustijnenkerk en als je hier naar beneden gaat kom je in de eigenlijke Berckepoort uit”.
Omdat het trapgat nog slechts een gat is, gaat de afdaling via een modderige omweg, maar uiteindelijk staan we in een langgerekt donker gewelf. „Dit was ooit de opslagplaats van wijn van Berck”, vertelt Krooshof. „En hiernaast ligt zo’n zelfde ruimte”.
De wijde, gebogen ruimte strekt zich enkele tientallen meters voor ons uit hier en daar valt er van links wat licht binnen door een ook al gebogen venster. „Dit wordt de gang naar het centrale trappenhuis en de lift. Van daaruit kan de bezoeker naar de leslokalen op de tussenverdieping en de zolder”.
Krooshof zegt blij te zijn dat de gewelven in hun oorspronkelijke staat behouden konden worden. „We waren bang dat ze te zeer beschadigd waren door allerlei steunmuren en andere constructies die in de loop der eeuwen waren aangebracht om verbouwingen op de bovengelegen verdiepingen te stutten. Maar die waren niet altijd afdoende en daarom zijn de gewelven beschadigd en verzakt. Gelukkig was het mogelijk om veel scheuren met een speciaal middel te injecteren, zodat je bijna overal nog tegen de originele stenen uit het eind van de zestiende eeuw aankijkt”.
Spiltrap
In wat het trappenhuis moet worden, is een lift aangebracht maar die doet nog geen dienst. Alle werklieden maken gebruik van de middeleeuwse spiltrap. De treden daarvan zijn ook ingepakt. „Niet zozeer om ze te beschermen, als wel omdat ze scheef staan. De trap is scheefgezakt en moet rechtgezet worden”.
Die spiltrap was in de jaren tachtig inzet van een meningsverschil tussen Bond Heemschut en de gemeente. De bond was furieus toen bleek dat de gemeente de spiltrap wilde slopen en dwarsboomde die eerste plannen. Het beroep dat Heemschut aantekende, leidde uiteindelijk tot bijstelling van het plan. Krooshof: „Heemschut is lastig geweest, maar het heeft zijn nut gehad. Natuurlijk ben ik ook blij dat de trap behouden is gebleven”.
Op de tussenverdieping en de zolder is het beeld eender: grote kale ruimtes, met een wirwar van leidingen over de vloeren en langs de muren en overal werkende mensen. „Hier komen de leslokalen voor grafische vormgeving, beeldhouwen, edelsmeden, fotografie. Het ziet er nog uit als een puinhoop, maar in feite is er al veel klaar. Er moeten nog wat tussenmuren worden gezet, maar als dan de stukadoors en de schilders zijn geweest schiet het hard op”.
Die indruk wekt het niet als we op zolder lopen: hier en daar kun je de lucht zien. „We zijn bezig het dakbeschot te vervangen”. Een deel van de dakconstructie en het beschot van het zadeldak met twee kappen stamt nog uit de tijd van Berck. „Maar stukken van het beschot zijn twintig jaar geleden bij een noodreparatie vervangen door spaanplaat. Dat gaat er nu weer uit en wordt vervangen door berken”. Berken? Is dat opzet? „Nee”, lacht Krooshof. „Dat is puur toeval”.
Gevel
Weer buiten wijst Krooshof ten slotte op de problemen die de gevel oplevert. „Op regelmatige afstand loopt tussen de gewone gevelsteentjes een band van bredere natuursteen. Sommige daarvan zijn van mergel, andere van zandsteen. Enkele zijn zo sterk verweerd, dat ze vernieuwd zouden moeten worden. Maar de stukken zandsteen kunnen we niet vervangen. Een of ander bouwbesluit verbiedt het verwerken van zandsteen. Wie met zandsteen werkt, loopt grote kans stoflongen te krijgen”.
In plaats van naar zandsteen wordt daarom teruggegrepen naar Franse kalksteen. Terwijl Krooshof dit, met de bouwhelm nog op, vertelt en af en toe wijst naar stukjes gevel die door openingen in het groene gordijn zichtbaar zijn, kijken voorbijgangers stiekem mee. Een enkeling blijft even staan. „Wanneer gaat die vitrage weg?” „Nog voor de zomer”, antwoordt Krooshof. Dan zal een van Dordts opvallendste monumenten er aan de buitenkant weer als vanouds uitzien. „Maar de afwerking binnen zal pas in oktober klaar zijn”, tempert hij al te hoge verwachtingen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's