Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedachtengoed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedachtengoed

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Seizoenen

Vorige week werd in ons land de jaarlijkse biddag gehouden. Waar elders in de gereformeerde gezindte de bid- en dankdagen veelal op de achtergrond zijn geraakt, ligt dat in bevindelijk gereformeerde kring duidelijk anders. Het kerkbezoek is doorgaans niet minder dan op zondag, ook al moeten velen daar speciaal vrij voor nemen.

Met deze biddag voor gewas (en arbeid) wordt terecht beklemtoond dat een mens in zijn arbeid, zowel in als buiten de agrarische sector, afhankelijk is van Gods onmisbare zegen. Toch valt het niet te ontkennen dat door allerlei verschuivingen in het maatschappelijk leven de bid- en dankdagen los zijn komen te staan van de jaarcyclus zoals die voor de meeste mensen geldt.

Arbeidsseizoen

In het verleden viel de biddag zo ongeveer samen met het begin van het arbeidsseizoen. Met de dankdag was het werk op het land in principe afgesloten. Het overgrote deel van de mensen was immers werkzaam in het boerenbedrijf en ook de rest van de bevolking was daar veelal nauw mee verbonden. In een vissersplaats als Urk, waar het agrarische seizoensritme niet aan de orde was, hanteerde en hanteert men dan ook afwijkende data voor biddag (februari) en dankdag (december).

Nu omvat de bevindelijk gereformeerde kring altijd nog relatief veel agrariërs. Toch zijn er maar weinig gemeenten meer waar het merendeel van de kerkgangers werkzaam is op de boerderij. En dat aantal neemt alleen nog maar af. Bovendien is de agrarische sector ook veel meer een continubedrijf geworden. Alleen voor de akkerbouw en de fruitteelt is het oude seizoenspatroon nog in hoge mate relevant.

Dat betekent dat voor het overgrote deel van de kerkgangers de bid- en dankdagen tamelijk los zijn komen te staan van hun arbeidsleven. Dat is jammer. Want al noemt de dominee in zijn gebed of in zijn preek ook allerlei andere bedrijfstakken, meestal hebben die met het oude seizoenspatroon niets te maken.

Andere patronen

Twee andere jaarpatronen zijn daarvoor in de plaats gekomen of zijn voor ons in ieder geval een stuk belangrijker geworden. Dat zijn het kalenderjaar en de september-junicyclus.

Het is aannemelijk dat het kalenderjaar voor ons een belangrijker indelingscriterium is dan dat twee of drie eeuwen geleden het geval was. Dat hangt samen met de toenemende betekenis van bedrijfsboekhoudingen en overheidsmaatregelen.

Vaak is het zo dat bepaalde investeringen en betalingen om fiscale redenen nog in het oude jaar gedaan moeten worden of dat het juist handiger is om ze naar het volgende jaar te verschuiven. Niet voor niets is het met de jaarwissehng voor de banken altijd een topdrukte. Allerlei belastingmaatregelen gaan ook vaak per 1 januari in en datzelfde geldt van de nieuwe uitkeringsbedragen.

Daarnaast is het zo dat de zomermaanden in toenemende mate een doorbreking vormen van tal van activiteiten. Juli en augustus waren voor de boer vanouds maanden waarin hard gewerkt moest worden. Al was het nog zo warm, de oogst moest worden binnen gehaald.

Thans staan juist in de zomermaanden vanwege de vakanties tal van activiteiten op een laag pitje of liggen ze helemaal stil (bouw, onderwijs). Dat geldt ook van veel kerkelijke activiteiten.

September en juni

Eigenlijk zou het in onze maatschappij voor de hand liggend zijn om de biddag begin september en de dankdag eind juni te houden. Dat sluit het beste aan bij het werkritme van het overgrote deel van de kerkmensen. Ook de meeste kerkelijke activiteiten (catechisatie, huisbezoek, bijbellezingen, verenigingen) beginnen na de zomer weer opnieuw. En niet te vergeten het onderwijs. Eind augustus/begin september hebben veel meer mensen het besef dat een nieuw werkseizoen (een nieuw schooljaar c.q. verenigingsjaar) voor hen ligt dan dat in maart het geval is.

Iets wat al in die richting wijst zijn de officiële openingen van het schooljaar en bijeenkomsten ter opening van het catechisatie- en verenigingsseizoen. Zoals het ook in het licht van het bovenstaande niet toevallig is dat de oudejaarsdiensten in het kerkelijk leven belangrijker zijn geworden. In de 17e eeuw kende men die niet of nauwelijks.

Nu is het uiteraard niet zo gemakkelijk om de datum van de bid- en dankdagen te verschuiven, als men dat al wenselijk zou vinden. Ook op dit punt zal het niet eenvoudig zijn in de gereformeerde gezindte een bepaalde consensus te vinden. Met de biddag in het voorjaar en de dankdag in het najaar is men nu eenmaal vertrouwd. Je weet watje hebt en je moet maar afwachten watje (ook qua kerkbezoek) krijgt.

Bovendien is er altijd nog een niet te verwaarlozen agrarische minderheid voor wie de oude seizoensindeling realiteit is gebleven. Maar dat hier een probleem ligt, kan niemand ontkennen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Gedachtengoed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's