Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij een afscheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij een afscheid

4 minuten leestijd

Op een school wordt afscheid genomen van de man (of de vrouw) die het werk neerlegt. Hij verlaat de dienst door pensionering of door gebruik te maken van de gelegenheid om vervroegd uit te treden. Het komt ook voor in de kerk. Daar wordt meestal het woord emeritering gebruikt. Dat is ook bij kerkelijke opleidingen het geval. Daarnaast zijn er het bedrijfsleven en de zorgsector.

Het is gepast dat er met een enkel woord dank gebracht wordt aan hem of haar die vertrekt. Soms is dat een moeilijke opdracht. Het dankwoord heeft immers altijd iets van een terugblik en een karakterisering. Het gaat om een woord van waardering.

Mensen zijn heel verschillend. De een is vriendelijk in de omgang, de ander moeilijk. De een straalt wat uit. Dat doet goed. Het werkt aanstekelijk. Van de ander gaat niet zo veel uit. Hoewel hij in zichzelf geen onaangenaam mens is, kan men toch niet zeggen dat het een plezier was om met hem samen te werken.

Hoe moet dat dan bij een afscheid? Neem nu het vertrek van een predikant uit een gemeente. De een ziet men met droefheid vertrekken. Zijn pastorale hart kwam in zijn preken naar voren. Hij preekte bewogen, meelevend en ernstig. Hij trachtte aan het Evangelie en aan de mensen recht te doen.

Een andere predikant laat een heel andere herinnering na. Eigenlijk vindt de gemeente het niet erg dat hij vertrekt. Hij maakte wel werk van zijn preken, maar raakte zelden het hart van de mensen. De gemeente kende de dominee niet echt. Zij vroeg zich af, of de dominee de gemeente wel echt kende. Voor dominee zou men in bovenstaande zinnen ook een ander beroep kunnen invullen: leerkracht, hoogleraar, medewerker of directeur.

De vraag blijft dezelfde, namelijk: Wat zal degene die officieel een woord van dank bij het afscheid moet spreken, zeggen?

Spontaan

Er zijn situaties waarin dat niet zo moeilijk is. De spreker kan spontaan verwoorden wat er in zijn hart leeft als herinnering aan de vertrekkende persoon. In die woorden wordt de dank op een plezierige wijze gecombineerd met een typering van een waardering voor degene die gaat.

Maar wat als er bij de spreker zelf vragen leven? Ik zou het niet verkeerd vinden als hij dan eens met enkele vertrouwde mensen uit zijn omgeving over zijn moeiten sprak, bijvoorbeeld met een of twee mede-ouderlingen of met een collega uit de schoolleiding. Hoe moet het dan? In de gelijkenis van de talenten wordt tot de dienstknecht gezegd: „Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht, over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde uws Heeren” (Matthéüs 25:23)

Drie dingen vallen in deze woorden op. Er wordt gesproken over de trouw van de dienstknecht. Hij is over weinig getrouw geweest. Het gaat kennelijk niet om de hoeveelheid (de kwantiteit) maar om de betoonde trouw in de omgang met dat weinige (de kwaliteit). Ten slotte: hij mag ingaan in de vreugde van de meester. Dus de goede dingen worden genoemd; daarbij overdrijft de meester niet.

Ik denk dat we hieraan een goede richtlijn voor onze dankwoorden kunnen ontlenen. De waarheid mag gezegd worden. Als er goede dingen te zeggen zijn, moeten die niet achtergehouden worden. Je mag iemand prijzen om datgene wat allen hebben opgemerkt, wat aan ieder bekend kan zijn. Wat is er mooier dan dat gezegd kan worden dat de persoon trouw is geweest. Dat wijst op (hoge) kwaliteit.

Vervolgens: we moeten niet overdrijven. Het gewone is soms bijzonder. Het bijzondere is soms gewoon. Laten we ons ervoor wachten de verdiensten uit te rekken en de persoon op te trekken. De waarheid is genoeg.

Ten slotte: wat is het een voorrecht in te mogen gaan in de vreugde des Heeren. Daarop zal het werk van de betrokkene gericht zijn geweest. Daarin straks te mogen delen, is het grootste voorrecht dat zich denken laat. Het past ons niet op het oordeel van God vooruit te lopen of dat in onze handen te nemen. We mogen wel verwijzen naar wat de Heere belooft aan wie getrouw is (geweest).

Onze woorden zullen sober en eerlijk zijn, omdat ook woorden van dank en waardering staan onder de beoordeling van onze God. We lezen in Matthéüs 12:36 dat we van elk ijdel woord rekenschap moeten afleggen.

Mijn conclusie is: waarheid, genegenheid, soberheid in het licht van de vreugde des Heeren. Die vreugde dempt onze woorden niet, maar brengt ze op de juiste toonhoogte.

Te moeten spreken bij een afscheid kan iets hebben van moeite en zelfs van een verzoeking. Denkend aan de beide teksten die in deze column werden aangehaald, wijs ik erop dat God meeluistert. Mogen we zo de goede toon treffen.

De auteur is emeritus hoogleraar van de Theologische Universiteit te Apeldoorn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Bij een afscheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's