Afgeluisterd
Meditation
Festivo brengt onder de titel ”Meditation” een instrumentale productie op de markt. Herman van Vliet bespeelt het orgel, Bastiaan van Vliet de hoorn en Dirk Jan Warnaar de piano. Welk orgel hier te beluisteren valt, is niet bekend. In het booklet wordt geen informatie over de opname-locatie vermeld. Het woord booklet is trouwens een verkeerd woord voor het stuk papier dat bij de cd is gevoegd en waarop enkel in twee talen het curriculum vitae van de musici is afgedrukt. Informatie over de 25 gespeelde werken ontbreekt.
Het is op deze cd wel even wennen. We kennen Herman van Vliet als een Widor-vertolker van formaat. Zijn laatste opname in Frankrijk ligt ons nog vers in het geheugen. Die Van Vliet horen we bij lange na niet op deze opname. Hier heeft hij een begeleidingstaak. Veel meer dan wat zachte 8-en 4-voets registers is er niet te beleven. Dat hoeft op zich natuurlijk geen probleem te zijn. Maar helaas valt er op deze cd in zijn geheel weinig te beleven.
De hoorn -een beslist niet eenvoudig te bespelen es-instrument- heeft een zachte, warme klank en leent zich uitstekend voor de wat langzamer te spelen muziek. Denk aan Sarabandes, Lento’s en dergelijke. Dit soort werken is dan ook ruimschoots voorhanden op de cd. Ook koraalmatige werken van Feike Asma, Jan Zwart en Herman van Vliet zijn te horen. Maar, eerlijk gezegd, na tien minuten verlang ik toch echt weer naar Herman van Vliet en Widor! De muzikale verscheidenheid ontbreekt op deze cd volledig. Het was beter geweest ter afwisseling een paar orgelsolo’s te programmeren. Alhoewel er dan wel een ander orgel voor de opname gekozen had moeten worden. Het orgel dat we hier horen klinkt bepaald niet fraai.
Ik heb ook moeite met het pianospel van Warnaar. Er zijn momenten (Sarabande van Tartini, Allegretto van Wolstenholme, Badinerie van Bach) dat het pianospel zich beperkt tot het met één vinger meespelen van de melodie. Ik vind dat geen pianospelen. Over het algemeen is er bij de pianopartijen weinig muzikale spanning te bespeuren. Het al eerder aangehaalde Badinerie van Bach wordt gewoon houterig neergezet. Bas van Vliet speelt goed en muzikaal. Geen kleinigheid op dit instrument! Alles bij elkaar valt het dus allemaal niet mee op ”Meditation”. Jammer en onbegrijpelijk.
N.a.v. ”Meditation”, Herman van Vliet, orgel, Dirk Jan Warnaar, piano, Bastiaan van Vliet, hoorn. Festivo CD FECD 152.
J. E. van der Maten
Schubert
In het najaar van 1827 schreef Schubert zijn Impromptus. Acht stukken voor de piano waarin verschillende stemmingen en gevoelens de toon aangeven. Wellicht werd hij ervoor geïnspireerd door de goed verkopende muziek (Eklogen en Rhapsodieën) van de Tsjechische componisten Thomascheck en Worzischeck. Schubert had echter beduidend minder succes dan zij: slechts de eerste twee werden in Wenen uitgegeven. De overige stuurde Haslinger naar Schort in Mainz, van wie Schubert ze in 1828 weer retour kreeg. Als reden gaf hij dat de werken te moeilijk en dus onverkoopbaar waren.
De Impromptus zouden tien tot dertig jaar moeten wachten voordat ze de pers zouden zien. Inmiddels zijn ze -in tegenstelling tot de muziek van beide Tsjechen- niet meer weg te denken van het ijzeren pianorepertoire. De uitvoering die de pianist Murray Perahia in 1980/1982 op ID’S zette, is thans opnieuw verschenen. In het blad Luister werd de uitvoering destijds geroemd als een „definitief hoogtepunt”, een „summum van spontaneiteit en vanzelfsprekendheid”. Dat ben ik niet met dit blad eens.
Perahia speelt Schuberts Impromptus weliswaar mooi. Verschrikkelijk mooi zelfs. Maar wel zo mooi, dat de zeggingskracht van de muziek verloren gaat. Opus 142,4 in As klinkt zacht als zalf, en de virtuoze Opus 90, 2 in Es lijkt wel op een schitterende vogel die zijn vleugels uitslaat. Maar bijna nergens hoor je dat Perahia spontaan aan het musiceren slaat, en iets laat horen van de stemmingen en gevoelens die Schubert in zijn muziek heeft verstopt.
Geef mij dan maar Demus of de oude opnamen van Schnabel. Want daar wordt Schubert tenminste met hartstocht en met vrolijkheid ten gehore gebracht. Daar hoor je zelfs in de allermooiste Impromptu (Opus 94, 3) Schubert nog lekker kletsen met zijn vrienden. En dat vind ik wel zo aardig.
N.a.v. ”Impromptus D899 & D935”, Franz Schubert; Murray Perahia. Sony SK 37291.
J. Veerman
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's