Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boeket korenbloemen van Huygens

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boeket korenbloemen van Huygens

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat moet men denken van een jongen van elf jaar oud die in een schrift een bundel zelfgemaakte Latijnse gedichten over God en de zin van het leven aanlegt en op het titelblad het motto neerschrijft: Non est mortale quod opto (Wat ik kies, is onvergankelijk)? In onze tijd kunnen wij ons zo’n jongetje nauwelijks, of misschien helemaal niet voorstellen. Zoiets doet een kind toch niet.

In bepaalde aristocratische milieus uit de zeventiende eeuw lagen de zaken kennelijk anders, want het voorbeeld betreft de jonge Constantijn Huygens. Zijn vader, die privésecretaris was van Willem de Zwijger en diens zoon Maurits, stimuleerde deze activiteiten en prees er hem uitbundig om. De kinderen Huygens kregen thuis zorgvuldig onderwijs in de toenmaals belangrijke Europese omgangstalen, de klassieke talen, wis- en natuurkunde, muzikale vorming en nog veel meer. Dit alles had het doel hen voor te bereiden voor belangrijke functies aan het hof of in het politieke leven.

Randversiering

Constantijn Huygens leefde van 1596 tot 1687. In zijn lange leven heeft hij de Republiek zien uitgroeien van een verbond van zeven gewesten, die een strijd op leven en dood met Spanje vochten, tot de grootste wereldmacht van de zeventiende eeuw op economisch en cultureel gebied.

Zelf heeft hij daaraan ook een belangrijke bijdrage geleverd. In het voetspoor van zijn vader was hij achtereenvolgens secretaris van Frederik Hendrik, Willem II en Willem in. Voor de Staten was hij een gezien diplomaat en onderhandelaar met buitenlandse mogendheden.

Hij leefde op zijn door hemzelf ontworpen buitenplaats ”Hofwijck”, rustig genoeg om zich in de kring van familie en kennissen aan zijn artistieke hobby’s te kunnen wijden, maar dicht genoeg bij Den Haag om midden in het bruisende leven van de zich ontplooiende Republiek te kunnen staan.

Na drie eeuwen kennen we Huygens alleen nog maar als een belangrijk dichter en kunstliefhebber, hoewel het artistieke voor hem niet meer was dan de randversiering van zijn ambtelijke loopbaan. Titels die hij aan zijn werken meegaf, getuigen daar ook van. Zo luidt een van zijn bundels muzikale composities ”Pathodia sacra et profana occupati” (Geestelijke en wereldlijke zangen van een drukbezet man). Huygens was een man met grote passie voor muziek. Hij speelde viool, luit en clavecimbel en componeerde naast muziekstukken voor deze instrumenten ook vocale werken, waaronder psalmen op Italiaanse tekst.

Griffioenreeks

Een ander voorbeeld van het feit dat de kunst zich in de marge van zijn leven afspeelde, zijn de titels van zijn verzamelbundels poëzie, zoals ”Otia” (Ledige uren) en ”Korenbloemen”. Deze laatste titel geeft goed weer dat het in zijn leven in hoofdzaak ging om zijn werk (het koren), maar dat daarbij ontspanning en genoegen in het schone beslist niet onbelangrijk waren.

Onlangs is er een bloemlezing uit de ”Korenbloemen” verschenen in de Griffioenreeks van uitgeverij Querido in Amsterdam. Ton van Strien, universitair docent in de letterkunde te Utrecht en Amsterdam, koos daartoe ruim zeventig gedichten uit, gaf die weer in hedendaagse spelling en (waar nodig) woordkeus, voorzag elk gedicht van een toelichting en schreef een tien pagina’s tellende typering van Huygens en diens dichterschap.

Voor iemand die Huygens al heeft leren kennen, bijvoorbeeld uit de publicaties van nu wijlen prof. L. Strengholt, biedt deze uitgave niets nieuws. Daarvoor is de Griffioenreeks ook niet bedoeld. Maar voor middelbare scholieren en iedereen die op een gemakkelijke manier eens kennis wil nemen van een aantal gedichten van Huygens, is het een prima boekje.

De rijk geschakeerde thematiek van Huygens’ dichtwerk komt er goed in tot uiting. Zo treffen we enkele gedichten aan op Huygens’ vrouw Susanna van Baerle, die hij in zijn poëzie altijd als ”Sterre” aanduidt. Met name het gedicht op haar overlijden is persoonlijk en warm van toon. In de persoonlijke sfeer liggen ook de gedichten die gericht zijn aan vrienden en vriendinnen uit de Muiderkring, zoals de door veel dichters bezongen Tesselschade Roemers Visscher.

Variatie

Daarnaast nemen we kennis van Huygens’ geestelijke leven. Hoewel hij midden in het leven stond en in de ogen van veel eenvoudige kerkmensen een door het hofleven beïnvloede ‘rekkelijke’ levensstijl vertoonde, was hij toch een overtuigd calvinist, van antiremonstrantse signatuur. Het in de bloemlezing opgenomen Avondmaalsgedicht uit 1644 toont ons Huygens als iemand die schuchter is om aan het sacrament deel te nemen, vanwege zijn gemis aan een doorleefd besef van zonde en schuld.

Verder komen we gedichten tegen over tal van onderwerpen, zoals de schilderkunst, dromen, de uitgave van de gedichten van Cats, een wandeling in Engeland, de moord op koning Karel I, enzovoort. Omdat Huygens gewoon was zijn eigen visie (vaak op een speelse manier) in zijn gedichten te verwerken, komt de lezer niet alleen veel te weten over diens leven en over gebeurtenissen uit de zeventiende eeuw in het algemeen, maar ook over de manier waarop de dichter tegen zichzelf en zijn eigen tijd aankeek.

Ten slotte: naast de gevarieerdheid van onderwerpen komt ook de gevarieerde stijl waarin Huygens dichtte in de bloemlezing naar voren. Speelse puntdichtjes met allerlei woordspelingen, moraliserende poëzie op het gebied van burgerlijke deugden, persoonlijke godsdienstige lyriek, dit alles kan men in de poëzie van een zo breed ontwikkeld en intens levend mens als Huygens was, aantreffen. Met recht een fris boeketje korenbloemen.

N.a.v. ”Korenbloemen. Gedichten van Constanten Huygens”, door Ton van Strien; uitg. Querido, Amsterdam, 1996; ISBN 9021405873; 118 blz.; ƒ 12,50.


Redactie: Enny de Bruijn

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 14 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Boeket korenbloemen van Huygens

Bekijk de hele uitgave van maandag 14 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's