Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overleven op een andere planeet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overleven op een andere planeet

Sara kon tijdens haar vlucht naar Nederland slechts één tas spullen meenemen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sara zit op haar bed. Een meisje met donker haar en pientere ogen. Een bank is er niet in de kleine kamer waar ze samen met haar broertje en moeder nu al drie jaar wacht op een beslissing. Een beslissing die haar leven in ieder geval drastisch zal veranderen. Terug naar Iran of blijven in Nederland?

Het kost de vijftienjarige Sara duidehjk moeite de foto’s van haar vader te laten zien. Een lange man met een snor. Hij bleef achter in Iran, het land waarover Sara nog bijna iedere nacht droomt. De Straat, het huis, de school. Als kind dacht ze dat het overal in de wereld zoals daar was. Nu weet ze beter. In het asielzoekerscentrum (azc) komen alle culturen bij elkaar.

Geen keus

„We zijn gevlucht om m’n moeder”, vertelt Sara in vlot Nederlands. „Zij was politiek actief Tégen het huidige Iraanse regime. Dat is gevaarlijk. Ze was haar leven niet meer zeker. We hadden geen keus, moesten weg. Mijn broertje en ik gingen mee”.

Na een logeerpartij bij oma werden de kinderen op het vliegtuig gezet. Op weg naar Nederland. „Ik heb ons huis nooit meer gezien, kon ook geen afscheid nemen. Het enige wat we meenamen, was een tas met wat kleren. Al het andere bleef achter. Het leek een nachtmerrie. Ik had nog nooit een stap over de grens gezet”.

Omdat een tante hier ook al woonde, vroeg de familie asiel aan in Nederland. „Voor die aanvraag moesten we naar de politie. Daarna kwamen we in een opvangcentrum terecht. Ergens in het zuiden van het land. Het leek een andere planeet. Vreselijk!”

Toen Sara met haar moeder en broertje arriveerde, raakte het meisje in paniek. Het was donker en ze sprak geen woord Nederlands. De vrouw die hen van het station zou komen halen, liet uren op zich wachten. Bij aankomst op het centrum werd het er niet beter op. Moesten ze hier wonen? Met zo veel mensen? Ze heeft dagen gehuild, van onmacht, maar ook van woede.

„Ik verweet het mijn moeder. Waarom moest zij zo nodig ons leven op het spel zetten? We hadden het toch goed in Iran? In die eerste periode heb ik vreselijke dingen tegen haar gezegd. Daar heb ik nu spijt van, alhoewel ik af en toe nog steeds vragen heb”.

Terug

Na een aantal verhuizingen kwam het onheilspellende bericht: de familie moest terug naar het geboorteland. „Maar hoe? M’n moeder zou onherroepelijk opgepakt zijn. Mijn vader zat inmiddels ook al in de gevangenis”.

Maanden vol angst braken aan. Van de overheid mochten ze niet langer in Nederland blijven. Toch deden ze dat wel. Ze werden illegaal. „Belde er iemand aan, dan renden wij naar boven en verstopten ons op zolder Overdag zetten we geen stap buiten de deur. Uit angst om opgepakt te worden. Ook naar school gaan was er niet meer bij. Het was de afschuwelijkste periode uit mijn leven”.

Gelukkig kwam ook aan die tijd een einde. Er volgde een nieuwe aanvraag en de procedure begon van voren af aan. Uiteindelijk belandde Sara in het azc waar ze nu zit. Een woelig bestaan vol onzekerheid.

„Wanneer ik me rot voel. denk ik aan jongeren die het nog veel slechter hebben dan ik. Die zijn er Verder is het belangrijk bij de dag te leven. Morgen kan alles anders zijn. Dat is dat onzekere. Je weet nooit wat je te wachten staat”.

School

Sara is niet vaak in het centrum. De meeste tijd brengt ze door op school. Net als iedere andere jongere. Ze reist iedere dag zo’n dertig kilometer. „Ik zit in een soort schakelklas, met allemaal buitenlandse leerlingen. Uit Somalië, Zaïre, Sri Lanka en Iran. Dat zal voor een buitenstaander wel een raar gezicht zijn. De meesten praten al een woordje Nederlands, maar niet allemaal”. Volgend jaar hoopt Sara naar vwo-2 te gaan. Met haar opleiding hoopt ze eens arts of psychiater te worden. In Iran. Maar die tijd lijkt nog ver weg.

Nu is haar leven hier, op het terrein, in een barak. Met nog zeshonderd anderen die in hetzelfde schuitje zitten. „Iedereen is gespannen en onzeker. Dat brengt de nodige ruzies met zich mee”.

Een baby huilt. Kinderen spelen buiten, vlak voor het enige raam in de ruimte. Muziek klinkt door de dunne wanden van de kamer Een melodie en woorden die Sara onbekend voorkomen. „We hebben aan de ene kant buren uit Somalië en die aan de andere kant komen uit Sri, Lanka. Dat zijn totaal verschillende culturen”.

Huiswerk

Iedereen leeft in een kamer van ongeveer drie bij zes meter, samen met drie of vier mensen. „Hier woon, leef en slaap ik. Verder doe ik hier mijn huiswerk”. Sara’s broertje is acht jaar. Die heeft dus meer slaap nodig dan zijn zus en moeder. „Vaak komt het voor dat hij al op bed ligt, terwijl ik m’n huiswerk aan het maken ben en m’ moeder tv kijkt. Dat is niet gemakkelijk, maar het gaat wel. Het is een kwestie van aanpassen”.

Alle asielzoekers eten -normaal gesproken- in het restaurant aan het begin van het terrein. Soms rijst met een sausje, soms aardappels. „Ik weet dat ik niet mag zeggen dat het afschuwelijk is, maar ik vind het echt niet lekker Die rijst! In Iran kookten wij die veel langer door. Dat smaakte totaal anders”. Ondanks het restaurantvoedsel maakt de moeder van Sara wel eens eten op de kamer klaar. Net zoals thuis gebeurde. Het nadeel daarvan is wel dat je dan slaapt en kookt in dezelfde ruimte.

Villa

Vaak denkt Sara terug aan het huis in haar geboorteland. „Iran is dertig keer zo groot als Nederland. Er is daar ruimte genoeg. Ons huis was dan ook een kasteeltje vergeleken met de huizen hier Noem je dat in het Nederlands geen villa? We hadden zelfs een grote hal waarin we altijd gasten ontvingen”. Maar niet alleen het huis bezorgt Sara heimwee. Ook het contact met haar nichtjes, ooms en tantes mist zij erg. En natuurlijk haar vader „Ik was sterk op hem gericht. Nu heb ik mijn vader al drie jaar niet gezien”.

Sara verbaast zich soms over de gastvrijheid van de Nederlanders. Alle buitenlanders zijn welkom. „Dat is in Iran totaal anders. Dat zit in ons. Wanneer je als buitenlander in Iran komt, vragen ze je direct: Wat kom je hier doen?”

In Iran is weinig vrijheid. Maar ook dat heeft volgens Sara leuke kanten. „Je gaat dingen stiekem doen. De moest iedere dag een hoofddoek op. Deed je dat niet, dan kon de politie je pakken. Zat de doek niet helemaal recht en was er een agent in de buurt, dan werd je door anderen gewaarschuwd. Dat geeft een band”.

Kortzichtig

De jonge asielzoekster probeerf iedere keer weer de positieve kant van de situatie in te zien. Ze denkt dan aan al de dingen die ze -wanneer ze als alle anderen opgegroeid was- niet had meegemaakt. „Ik dacht vroeger altijd dat iedereen leefde zoals ik. Heel kortzichtig. Nu maak ik zo veel mensen mee die zo heel anders zijn. Ik leer daarmee om te gaan, heb nu ook meer van de wereld gezien. Dat is natuurlijk mooi meegenomen”.

Een andere kant van het leren kennen van de andere culturen is de beleving van het geloof In Iran was Sara een aanhangster van de islam. „Iedereen was dat”. Nu is ze dat nog, maar ze zegt dat ze breder is gaan denken. „Ik denk dat het belangrijk is om goed te doen. Voor welke god je dat precies doet, is voor mij van minder betekenis geworden”.

Het woord ”hoop” speelt in het leven van Sara een grote rol. „Wanneer je die verliest, kun je er wel een eind aan maken. Ik hoop op een toekomst in Iran, met mijn vader en mijn moeder. De weet dat dat waarschijnlijk niet zal gebeuren, maar ik houd me eraan vast. Eén ding weet ik: ik ga terug. Hoe of wat is nog niet duidelijk, maar ik zal Iran ooit weerzien”.

Dit is het vijfde verhaal in een serie over jongeren die opgroeien in een gezin dat op een bepaalde manier anders is dan andere. Over drie weken weken: deel 6.

De naam van Sara is in werkelijkheid anders.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 14 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Overleven op een andere planeet

Bekijk de hele uitgave van maandag 14 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's