Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Taliban pakken hasjgebruikers genadeloos aan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taliban pakken hasjgebruikers genadeloos aan

Tien man en een motorfiets om ook bloeiende opiumteelt te bestrijden, blijkt onvoldoende

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ARGHANDAB - Hasjgebruikers zijn gewaarschuwd. De Afghaanse religieuze Talibanmilitie kent een eenvoudig, maar doeltreffend programma om in drie stappen van de gewoonte af te komen: mishandel een gebruiker zolang totdat hij opbiecht wie zijn dealer is, geef hem automatisch een gevangenisstraf en dompel hem dagelijks drie uur lang in een bad met ijswater.

In een land waar hasj roken tot de nationale tradities behoort, en waar het niets bijzonders is dat jongemannen twintig stickies per dag consumeren, is deze aanpak zeer effectief gebleken. In de gebieden van Afghanistan die onder controle staan van de Talibanmilitie is de cannabis uit het straatbeeld verdwenen.

Op de markten in de zuidelijke stad Kandahar, waar de Taliban drie jaar geleden hun opmars begonnen, is geen hasj meer te krijgen. Een veroordeelde gebruiker laat weten het spul compleet te hebben afgezworen. „Na een bad in ijswater vergeet je hasj volledig”, zegt Bakht Mohammed.

Deze keiharde aanpak wierp bij internationale organisaties onmiddellijk de vraag op waarom de Taliban niet even enthousiast de productie van opium te lijf gaan. De militie is immers heer en meester in het zuiden Afghanistan, waar het leeuwendeel van de jaarlijkse Afghaanse productie van 2300 ton opium geteeld Afghanistan is inmiddels een geduchte concurrent van Myanmar, ’s werelds grootste opiumproducent.

Geld nodig

Abdul Rashid, de leider van de anti-narcotigabrigade in Kandahar, heeft een simpele verklaring voor. Gezeten in zijn op een schoenendoos gelijkende kantoor zegt hij niet over de benodigde opsporingsmiddelen te beschikken. De Talibanregering heeft hem tien mannen en een oude motorfiets gegeven om de opiumsmokkelaars te achtervolgen. En krijgt hij er eentje te pakken, dan volgt een automatische celstraf van een jaar en inbeslagneming van alle gevonden goederen.

Maar Rashid vreest vooral de problemen die hij met de boeren krijgt als iemand zou proberen de teelt van de bloedrode papaver aan te pakken, waar opium en uiteindelijk heroïne van wordt gemaakt. „We moeten de mensen niet vergeten die geld nodig hebben. Het zou oneerlijk zijn hun de teelt te verbieden”, meent Rashid.

Papaver brengt vijfmaal zoveel op als andere landbouwproducten. De lokale opiumhandelaars betalen bovendien vooruit en dat telt door in een regio waar de verarmde boerenbevolking constant geld nodig heeft om zaden en kunstmest aan te schaffen. Papaverboer Wali Jan berekent dat hij per jaar 2500 gulden voor zijn oogst krijgt. Een enorm bedrag in een land waar een advocaat misschien hooguit 200 gulden per jaar verdient. Jan noemt zijn bedrijvigheid bittere noodzaak omdat hij veertien monden te voeden heeft. „Hoe moet ik dat anders doen?”, vraagt hij.

Papaverteelt

Drie jaar geleden was er binnen de internationale wereld even hoop dat de strenge islamitische wetgeving van de Taliban de papaverteelt zou uitroeien. In plaats daarvan echter floreert de opiumhandel als nooit tevoren. Maar opium is dan ook, in tegenstelling tot hasj, dat bijna uitsluitend voor de lokale consumptie wordt gebruikt, een lucratief exportartikel.

De boeren zeggen dat hun lokale mullahs, de geestelijk leiders die het gebied besturen, nooit de teelt van papaver hebben verboden. Sommige mullahs vragen zelfs de gebruikelijke 10 procent aan belasting voor agrarische producten. Toch verklaren de boeren dat ze onmiddellijk met de teelt zouden ophouden als de Taliban, met hun gevreesde reputatie wetsovertreders hard te straffen, dat zouden eisen. „Niemand durft de Taliban te weerspreken”, aldus papaverteler Abdul Parveen.

In de vallei van Arghandab, 10 kilometer van Kandahar, strekken de papavervelden zich zover als het oog reikt uit. De opium die hiervandaan komt, wordt naar kleine laboratoria gesmokkeld in het onherbergzame grensgebied met Pakistan, waar de opium wordt verwerkt tot heroïne. En van hieruit gaat de heroïne op transport naar de Pakistaanse havensteden om uiteindelijk op de Europese en Amerikaanse markten te belanden, zo weten internationale drugsbestrijdingsorganisaties.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 15 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Taliban pakken hasjgebruikers genadeloos aan

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 15 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's