„Karadzic is hier nog altijd de koning”
EK-leider Bosnische Serviërs maakt miljoenenwinsten met sluikhandel
PALE (AP) - Radovan Karadzic, de van oorlogsmisdaden beshuldigde ex-leider van Servië, speelt nog altijd de baas in Pale, het hoofdkwartier van de Bosnische Serviërs in de beiden ten oosten van Sarajevo. Hij zit tegenwoordig in zaken en verrijkt zich door duistere transacties waarmee hij al tijdens de oorlog is begonnen.
Karadzic wordt door het Joegoslavië tribunaal in Den Haag gezocht voor twee gevallen van genocide. Militairen van de NAVO-troepenmacht in Bosnië hebben het recht hem te arresteren als zij hem tegenkomen en hij mag geen politieke functie bekleden of via de media spreken.
Maar in Pale merkt niemand daar wat van. Karadzic heeft zelfs gestemd bij de in september door de internationale gemeenschap georganiseerde verkiezingen. Hij woont religieuze plechtigheden bij en is gast op feesten. Vorige maand heeft hij volgens een bron een twaalf uur durende vergadering voorgezeten van vertegenwoordigers van alle gemeenten in de Republika Srpska.
Ondanks veelvuldige internationale patrouilles rijdt Karadzic elke dag van zijn villa naar zijn kantoor in de zwaarbewaakte Famos-motorfabriek aan de rand van Pale. Daar, in een kamer behangen met Servische iconen en nationalistische symbolen, neemt hij besluiten en praat hij met zijn medewerkers over zakelijke en politieke kwesties, zegt men.
Sluikhandel
„Karadzic is hier nog altijd koning”, zegt een Bosnisch-Servische functionaris die uit angst voor represailles alleen als Dragan wil worden opgevoerd. „Hij en zijn loopjongens worden rijker en rijker, terwijl de rest van de bevolking armer en armer wordt”. Volgens de bronnen wordt de railjoenenwinst gemaakt via twee bedrijven die officieel aan de staat behoren, maar achter de schermen worden gerund door Karadzic en Momcilo Krajisnik, het Servische lid van het driemanspresidium van Bosnië.
De bedrijven -Selekt Impex en Centrex- hebben het monopolie over de verkoop van sigaretten en benzine in de Republika Srpska. De bedrijven staan onder scherp politietoezicht en betalen geen belastingen, noch aan de regering van het Servische deel van Bosnië, noch aan het door moslims, Kroaten en Serviërs gedeelde bestuur dat volgens de akkoorden van Dayton moet worden gevormd.
Centrex werd in 1993 opgericht en kreeg het recht om handel te drijven met de vijanden van de Serviërs - de moslims en de Kroaten. Karadzic en Krajisnik verrijkten zich destijds met sluiïchandel waarbij de Serviërs hun slecht uitgeruste vijanden wapens verkochten in ruil voor benzine, die zij zelf vanwege het handelsembargo tegen Servië niet meer van het moederland konden betrekken.
De Serviërs en hun vermeende partners aan de Kroatische kant hebben nooit commentaar geleverd op deze transacties, noch op de benzinetransporten die ook nu nog door Bosnië, Servië en Krpatië plaatsvinden en waarbij domweg nummerborden worden verwisseld wanneer er een grens moet worden gepasseerd.
Kwetsbaar
Krajisnik ontkent dat hij met de twee bedrijven iets illegaals doet, maar zijn rivale, de Bosijisch-Servische president Biljana Plavsic, heeft in januari een onderzoek naar beide bedrijven gelast. In een brief aan de Bosnisch-Servische regering eiste Plavsic dat de resultaten van het onderzoek voor 15 februari zouden worden bekendgemaakt. Dat is niet gebeurd. In de brief merkt Plavsic op dat de twee bedrijven geen belasting betalen. De staat heeft op die manier „geen controle op de economie” en wordt beroofd van belangrijke inkomstenbronnen, schrijft zij.
Volgens een welingelichte bron verdienen Karadzic en Krajisnik miljoenen dollars en wordt een deel van het geld op Zwitserse en andere buitenlandse bankrekeningen gezet. De rest wordt belegd in particuliere bedrijven -in Bosnië of daarbuiten- die op naam van familieleden of naaste vrienden van de familie worden gesteld.
Plavsic, die haar functie heeft gekregen via de na de oorlog gehouden verkiezingen, is door de confrontatie met Karadzic en Krajisnik alleen komen te staan en kwetsbaar geworden.
Ondanks alle buitenlandse bemoeienis met Bosnië is de plaatselijke politie -werktuig van haar politieke meesters- de enige instantie die corruptie kan aanpakken, zegt een buitenlandse functionaris die anoniem wil blijven.
„Macht en corruptie gaan in de Balkan meestal samen”, aldus woordvoerder Liam McDowell van de VN-politie. „Wij zijn blij met elke poging van Plavsic of andere autoriteiten om corruptie waar dan ook bloot te leggen”. Hoewel Plavsic kritiek heeft geoefend op andere Bosnisch-Servische leiders, heeft zij Karadzic’ naam nooit genoemd. Kennelijk vreest zij de geheime politie die hij financiert en die naar zijn pijpen danst.
Karadzic heeft vele mogelijkheden om zijn macht te behouden. In zijn voormalig kantoor boven Pale heeft hij microfoons aangebracht om bijeenkomsten tussen Bosnisch-Servische leiders en hoge buitenlandse bezoekers te kunnen afluisteren, zeggen mensen die het kantoor bezocht hebben. Na dergelijke bijeenkomsten, of zelfs tijdens deze, houden de Bosnisch Servische leiders ruggespraak met Karadzic om diens eindoordeel te vernemen.
Plavsic heeft zich ook uitgesproken tegen een recente overeenkomst tussen Krajisnik en de Servische president Slobodan Milosevic om „speciale betrekkingen” tussen de Bosnische Serviërs en hun vroegere ‘patroon’ aan te knopen.
De overeenkomst, die volgens internationale functionarissen een schending betekent van de akkoorden van Dayton, zou bedoeld zijn om de sluikhandel tussen de twee gebieden, deels lopend via Centrex en Selekt-Impex, te legaliseren. „Persoonlijk gewin lijkt hier de drijvende kracht”, aldus Plavsic voor de Bosnisch-Servische televisie. „Waarom hebben zij dat zo snel bekokstoofd? Iemand had blijkbaar heel erge haast”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 15 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 15 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's