Noord-Holland plant Schiphol in zee

Zo’n 85 mensen kwamen gisteren naar het Holiday-Inn Crown Plaza in Hoofddorp om te luisteren naar en te discussiëren over de lezingen van een aantal deskundigen op het gebied van de luchtvaartinfrastructuur. Wie had gehoopt op enige eenstemmigheid onder de geleerden, kwam gisteren echter bedrogen uit. Prof. dr. A. M. J. Kreukels, hoogleraar planologie aan de Universiteit Utrecht, ziet het meest in het aanleggen van een eiland voor de kust. „Economisch gezien heeft zo’n kunstmatig eiland nooit de voorkeur, omdat het erg duur is. Maar er zijn goede redenen om het toch te overwegen. Geluidhinder is een van die redenen”. De hoogleraar wees er gisteren op dat het vraagstuk ”Schiphol” in Nederland op een te laag niveau bediscussieerd wordt. „Als je vindt dat Nederland een belangrijk knooppunt vormt op het gebied van het transport van mensen en goederen, heeft dat consequenties. En daar moet je dan niet met een kruideniersmentaliteit naar handelen”. Volgens Kreukels blijft, na het afstrepen van mogelijke alternatieven, „vanzelf” de zee over.

Toerisme

Zijn collega prof. dr. E. C. van Ierland, hoogleraar milieueconomie aan de Landbouwuniversiteit van Wageningen, wees gisteren echter zeer nadrukkelijk op de visuele consequenties van zo’n luchthaven in zee. „Het toerisme zal erg lijden onder de aanleg van een vliegveld in zee. Want je gaat nu eenmaal niet naar Scheveningen om de hele dag naar vliegtuigen te kijken en te luisteren”, aldus de hoogleraar. „Nederland heeft weinig open ruimte en weinig onaangetaste horizons. De kust is eigenlijk de enige open ruimte met een nog niet aangetaste horizon. Iets om goed bij stil te staan”.

Van Ierlands conclusie was gisteren dan ook opvallend helder. „Zolang we niet stil en op zonne-energie kunnen vliegen en zolang de kosten niet in de prijzen van tickets tot uiting komen, is uitbreiding of een tweede luchthaven niet aan de orde”.

Prof. ir. A. A. J. Pols, hoogleraar planning bij de vakgroep infrastructuur aan de TU in Delft, noemde een tweede nationale luchthaven gisteren een „waanidee”. Volgens hem ondergraaft een opsplitsing van Schiphol de belangrijke mainportfunctie van het vliegveld volledig. Aan een uitplaatsen van Schiphol in zee ziet Pols best aantrekkelijke kanten. „Maar het werkt wel sterk kostenverhogend en zo’n eiland is waanzinnig duur. Als die kosten werkelijk worden doorberekend, resteert er van Schiphol binnen de kortste keren slechts een regionaal vliegveldje”. Voor de KLM had de professor ook nog een tip: „Amsterdam ligt ongunstig, dus de KLM zou er goed aan doen haar activiteiten meer over Europa te spreiden”.

Kosten

Prof dr. W. G. M. Salet, hoogleraar planologie aan de Universiteit van Amsterdam, is er nog niet uit. „Een satellietvliegveld in zee met snelle verbindingen naar de huidige luchthaven is zeker denkbaar. Maar dan zullen we nog wel even moeten rekenen, want het is een uiterst kostbare oplossing. Voor een dergelijk besluit ontbreekt het ons nu nog aan voldoende feitenmateriaal”. De planoloog wees er verder op dat voor een tweede luchthaven in zee nogal wat komt kijken. „Daar is op alle niveaus een geweldige infrastructuur voor nodig. Als je Schiphol verplaatst of een tweede luchthaven aanlegt, hoort daar ook alle infrastructuur bij. En denk je eens in wat dat betekent voor het natuurgebied van de duinen”.

Salet maant de overheid om niet te snel met geld over de brug te komen. „Laat Schiphol zelf maar komen met plannen en voorstellen. Op macroniveau zal de overheid die beoordelen en eventueel als sponsor bijspringen als het gaat om het realiseren van de condities die de samenleving aan de groei stelt. De belangrijkste investering zal echter van Schiphol moeten komen, dat daar ook de middelen voor heeft”, aldus de planoloog.

Enquête

De provincie Noord-Holland zal naast het deskundigendebat van gisteren nog een tweetal bijeenkomsten met geselecteerde belanghebbenden en geïnteresseerden organiseren. De bevindingen van deze bijeenkomsten worden getoetst aan de mening van een representatieve groep inwoners van de provincie. Dit gebeurt aan de hand van een telefonische enquête. Op 23 juni zullen de Staten een standpunt innemen, dat wordt doorgestuurd naar het kabinet. Volgens de huidige planning zal het kabinet medio 1998 een definitief besluit nemen over de toekomst van Schiphol.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen