Euro-landen hebben nog wat werk te doen

De president van het Europees Monetair Instituut (EMI), Alexandre Lamfalussy, laat deze waarschuwende woorden horen in het vandaag gepubliceerde jaarverslag van zijn instelling. Het oordeel van het EMI weegt volgend voorjaar zwaar mee bij het samenstellen van de kopgroep van landen die in 1999 de Economische en Monetaire Unie (EMU) vormen en de Europese munteenheid, de euro, gaan gebruiken.

Het is niet allemaal kommer en kwel. Volgens Lamfalussy is er ruimte voor voorzichtig optimisme over de economische situatie, gezien het herstel dat aan de gang is en de betrekkelijk lage inflatie. Op de valutamarkten bleef het vrij rustig. De lange rente is laag.

De werkloosheid is echter „bijzonder zorgwekkend”. De Unie heeft wat dat betreft „uiterst povere resultaten” geboekt. De prognoses laten weinig verbetering zien. Lamfalussy dringt aan op verdere loonmatiging en hervorming van de arbeidsmarkten.

De omvang van het begrotingstekort, afgezet tegen het bruto binnenlands product, behoort samen met de omvang van de staatsschuld (schuldquote) tot de belangrijkste EMU-criteria Vorig jaar zijn de begrotingstekorten verder teraggedrongen tot naar schatting gemiddeld ruim 4 procent. De EMU-norm ligt op 3 procent. Alle landen, op Duitsland na, wisten hun begrotingstekort verder te drukken. De grootste tekortreductie kwam op naam van Zweden.

Maar de manier waarop dat gebeurde, zint het EMI niet. Een aantal landen verlegde het accent van een verlaging van de uitgaven naar een verhoging van de ontvangsten. Daarbij waarschuwt het EMI voor eenmalige maatregelen, die maar één jaar effect hebben, en voor maatregelen die de huidige begroting verbeteren ten koste van toekomstige budgetten. Dat geldt ook voor maatregelen die enkel dienen „om de cijfers op te fleuren”. Het EMI noemt dat „niet bevorderlijk voor een houdbare situatie”.

Alleen Ierland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk maakten zich niet schuldig aan deze praktijken. België, Griekenland, Spanje, Oostenrijk, Finland en Zweden deden dat deels wel. Wat Denemarken, Frankrijk, Italië en Portugal betreft verwacht het EMI over 1996 hogere uitgaven. De tekorten zullen alleen dalen door een grotere, zij het soms tijdelijke, toeneming van de overheidsinkomsten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen