De toekomst in kaart gebracht
Ir. J. M. Schrijnen: Nederland is een leuk land. We hebben het zelfgemaakt
Nederland groeit dicht Huizen, wegen, fabrieken en vliegvelden leggen een steeds groter beslag op de schaarse ruimte. En het einde is nog niet in zicht Nederland verbouwt permanent In de bureauladen van talloze kantoren liggen stapels plannen die op uitvoering wachten. Voor ir. J. M. Schrijnen, hoofd ruimtelijke ordening van de gemeente Rotterdam en voorzitter van de Bond van Nederlandse Stedenbouwkundigen (S), is dit geen schrikbeeld. Wel een uitdaging. Over de realiteit van 2005 en verder.
„Intussen ligt de nabije toekomst nog verborgen voor onze ogen”, schreef hij anderhalf jaar geleden in zijn Manifest ter gelegenheid van zestig jaar BNS. „Alleen planologen kennen de plannen voor nieuwe spoorlijnen, stadsuitbreidingen voor huizen en bedrijven, luchthavens en havens. Het huidige beeld van Nederland verdicht zich blijvend, het zal over tien jaar weer aanzienlijk minder open zijn”.
De Nieuwe Kaart van Nederland heeft de planologen in één klap van hun monopolie beroofd. Voor iedereen is nu te zien hoe Nederland er in het jaar 2005 uit zal zien als alle plannen doorgaan. Het onzichtbare is zichtbaar gemaakt.
Projecten
In de zomer van 1996 vroeg de kersverse ”Stichting de Nieuwe Kaart van Nederland”, onder voorzitterschap van Schrijnen, aan alle gemeenten, provincies en ontwerpbureaus om projecten voor de Nieuwe Kaart aan te melden. Een lijst met selectiecriteria gaf aan welke plannen in aanmerking kwamen. Voor stedelijke plannen gold bijvoorbeeld dat de uitvoering ervan vóór het jaar 2005 moest beginnen. Projecten die pas na 2005 worden opgeleverd maar waarvan de bouw wel voor 2005 begint, zijn in hun geheel op de kaart gezet. In die zin geeft de Nieuwe Kaart een beeld van Nederland dat verder reikt dan 2005.
Een tweede criterium was de grootte van een project. De omvang moest voldoende zijn om stedenbouwkundig of landschappelijk zichtbaar te zijn op de kaart.
Het projectteam van Nieuwe Kaart verwerkte alle informatie digitaal, zodat aanpassingen mogelijk blijven. Het bestand bevat op dit moment ongeveer 2650 projecten: 2000 stedelijke plannen -zoals woningbouwlocaties, kantoren- en bedrijfsterreinen- en 650 groen- en infrastructuurplannen.
Wakker
Publicatie van de kaart, eind vorige maand, schudde Nederland wakker: Dit staat ons te wachten, hier zijn we met z’n allen mee bezig. Willen we dat? En zo ja, hoe kunnen we de plannen het beste uitvoeren? Kortom, de discussie over de toekomst van ons land is volop aan de gang.
Schrijnen is verguld met de aandacht die zijn kaart krijgt. „Het is een ijkpunt geworden voor de ruimtelijke ordening van ons land. Iedereen refereert eraan. Dat was ook de bedoeling, al had ik niet durven voorspellen dat het zo’n succes zou worden”.
Volgens de stichtingsvoorzitter is de Nieuwe Kaart „een prima onderlegger voor een gesprek over de inrichting van Nederland. Die discussie is hard nodig, omdat we in een heel andere situatie leven dan tien jaar geleden. Dat beïnvloedt ons denken over ruimtelijke ordening fundamenteel. Eigenlijk zijn we met één stap van de negentiende naar de eenentwintigste eeuw gesprongen”.
Enthousiast licht hij toe: „Nederland is een leuk land, een echt cultuurland. We hebben het zelf gemaakt, onderhouden, gerepareerd. Dat zie je aan onze steden. Al in de zeventiende eeuw waren dat culturele centra. Nederland heeft een unieke traditie in stedenbouw, maar ook in landschapsarchitectuur en infrastructuur. Denk maar aan de talloze polders, de dijken, bruggen en wegen”.
Drieslag
„Deze drie tradities corresponderen keurig met drie afzonderlijke ministeries: het ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu, het ministerie van landbouw, natuur en visserij en het ministerie van verkeer en waterstaat. Eenzelfde verdeling is terug te vinden in de universitaire studierichtingen.
Lange tijd is Nederland vanuit deze machtsblokken georganiseerd en ingericht. Elke sector had zijn eigen territorium, afgescheiden van de rest. Dat ging goed zolang er voldoende ruimte beschikbaar was. Die tijd is nu definitief voorbij. Nederland is één stedelijk landschap geworden; de drie oude tradities komen steeds meer met elkaar in botsing. Er ontstaat een gevecht om het territorium en dat brengt de mensen even in verwarring.
Ze moeten beseffen dat verzoening de enige uitweg is. Natuurmonumenten kan niet roepen dat het U van hen is. Er spelen ook andere belangen mee, zoals de behoefte aan woningbouw. Eenzelfde verhaal geldt voor de tweede Maasvlakte. Alleen goed overleg kan een oplossing bieden. Langzaam groeit het besef dat integratie van de verschillende sectoren noodzaak is als het om de inrichting van ons land gaat”.
Versnippering
Wat Schrijnen betreft kan de Nieuwe Kaart van Nederland hier uitstekende diensten bewijzen. „Tot voor kort wist het gemeentebestuur van stad A niet wat buurgemeente B voor plannen in de kast had liggen. Nu is dat allemaal in één keer duidelijk en kan erover gepraat worden”.
„Bestuurders moeten niet alleen vertegenwoordigend, maar vooral met visie optreden”, vindt Schrijnen „Ze zullen zich in een ruimere omgeving moeten durven plaatsen; we mogen verwachten dat ze met hun omgeving samenwerken en het probleem van de versnippering van Nederland niet alleen op het bord van hun buurman schuiven. Bestuurders zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van Nederland. Politici mogen niet bang zijn voor de creativiteit van de stedenbouwers, evenmin mogen stedenbouwers ervan uitgaan dat ‘de huidige ontwikkelingen’ de schuld zijn van de politici. Beide partijen dienen de ramen open te zetten voor elkaars deskundigheden”.
Geen hekjes
Schrijnen geeft een voorbeeld. „Waarom zou een gemeentebestuur niet mogen meewerken aan de inrichting van het landschap als er een nieuwe wijk wordt aangelegd? Moet dat per se aan de provincie of het Rijk worden overgelaten? Geef steden een eigen verantwoordelijkheid op dat gebied. Aan de andere kant: Als Rijkswaterstaat een weg door een stad aanlegt, heeft dat toch ook te maken met stedenbouw? Geef elkaar de ruimte en plaats geen hekjes om het eigen territorium. Zoek steun bij elkaar en durf iets te ondernemen.
Stad en landschap horen bij elkaar. Bij het plegen van investeringen zal het kabinet het juiste evenwicht moeten zoeken. Ik heb het idee dat de regering neigt naar de keus voor meer beton en asfalt. Is het niet mogelijk een klein deel van de investeringen in bijvoorbeeld de infrastructuur te bestemmen voor verbetering van het landschap? Dan creëer je tevens draagvlak onder de bevolking. De Nederlander is bijzonder geïnteresseerd in zijn eigen leefomgeving”.
Op die manier is er nog veel mogelijk in ons land, vindt de planoloog. „Nederland is niet te vol zolang we werkelijk kwaliteit maken en ons land goed inrichten en onderhouden. Dan kan de markt vooruit door kwaliteit op locatie. En als het goed afloopt met vol Nederland, levert dat een permanent gevoel van trots op bij de burgers, al blijven de makers voor hen merendeels onzichtbaar”.
Schrijnen dringt aan op goede beslissingen als het gaat om de inrichting van Nederland. „Neem het treinverkeer bij Delft. Een ondergrondse spoorlijn is daar verreweg de beste oplossing. Natuurlijk kost dat veel meer geld, en in zo’n geval is het beter de uitvoering een paar jaar uit te stellen. Maar neem wel meteen het juiste besluit”.
De Nieuwe Kaart van Nederland is over enkele weken verkrijgbaar op cd-rom. Bovendien verschijnt er een kleurenuitgave van de kaart, die voor 75 gulden te koop is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 15 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 15 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's