Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Harde conclusies van commissie Dutroux

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Harde conclusies van commissie Dutroux

„Onvergeeflijke blunders begaan bij onderzoek”

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

BRUSSEL - Er zijn onvergeeflijke blunders begaan bij het onderzoek naar de verdwenen kinderen in België. Die zijn het gevolg van persoonlijk falen, van de rivaliteit tussen de politiediensten en van een hopeloos verouderd justitieapparaat. Dat is de conclusie van de parlementaire enquêtecommissie die de affaire-Dutroux heeft onderzocht. Gisteren presenteerde de commissie haar eindrapport aan het Belgische parlement.

De commissie komt daarin niet alleen met een opsomming van de fouten, maar zij doet ook aanbevelingen voor de toekomst. Het opvallendste voorstel betreft de samensmelting van rijkswacht, gerechtelijke politie en gemeentepolitie tot één politiedienst. Verder pleit de commissie voor een drastische modernisering van het justitieapparaat.

Ten aanzien van de mensen die persoonlijk fouten worden aangewreven, doet de commissie geen uitspraken. Het zijn de minister van justitie. De Clerck, en zijn collega van binnenlandse zaken, Vande Lanotte, die over sancties moeten beslissen. Bovendien zijn de processen-verbaal van de hoorzittingen van de commissie overgedragen aan justitie, die zal onderzoeken of er ook reden is voor strafvervolging.

Het felst wordt uitgehaald naar gerecht en politie in Brussel. Deze diensten hebben niet serieus gezocht naar het verdwenen meisje Loubna Benaïssa. Over de Brusselse procureur Dejemeppe zegt het commissierapport dat deze „niet voldoet aan de vereisten om zijn korps te leiden”. Zijn chef Van Oudenhove heeft onvoldoende toezicht gehouden op het onderzoek.

Ook bij de verdwijning van Julie en Melissa zijn ernstige fouten gemaakt. Was dat niet gebeurd, dat had men de meisjes mogelijk nog levend kunnen terugvinden. In deze affaire is de Luikse onderzoeksrechter Doutrèwe „te passief” geweest. Daarnaast heeft de rijkswacht het parket in Luik onvoldoende geïnformeerd.

Het eigengereide optreden van de rijkswacht krijgt veel aandacht. In sommige gevallen heeft de rijkswacht beslissingen genomen ten aanzien van een bepaalde strategie in een onderzoek zonder justitie zelfs maar in te lichten. De gerechtelijke politie kon daartegen nauwelijks verweer leveren, omdat die dienst na de laatste ‘hervorming’ in talrijke kleine afdelingen is opgesplitst waardoor een duidelijk beleid onmogelijk is. Het overbelaste en sterk verouderde justitieapparaat bleek niet in staat om die situatie recht te trekken.

De minste fouten zijn geconstateerd in het onderzoek naar de verdwijning van An en Eefje. Daar wordt de politie van Brugge verweten alleen in het allereerste begin de verdwijning niet serieus genoeg te hebben genomen. Vader Marchal was het niet eens met die conclusie en wees erop dat bepaalde onderzoeksverrichtingen niet hadden plaatsgevonden als de ouders daarop niet hadden aangedrongen.

Slachtoffers

In het rapport wordt gepleit voor meer aandacht voor en invloed van de slachtoffers van zulke misdaden. Die moeten meer informatie krijgen over de stand van het onderzoek en zouden ook moeten adviseren bij de voorlopige vrijlating van zware criminelen. In dit verband wordt overigens oud-minister van justitie Wathelet gekritiseerd. Hij was verantwoordelijk voor de voortijdige vrijlating van Mare Dutroux, die daarna zijn lugubere praktijken ongestoord kon voortzetten.

In het algemeen is het rapport positief ontvangen. Het feit dat de commissie unaniem een radicale reorganisatie van de politie voorstelt, wordt voor de Belgische politieke verhoudingen rondweg „revolutionair” genoemd. Commissievoorzitter Mare Verwilghen waarschuwde echter voor te grote euforie. Het commissierapport is volgens hem nog maar een begin.

Ofschoon parlement en regering niet om het rapport heen kunnen, zal het nog de nodige inspanningen vergen om de voorstellen van de commissie te realiseren. Hoe de kansen daarvoor liggen, zal morgen en overmorgen duidelijk worden, wanneer het rapport wordt besproken in het parlement. De commissie zal overigens aan het parlement een verlenging van haar mandaat vragen om te onderzoeken of Dutroux en zijn handlangers bij hun duistere praktijken bescherming hebben genoten van bepaalde kringen. Volgens het rapport blijkt namelijk uit een reeks aanwijzingen „dat dat niet kan worden uitgesloten”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Harde conclusies van commissie Dutroux

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's