Met twee maten meten
Opvallend eensgezind traden de afgelopen dagen de lidstaten van de Europese Unie op tegen Iran. Stuk voor stuk trokken de EU-lidstaten hun ambassadeurs uit Teheran terug na de uitspraak van een Duitse rechter dat de Iraanse leiding was betrokken bij moorden in Berlijn. Europa sprak met één mond.
Voor deze keer dan. Want het gezamenlijk optrekken steekt uiterst schril af bij de Europese houding ten opzichte van China. Gisteren wees de VN-mensenrechtenconferentie in Genève een resolutie gericht tegen China van de hand. De resolutie haalde het onder andere niet door gebrek aan steun van de EU-lidstaten.
De Europese houding is opvallend. Europa sponsort al zes jaar achter elkaar een resolutie die de mensenrechtenpolitiek van China aan de kaak stelt. Maar dit keer dus niet.
Nederland, momenteel EU-voorzitter, was voor de resolutie. Maar de grote lidstaten, met Frankrijk voorop, riepen Nederland vorige week een halt toe. „Dergelijke acties moeten we beëindigen. De tijd van de confrontaties is voorbij. We moeten achter de schermen een dialoog met Peking aangaan”, verkondigde de Franse president Chirac.
Duitsland, Spanje en Italië sloten zich van bij de woorden van het Franse staatshoofd. De Europese Unie als geheel zou de gebruikelijke China-resolutie niet steunen. Dit ging het nietige Denemarken te ver. Het land bleef trouw aan zijn principes en diende tegen de zin van de grote lidstaten de resolutie toch in, die uiteindelijk werd afgewezen.
De Europese burger kan zich na deze twee incidenten niet aan de indruk onttrekken dat de Unie met twee maten meet de Unie laat het grote China met rust en pakt het kleinere Iran aan. Is dit nog een buitenlands beleid?
Nee, dat is het niet. Het incident rond China toont opnieuw aan dat de Europese Unie niet in staat is een uitgebalanceerd buitenlands beleid te voeren. De Unie maakt onderscheid waar geen onderscheid is: China is niet beter dan Iran. Het is groter, machtiger en vooral economisch veel interessanter. De Unie is bovendien niet consequent een eenmaal ingezette koers wordt van de ene op de andere dag zonder steekhoudende argumenten gewijzigd.
Hoe geloofwaardig is de Europese Unie nog als ze tegelijkertijd in het kader van de herziening van het Verdrag van Maastricht praat over een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid? Het geeft te denken dat nu de onderhandelingen plaatshebben over een nieuw verdrag een gemeenschappelijk optreden ver te zoeken is. Na het droevige optreden van de Europese Unie in Joegoslavië zou ze eigenlijk een daad moeten stellen waaruit blijkt dat ze wel degelijk in staat is tot een gemeenschappelijk buitenlands beleid. De vraag of dat gewenst is, is een andere zaak. De Unie heeft in ieder geval de pretentie met één mond te willen spreken.
Het is te begrijpen dat het moeilijk is bij lastige kwesties een gemeenschappelijke houding te bepalen. Lidstaten hebben er terecht moeite mee op het terrein van de buitenlandse politiek een stuk soevereiniteit af te dragen.
Met een eensgezinde houding tegenover China zou de gemeenschappelijke buitenlandse politiek van de EU meer zijn gediend dan met al het gepraat over een ”Mr. Europe”, een soort staatssecretaris voor het buitenlands beleid. Deze ”meneer Europa” moet zich permanent bezighouden met de voorbereiding van de gemeenschappelijke buitenlandse politiek van de EU-lidstaten.
Het is tekenend en niet bijzonder verheffend dat de dwerg Denemarken tegen de reus China in de ring moet staan, omdat de grotere lidstaten door hun economische belangen compleet zijn verlamd. Het lijkt alsof het zoeken van de Unie naar een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid één groot manco vertoont de grote staten willen het eigenlijk niet ook, al beweren ze het tegendeel. Ze willen het hooguit als het geen pijn doet Maar alleen voor mooi weer is geen gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid nodig.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's