Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ruimte om milieudoelstelling binnen handbereik te brengen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ruimte om milieudoelstelling binnen handbereik te brengen

Goed beleid heeft ook oog voor conflicterende belangen

5 minuten leestijd

Het is mij doorgaans een genoegen om kennis te nemen van de pennenvruchten van mijn collega’s. De mate van interesse voor hun schrijverij correspondeert echter niet altijd met de mate van instemming daarmee. Dit was helaas ook het geval met het artikel van RPF-collega Van Dijke dat 3 april onder de titel ”Milieupolitiek met open Bijbel” in deze krant verscheen.

De constatering dat ik in het onlangs gehouden mestdebat spookbeelden heb opgeroepen, laat ik voor rekening van de auteur. Ik hoop dat ze hem geen nachtmerries hebben bezorgd. Van deze gelegenheid wil ik gebruikmaken om enige feitelijke onjuistheden die ik in het artikel bespeurde recht te zetten.

Debat in Sliedrecht

Aanleiding voor het opstel van Van Dijke betreft een bijeenkomst, belegd door onze jongerenorganisatie in Sliedrecht. Op die bijeenkomst ben ik met collega Rosenmöller van GroenLinks in debat geweest over het thema ”Op-positie”. Het draaide kort gezegd om de vraag hoe onze partijen aankijken tegen het voeren van oppositie.

Daarin maakte Rosenmöller mij het verwijt dat de SGP-fractie op milieugebied nog het een en ander te leren heeft van bijvoorbeeld de RPF-fractie. Letterlijk zei hij, dat de RPF wat dat betreft „een straatlengte voorligt” op de SGP-fractie.

In antwoord daarop heb ik aangetoond dat voor de SGP-fractie het belang van een goed milieubeleid helemaal niet uit het zicht is -integendeel, iets wat door Rosenmöller ook werd bevestigd- maar dat wij ook oog hebben voor daarmee conflicterende belangen.

We kunnen onze ogen nu eenmaal niet sluiten voor de werkelijkheid. Dit standpunt choqueerde mijn RPF-collega kennelijk dermate, dat hij hierin aanzetten tot een onkiese verkiezingscampagne meende te bespeuren. Naar mijn stellige overtuiging ten onrechte en in het geheel niet aan de orde.

Bewaren…

Het is een bijbelse opdracht de schepping te bewaren. De Heere God heeft de mens als rentmeester over Zijn schepping gezet en de zorg daarover in hoge mate aan ons toebetrouwd. Daarmee is ons een grote verantwoordelijkheid toebedeeld.

Wij mensen hebben echter aangetoond dat wij aan deze verantwoordelijkheid niet op de rechte wijze gestalte geven. De consequentie daarvan kunnen we lezen in de Romeinenbrief: „Want wij weten dat het ganse schepsel tezamen zucht, en tezamen als in barensnood is tot nu toe”. Hoe zorgvuldig wij ook met de schepping dienen om te gaan, er zit evenzeer een andere kant aan de zaak.

…en bouwen

Naast bewaren is het mede de opdracht om te bouwen (Genesis 2:15). De mens ontplooit allerlei noodzakelijke activiteiten, die in de loop der geschiedenis alleen maar in intensiteit zijn toegenomen, niet in de laatste plaats vanwege een toenemende bevolkingsomvang. Die toenemende intensiteit brengt een spanningsveld met zich mee dat wij misschien liever niet zouden willen zien, maar waarmee wij wel geconfronteerd worden. In dat spanningsveld tussen het bewaren van de schepping en het bouwen daarin hebben we een afgewogen positie in te nemen.

Bescheidenheid

Die evenwichtigheid en eerlijkheid heeft de SGP-fractie, het zij in bescheidenheid gezegd, altijd willen betrachten. Dat gaat niet zelden gepaard met een hevige worsteling om de conflicterende belangen op de juiste manier tegen elkaar af te wegen en op de juiste waarde te schatten. Toegespitst op de door Van Dijke aangestipte mestdiscussie van de afgelopen maanden levert dat het volgende beeld op.

De regering heeft ter beheersing van de milieubelasting door een teveel aan meststoffen voorgesteld om tot en met het jaar 2008 in de wet vast te leggen aan welke normen onze agrariërs dienen te voldoen. De kern van het mestdebat draaide om twee zaken: de haalbaarheid en betaalbaarheid van deze voorstellen. De SGP-fractie heeft zich daarover zeer kritisch uitgelaten. Waarom?

Haalbaar

De milieunormen tot het jaar 2000 zijn door de SGP-fractie aanvaard. De haalbaarheid van de door de regering beoogde milieudoelstelling na 2000 achten wij echter -mede na veelvuldig en intensief overleg met de sector- niet aangetoond.

Met de huidige stand van de techniek zullen veel bedrijven niet aan de geëiste nonnen kunnen voldoen. Met de haalbaarheid is de betaalbaarheid van het beleid nauw verbonden. Overschrijding van de normen levert de boer namelijk een heffing op.

Van diverse zijden is ons voorgerekend dat die heffing tot een onaanvaardbare hoogte kan oplopen en in het ergste geval kan leiden tot faillissement. Het RPF/GPV-amendement, waarvan Van Dijke melding maakt en dat door de SGP-fractie werd gesteund, heeft in tegenstelling tot wat hij beweert niet voor een halvering van de heffing gezorgd. Alleen het in de wet vastgelegde toptarief is gehalveerd. De overige tarieven zijn gelijk gebleven.

Dilemma

Wetend dat invoering van de mestwet een niet onaanzienlijk deel van de agrarische sector voor onoverkomelijke moeilijkheden stelt, word je voor een dilemma geplaatst. Of je probeert de in de wet opgenomen milieudoelstelling koste wat het kost te halen, en brengt daarmee veel bedrijven in de problemen (geen 60.000, zoals Van Dijke verondersteh; dat heb ik nooit beweerd), óf je geeft de sector de ruimte en de tijd om de milieudoelstelling binnen handbereik te brengen.

Voor de SGP-fractie is de balans doorgeslagen in het voordeel van de laatste optie. Daarmee is het milieubelang zeker niet overboord gezet. Integendeel! Het stimuleren van de sector om -uiteraard binnen wettelijke kaderszelf oplossingen te verwerkelijken, levert op termijn meer milieuwinst op dan het opleggen van regels waarvan nu al duidelijk is dat die niet haalbaar zijn.

Een en ander leidde ertoe dat de SGP tégen het wetsvoorstel heeft gestemd en de RPF vóór. Dit wilde ik voor de volledigheid toch nog even noemen, omdat de RPF-voorman dit feit over het hoofd heeft gezien.

Campagne

Van Dijke merkt terecht op dat de verschillen tussen RPF en SGP niet zijn terug te voeren op het al dan niet behartigen van de belangen van boeren. De SGP probeert echter steeds oog te houden voor alle in het geding zijnde belangen. Daarbij ziet zij het milieubelang als een van de vele aspecten die bij de totale beoordeling dienen te worden meegenomen. Zo wordt de beste waarborg geboden voor een afgewogen besluitvorming over welk onderwerp dan ook. Wie dat beweert, staat mijns inziens niet met één been in een verkiezingscampagne. Wie dat niet wil zien, staat wel met één been buiten de werkelijkheid.

De auteur is voorzitter van de SGP-fractie in de Tweede Kamer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Ruimte om milieudoelstelling binnen handbereik te brengen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's