Misdaad op een filmspoeltje
Kampgevangene legde het dagelijks leven in Westerbork vast
Een handdruk, een laatste armzwaai. Wagondeuren worden vergrendeld. De trein met joodse gevangenen zet zich in beweging, op weg naar het vernietigingskamp. Afcheidsbriefjes worden naar buiten gegooid. Beelden uit Westerbork. Opnieuw is er uniek filmmateriaal over het kampleven boven water gehaald. De Westerborkfilm, de enige reportage die reeds tijdens de oorlog in een van de nazi-concentratiekampen gemaakt werd, is ruim zestien minuten langer geworden.
Settela Steinbach staat ook op de film, zeven seconden lang. De van naar gemaakte foto werd beroemd. Het is een symbool van de jodenvervolging: een bleek gezicht, donkere ogen die nog even het kamp inkeken voordat de wagondeur gesloten werd. Het was de 93e trein die uit Westerbork vertrok. Een deel ging naar Bergen-Belsen, het andere deel naar Auschwitz. Aan dit laatste deel was een extra treinstel met daarin 245 zigeuners gekoppeld.
Jarenlang had het meisje geen naam. In de computer van journalist A. Wagenaar heette ze Esther. Uiteindelijk wist hij haar identiteit te ontrafelen. Ze was geen jodin, geen Esther, maar een zigeunermeisje, Settela Steinbach. Op 19 mei 1944 werd ze vanuit Westerbork gedeporteerd. Het bleke gezicht stond strak. „Angst voor de dood die anderen voor je bepalen zonder één enkele reden”. Donkere ogen keken nog even naar buiten. Totdat de wagondeur dichtging.
Auteur C. Duyns zei afgelopen vrijdag tijdens de presentatie van het herontdekte filmmateriaal: „Bij zulke beelden vraag ik me altijd af: Wie zijn die mensen? Hebben ze het overleefd?” In het herinneringscentrum was achter een originele barakwand een filmzaal ingericht. Onder doodse stilte werden de beelden aan oud-kampbewoners en journalisten vertoond. Twee aanwezigen, B. Valken S. Lampie, kregen het rapport van het onderzoek dat naar de filmbeelden gedaan is, overhandigd. Zij zaten ruim een halve eeuw geleden in Westerbork. Op de film herkende Valk zijn vader. Lampie zag zijn broer en zus.
Waarom?
Waarom liet kampcommandant Albert Konrad Gemmeker deze film en vele honderden foto’s maken? Wilde hij het belang van zijn Arbeitslager voor de Duitse oorlogsindustrie kunnen aantonen, zodat hij zelf niet als soldaat naar het Oostfront gestuurd zou worden? Zijn er daarom zo veel opnamen van het werk gemaakt?
Of wilde hij laten vastleggen dat de gevangenen in het Drentse doorgangskamp menselijk behandeld werden? Zelf werd hij daarom de ”gentleman-boef” genoemd. Kamp Westerbork kende geen brullende en moordende SS’ers, omdat de deportatie van joden uit Nederland soepel moest verlopen. Gemmeker wist dat op de film de misdaad werd vastgelegd. Zag hij er geen groot kwaad in? Na de oorlog is de film als bewijsmateriaal tegen SS’ers gebruikt. Ook tegen hemzelf.
Waarom voerde Rudolf Werner Breslauer, een Duits-joodse kampgevangene, Gemmekers opdracht uit? Om te overleven? Om het lot van de gevangenen vast te leggen voor later? Een beeldgetuigenis van wat zich ruim een halve eeuw geleden op de Drentse hei afspeelde? Bedelde hij daarom om ook het vertrek van een trein-transport naar Auschwitz en Bergen-Belsen te mogen vastleggen, hoewel dat niet in het script stond? De preciese antwoorden zullen nooit gehoord worden. Breslauer kwam met Gemmeker in conflict, heeft zijn film nooit afgemaakt en werd in september 1944 met zijn gezin naar Auschwitz gedeporteerd. Zijn dochter was de enige die terugkeerde.
Kerkdienst
Breslauer filmde. Hij mocht het kamp soms zelfs even verlaten om de films naar het laboratorium in Arnhem te brengen. De twee nieuw ontdekte spoeltjes die in de jaren vijftig in de vergetelheid waren geraakt, bevatten beelden die nog onbekend waren: de bouw van nieuwe barakken, een paard voor een lorrytreintje, onderhoudswerkzaamheden aan de bewegwijzering in het kamp. Ook zijn er opnamen van dingen waarvan al filmbeelden bekend waren, maar vanuit een andere invalshoek: de schoenmakerij in het kamp, de borstelmakerij en de demontage van vliegtuigonderdelen.
De film toont het werk op het land en het vertier dat kampbewoners in voetbal en toneel vonden. De spoeltjes bevatten de allereerste beelden die Breslauer maakte. Nadat hij op 4 maart 1944 de opdracht kreeg, filmde hij de volgende dag een zondagse godsdienstoefening van gedoopte protestantse joden. Tijdens dit bijna drie minuten durende fragment zijn de gevangenen nadrukkelijk in beeld: de bezoekers die zittend of staand de preek beluisteren, ds. B. F. Benfey achter een tafel met een wit kleed, het zangkoortje, de pianist, de dirigent.
De camera glijdt in close-up langs de jongste leden van het koortje: enkele tientallen kinderen die, met grote jodensterren op hun jas genaaid, onwennig, soms lacherig voor de camera hun best doen het lied zo goed mogelijk ten gehore te brengen. Ook dat is bijzonder, want op de 80 minuten film die tot nu toe bekend was, komen nauwelijks kinderen voor.
Breslauer had van ds. Benfey toestemming om de dienst te filmen. Andere geestelijke leiders waren daarvan niet op de hoogte, stelden het ook niet op prijs en verlieten boos de zaal. Zij werden naar de strafbarak gestuurd. Valk en Lampie, de mannen die het onderzoeksrapport overhandigd kregen, behoorden tot de gedoopte joden. De broer en zus van Lampie zaten op het zangkoor.
Identificatie
Beheerst bekijken de oud-kampbewoners de filmbeelden. Een van hen haalt een herinnering op aan de nachten in de mudvolle barakken. „Er was een man met een bombardementssyndroom. Voortdurend riep hij: „Haal die centrale verwarming van mijn been”. Zulke dingen vergeet je niet meer”. Zijn vrouw: „En hoe lang stonden we niet op de appèlplaats? De hele dag”.
Bij de ingang van de filmzaal was de schamele inventaris van een barak te zien: wat beddengoed, een potkacheltje, een verveloze tafel, een stoel. En schoentjes, kínderschoentjes.
Het herinneringscentrum gaat verder met het filmonderzoek, kondigde directeur drs. D. Mulder aan. „We willen zo veel mogelijk mensen op de film identificeren, beter gezegd: hun naam teruggeven”. Settela hééft haar naam al terug.
Een verslag van het filmonderzoek is vastgelegd in ”Westerbork Cahiers 5: Kamp Westerbork gefilmd”. Het boekje is voor ƒ 24,95 te koop in het herinneringscencrum, waar momenteel een expositie aandacht besteedt aan de Westerborkfilm.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's