Van scepsis tot treurnis
Feministes zagen de Emancipatieraad als een fopspeen waarmee ze rustig werden gehouden
De Emancipatieraad zou een fopspeen voor lastige vrouwen, een zandbak voor energieke feministes en een zoethoudertje voor de nazaten van Dolle Mina zijn. Tenminste, dat dachten de feministes in 1981. Maandag wordt de raad opgeheven. De vrouwenbeweging treurt.
Het aantal adviesraden in Nederland rijst de pan uit. De overheid heeft daarom besloten het mes te zetten in de overkill aan instellingen die beleidsmakers gevraagd en ongevraagd van advies dienen. Een belangrijke en invloedrijke organisatie als de Sociaal-Economische Raad mag zijn taak ongestoord blijven uitvoeren. Samen met vele andere adviesorganenen moet de Emancipatieraad bij de sanering het veld ruimen.
Op 1 mei 1981 ging de raad officieel van start onder voorzitterschap van mevrouw Schoo, die later minister van ontwikkelingssamenwerking werd. Na haar hebben nog twee VVD-vrouwen de kar getrokken: mevrouw Van Leeuwen en mevrouw Den Ouden.
Minister-president Van Agt installeerde de raad in 1981 tijdens een bijeenkomst in de Ridderzaal. Hij werd in verlegenheid gebracht toen hij de kersverse raadsleden de hand wilde drukken. Een van de dames weigerde de hand die hij haar toestak en gaf hem slechts een afgemeten knikje. „Van Agt was voor mij de verpersoonlijking van de te beperkte abortuswet”, gaf ze achteraf als verklaring. Binnen de vrouwenbeweging leefde aanvankelijk verzet tegen de oprichting omdat zij meende dat de overheid de raad als een soort zoethoudertje probeerde te gebruiken.
Koers
De regering heeft in zestien jaar meer dan 350 emancipatoire adviezen te verwerken gekregen. Volgens drs. R C. den Uil, die een aantal publicaties over emancipatie op zijn naam heeft staan, heeft een advies nooit de koers van regeringsplannen helemaal gewijzigd.
De meeste aanbevelingen zijn in de praktijk niet uitvoerbaar. „Ten minste de helft van de ministers in het nieuwe kabinet moet vrouw zijn. Verder moet er een vrouwelijke minister worden benoemd die ook verantwoordelijk is voor het arbeidsmarktbeleid”, stelde mevrouw Den Ouden bij de kabinetsformatie in 1989.
„Dat is het politieke spel”, reageert Den Uil. „De raden zetten hoog in, want zij weten ook dat de regering met diverse factoren rekening moet houden. Het is voor hen winst als 10 procent wordt gehaald”.
Gezinsvijandig
Den Uil geeft een andere invulling aan het woord emancipatie dan de raad. „Bij mij staat het niet voor het doorbreken van de traditionele rolverdeling, maar voor individualisering. Het is een gezinsvijandig beleid”.
Wat hem betreft had de raad er nooit hoeven komen. Dat de overheid tot opheffing overgaat, juicht hij dan ook toe. „De raad is absoluut overbodig. De leden brengen geen nieuws meer. Ze hebben in kaart gebracht hoe het komt dat mannen en vrouwen verschillende posities innemen. Vervolgens hebben ze per sector alles uitgeplozen”. Hij betwijfelt of de overheid ook buiten de sanering om tot dit besluit zou zijn gekomen. „Naar buiten toe is het bestaan van de raad een heel belangrijk punt”.
„Het hoogtepunt van de emancipatie is voorbij. Ik zie een slingerbeweging de andere kant op. Er komt een romantische stroming. Mensen komen tot de conclusie dat samen de hele dag de deur uit zijn ook niet alles is”, aldus Den Uil.
Vrijer
De raad was een felle voorvechter van het ”baas in eigen buik”-principe. De abortuswet moest vrijer, veel vrijer. Het voorstel van hen was de moord op ongeboren levens uit het Wetboek van Strafrecht te verwijderen. Dit advies was voor de Stichting Recht Zonder Onderscheid (Stirezo) aanleiding om ontbinding van de Emancipatieraad aan te vragen. „Met het adviesrapport waarin het doden van weerloze medemensen tot de zevende maand wordt voorgestaan, verliest deze organisatie haar bestaansrecht”, aldus Stirezo. De woordvoerder geeft de raad de naam „degradatieraad” mee.
Drs. J. Mulder, directeur van het SGP-studiecentrum, liet in 1991 al weten dat hij de raad graag ontbonden zou zien. „Naar mijn mening is de Emancipatieraad vrouwonvriendelijk en kan hij daarom worden opgeheven. Het lijkt mij een vorm van neerbuigende vernedering wanneer met behulp van de sterke hand een baan wordt verkregen, waar kwaliteit en uitstraling van de betrokkene van doorslaggevende betekenis hadden moeten zijn. Het risico is aanwezig dat de vrouw zich overgeeft aan de Staat, die dan voor haar moet regelen wat zij zelf niet kan”, aldus Mulder.
Conservatief
Dat een groot aantal moeders geen behoefte heeft aan een baan buitenshuis omdat ze in het gezin voldoening vindt, was voor de Emancipatieraad geen reden om zijn activiteiten aan te passen. „Mie mensen zijn in wezen zeer conservatief. Ze zien veranderingen als bedreigingen omdat ze er geen antwoord op weten. Het feit dat een groep mensen een ander waardepatroon heeft, is echter nog geen legitimatie om het emancipatieproces stop te zetten”, aldus de huidige voorzitter mevrouw Den Ouden.
De raad boog zich ook over minder ingrijpende zaken, zoals het woord meisjes. Schrijvers van een rapport over jongeren hadden het steevast over jongens en meisjes. Fout. Meiden moet dat zijn, volgens de raad. „Verkleinwoorden kunnen een neerbuigend effect hebben”, luidt de verklaring. Als tegenactie veranderden de raadsleden jongen in jongetje.
In de woordenstrijd zouden ook de mannelijke beroepsnamen moeten sneuvelen. De raad boog zich over het ‘probleem’ en kwam met een oplossing. Timmerman wordt timmermens en brandweerman wordt brandweermens. Eenvoudiger kan het niet. Het nieuwste Groene Boekje heeft de laatste term in de lijst opgenomen. Timmermens komt er echter niet in voor. Inburgering van een woord vraagt echter meer dan suggesties van een raad en vermelding in een woordenlijst. „De raad heeft in ieder geval goed begrepen dat de taal de drager van de filosofie is”, meent Den Uil.
Geruisloos
De aftocht zal geruisloos verlopen. De Nederlandse burger merkt er in ieder geval niets van. Minister Melkert van sociale zaken en werkgelegenheid heeft voorgesteld om drie emancipatiedeskundigen aan te stellen om een eventueel gat op te vullen. Zij mogen de nog overgebleven adviesraden in hun kennis laten delen door middel van gevraagde en ongevraagde adviezen.
De feministes vinden dit te karig. Mevrouw Dresselhuys, hoofdredactrice van het blad Opzij, oordeelt dat Nederland er nog lang niet is wat de rechten van vrouwen betreft. „De Emancipatieraad was de waakhond van de maatschappij. De leden hebben altijd op het vinkentouw gezeten wat vrouwenzaken betreft”. Zij ziet Melkerts voorstel als een list om rust in de feministestent te krijgen.
Ook oud-minister van defensie Vredeling betreurt de opheffing. In de periode van 1981 tot 1985 was hij het enige mannelijke lid van de Emancipatieraad. „Deze stap is genomen omdat ook andere adviesorganen worden opgeheven. Een beetje mal, omdat de achterstandspositie van de vrouw nog steeds een vraagstuk is dat de helft van de samenleving bezighoudt”.
Klaagverhaal
De vrouw die zich op het ministerie van economische zaken onder andere met emancipatiezaken bezighoudt, mevrouw Brandon, constateert dat de kwaliteit van de adviezen de laatste jaren is teruggelopen. In Trouw zegt ze daarover: „Ik tref in adviezen te vaak het oude klaagverhaal over discriminatie aan. Die tijd hebben we echt gehad. Kijk naar de generatiekloof tussen jonge en oudere vrouwelijke ondernemers. De nieuwe generatie staat veel zelfbewuster in het leven. Ze hebben geen behoefte meer aan aparte cursussen voor vrouwelijke starters bij de Kamer van Koophandel. Die lopen dan ook leeg. De collega’s op Economische Zaken raken dan ook steeds vaker geprikkeld over de adviezen”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's