KERK - EN - WERELD
Werk in het buitenland
„De juiste mensen op de goede plaats op het passende tijdstip en liefst twee tegelijk”. Als mensen van gereformeerde origine zo nodig vrijwilligerswerk moeten gaan verrichten in Israël, omgeef dat dan met waarborgen. Zo denkt ds. John Ross van de Engelse organisatie Christian Witness to Israël erover. Hij toonde zich, een paar weken geleden, toen wij elkaar spraken op de Londense luchthaven Gatwick, zeer bezorgd.
Zijn bekommering betreft niet allereerst de dreiging van geweld in Israël. Zij gaat over voluntairs die op seculiere instituten een werkplek vinden. Naar een kibboets zou hij slechts in bijzondere omstandigheden iemand laten vertrekken. „De moraal is daar niet hoog. Alleen sterke persoonlijkheden, mensen met kennis, kunnen er hun identiteit bewaren”.
En passant vertelde Ross een opmerkelijk feit. Zijn organisatie sloot het vorige jaar af met een groot tekort aan Engelse ponden, enkele honderdduizenden guldens. Een aantal mensen ging op de knieën. De volgende ochtend lag er een cheque bij de post van precies het ontbrekende bedrag. „De cheque moet al onderweg zijn geweest, toen wij knielden”.
Solide plaats
Vooruit, denkt iemand: „Wat weet zo’n Engelsman nou van werken in het beloofde land?” Maar hij is niet de enige die waarschuwt. Een dag of wat voor het onderhoud met Ross, liet dr. Gershon Nerel, vertegenwoordiger van International Messianic Jewish Alliance in Israël, soortgelijke woorden horen. De pas gepromoveerde jood heeft zelf een leidende positie in kibboets Yad Hasjmona, iets ten noorden van de autoweg van Jeruzalem naar Tel Aviv.
Nerel raadt ten sterkste af dat jonge christenen neutrale kibboetsen als arbeidsplek kiezen. „Zij hebben een solide plaats nodig”. Hij raadt aan om eens met vakantie naar Yad Hasjmona te gaan. „Dan kunnen ze zien wat het is. Misschien gaan ze er later werken. Maar wij accepteren alleen gelovigen”.
Daar zit opnieuw een probleem. Wat is in godsdienstig opzicht „solide”? Wie heeft het rechte zicht op dat begrip ”gelovigen”? De maatschappelijke context waarin deze Messiasbelijdende jood werkt, is volstrekt anders dan de situatie in Nederland. Wie in Israël de Heere Jezus publiek wil belijden, kan dat niet doen vanuit pure traditie en zonder tegenstand in zijn leefomgeving. De keuze moet in zijn hart worden geboren. In ons lieve landje is christen-zijn en ‘geloven’ voor velen een bij de opvoeding meegegeven vanzelfsprekendheid.
Het gevaar is niet denkbeeldig dat ik met al mijn letterkennis in zo’n onchristelijke samenleving ondersteboven val. En om toch zekerheden te behouden mijzelf een ‘geloof’ aanschaf. Van een andere couleur dan ik was gewend.
”Gelovig”, dat kan in Israël van alles zijn. Zelf is Nerel -Cortie ten Boom was zijn eerste Nederlandse connectie- geen bewonderaar van de pinksterbeweging. Maar er is in het land van Abraham, Izak en Jacob stellig sprake van beïnvloeding vanuit die hoek. Heb ik genoeg kennis in huis van mijn eigen levensovertuiging om daarmee om te gaan?
Werken en ‘kerken’
Er is vraag naar Nederlandse vrijwilligers. In bejaardentehuis Ebenezer voor Messiasbelijdende joden te Haifa bijvoorbeeld. Of als verpleegkundige. Fijn. Maar pas op voor het relativeren van eigen zienswijzen en standpunten. En voor overweldiging door andermans religie. Dat moslimmeisje dat toch maar voor mij heeft gebeden, toen ik longontsteking kreeg. „Mooi geloof toch eigenlijk, hé?”
Wie met z’n tweeën is, kan nog eens samen ergens over praten. De enkele pionier moet alles zelf verwerken. Of is het contact met de thuisgemeente zo sterk dat deze daarbij kan helpen? Meestal vormt dat slechts een vrome wens. En passant nu ook een waarschuwing voor ambtsdragers om hun taak te verstaan.
Kan mijn zoon of dochter ook ‘kerken’ in Israël? Op zondag in bescheiden mate. Vrijwel alle Messiasbelijdende gemeenten van joodse origine vieren de sabbat. Ook de groeiende ‘gereformeerde bond’, die vier kleine gemeenten telt.
„De moedig het voluntairswerk niet aan”, zei ds. Ross. „Ik raad het af. Jonge mensen groeien onherroepelijk af van de hun van thuis meegegeven traditie en principiële opvattingen”.
Niet gaan dus? Is dat de moraal van het verhaal? Dat durf ik zo een, twee, drie niet zeggen. De wil wel een prioriteit stellen. Deze, om het Woord van God serieus te nemen dat iemand zonder wedergeboorte Zijn rijk niet binnen komt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's