IJskunstwerk in de boomgaard
Fruitkwekers in de weer met beregeningsinstallaties om oogst te redden
MARKNESSE - Zijn nachtvorstmelder joeg hem vannacht voor de zesde keer dit jaar uit bed. Om de kou geen kans te geven de knoppen in zijn appelbomen te ruïneren, schakelde fruitkweker F. van Munsteren uit Marknesse klokslag middernacht de beregeningsinstallatie in. Dat betekende hard werken, maar het is volgens de kweker de enige manier om de oogst te redden. Het resultaat vanmorgen vroeg? Een schitterend ijskunstwerk in de boomgaard.
Van Munsterens tuinbouwbedrijf is zo’n 20 hectare groot, goed voor een jaarlijkse opbrengst van gemiddeld 800 ton appels en nog vrat peren. Of de plukkers dit jaar net zo veel van de bomen halen, waagt de kweker te betwijfelen. De vorst sloeg al verschillende keren toe.
Aan het begin van de week vroor het maar liefst 4 graden. „Ik kan maar de helft van mijn boomgaard beregenen. Op de andere helft is 70 tot 80 procent van de knoppen bevroren”. Hij plukt een trosje van een tak en peutert een vrucht open. „Kijk, zwart van binnen. Dit was nooit een appel geworden”. De perenbomen bloeien al. De kou kleurde de bloesems zwart. Van Munsteren: „De peren redden het wel dankzij het groeimiddel gibberiline”
Een grote trekker met daarachter een pomp staat ’s nachts stand-by naast de sloot. Constateren de sensoren in de boomgaard 0,2 graden vorst, dan zet de nachtvorstmelder Van Munsteren aan het werk. „Bij een halve graad onder nul schakel ik de pomp in”, vertelt hij. Vervolgens rijdt de kweker op een andere trekker langs de eindeloze rijen fruitbomen om te kijken of alle sproeiers naar behoren werken. Daar is hij zo’n drie kwartier zoet mee.
Het water op de takken en knoppen bevriest in een mum van tijd en biedt zo de nodige bescherming, „’t Is zoals in een iglo. Aan de buitenkant stijf bevroren en van binnen op temperatuur te houden”. Het sproeien moet doorgaan tot het ijs vanwege de dooi van de takken valt. Van Munsteren: „Doe je dat niet, dan wordt er tijdens het smeltingsproces zoveel warmte aan de knop onttrokken dat-ie alsnog bevriest”.
Drassig
De kweker probeert het besproeien van zijn bomen overigens zolang mogelijk uit te stellen. „Die pomp gooit er 240 kubieke meter water per uur uit. Alles wordt zo drassig dat je de volgende dag nauwelijks aan het werk kunt in de boomgaard”. Hoewel Van Munsteren veelvuldig overlegd met zijn collega’s in de buurt is het wel eens voorgekomen dat hij als enige niet sproeide. „De een is sneller in paniek dan de ander. Daar komt een stukje ervaring bij kijken”.
In het kantoor van de fruitkweker geeft een computer om de 6 seconden de buitentemperatuur aan. Een weerstation tussen de bomen levert verder informatie over de luchtvochtigheid en de neerslag. „Bij dreigende nachtvorsten is het zaak voortdurend van de temperatuur op de hoogte te zijn. Gisteravond zakte het kwik binnen één uur 2 graden naar 3 graden boven nul. Dan kun je ervan uitgaan dat je binnen een paar uur aan de bak moet”. De vorstwekker bij zijn bed gaf Van Munsteren vannacht precies drie kwartier rust. Rond het middernachtelijke uur ging het alarm af. „Mijn buurman heeft niet zo’n apparaat. Die is soms de hele nacht in de weer met zijn thermometer”.
Of een mindere oogst veel schade zal opleveren, kan de fruitkweker niet zeggen. „Dat hangt van verschillende factoren af. Is de oogst in de rest van Europa ook niet best, dan zal de kiloprijs stijgen, zodat we er toch nog redelijk uit kunnen springen”.
Van Munsteren kan meepraten over tegenslagen. Een aantal jaren geleden verwoestte een hagelbui het grootste gedeelte van zijn oogst. Om toch iets te verdienen, besloot hij appels te gaan sorteren voor collega-fruitboeren. Die activiteit groeide uit tot een bedrijf met 35 medewerkers. Kwekers uit Noord-Holland, Utrecht en Flevoland leveren nu jaarlijks 10 tot 15 ton appels af bij het sorteerbedrijf in Marknesse. De vruchten vinden vervolgens via het grootwinkelbedrijf Unigro hun weg naar de consument.
De sector moet volgens de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) rekening houden met een 20 tot 40 procent kleinere fruitoogst ten opzichte van die van vorig jaar. De exacte omvang van de schade door de nachtvorst is pas vast te stellen over twee tot drie weken als de bloei achter de rug is. Hoe de temperatuur zich de komende tijd ontwikkelt, is ook ongewis. „Zolang de wind uit het noorden of noordoosten waait, blijft het koud”, vertelt Van Munsteren. De natuur blijkt grillig. „Vorig jaar om deze tijd was het overdag 25 graden boven nul”.
Geen goed water
Volgens de NFO heeft de nachtvorst de meeste schade aangericht in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. In deze regio’s is geen goed water beschikbaar om de bloesem te beschermen. In de overige regio’s lijkt de schade minder groot.
Het zwaarst getroffen zijn volgens de NFO de appelrassen boskoop (goudreinet) en delcorf en in mindere mate elstar en jonagold. Bij peren is vooral conference getroffen. In de genoemde regio’s zijn vrijwel alle bloemen van deze rassen bruin tot zwart verkleurd. De vorstschade aan pruimen en kersen lijkt kleiner uit te vallen dan die aan appels en peren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 april 1997
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's