Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Malta staat garant voor bodemarchief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Malta staat garant voor bodemarchief

Aantasting archeologisch erfgoed gaat bouwer geld kosten

3 minuten leestijd

UTRECHT - Staatssecretaris Nuis (Cultuur) stuurt nog voor het zomerreces een brief naar de Tweede Kamer waarin hij aangeeft hoe bouwers en bestuurders in de toekomst moeten omgaan met de bodem. Archeologen kunnen uit die bodem immers informatie over het verleden halen. Aantasting van dit erfgoed kan projectontwikkelaars en overheden voortaan geld kosten.

Er is al veel verknoeid. Uit cijfers van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek blijkt dat sinds de Tweede Wereldoorlog ongeveer een derde van het „archeologisch bodemarchief” verknoeid is. De projectontwikkelaars en de overheid hebben voor de periode tot 2005 nog aardig wat plannen: honderdduizenden nieuwe woningen en verder nieuwe bedrijven en dito infrastrucuur.

Volgens het Verdrag van Malta, dat al in 1992 door de toenmalige cultuurminister D’Ancona en haar buitenlandse collega’s werd ondertekend, moeten de archeologen voortaan in een vroeg stadium bij bouwen herinrichtingsplannen worden betrokken. Er moet vooronderzoek worden gedaan naar wat de bodem aan geschiedenisbronnen bevat. In principe moet het archeologisch erfgoed zoveel mogelijk blijven waar het is, zodat ook toekomstige generaties de bodem nog als archief kunnen gebruiken. Bouwplannen kunnen er eventueel aan worden aangepast. Als het echt niet anders kan, moet er worden opgegraven. De „verstoorder” van het bodemarchief moet voor de kosten opdraaien.

Vanaf welke schaal dat gaat spelen, welke kosten er allemaal vergoed moeten worden en wie de verstoorder eigenlijk is, moet uit de brief van Nuis blijken. De projectontwikkelaars en bijvoorbeeld ook boeren doen weliswaar het verstorende werk, maar de bestuurders geven de grond uit. Hoe hoog de kosten zijn, weet niemand precies. Volgens de Groningse onderzoeker drs. D. Gerrets kost archeologisch veldwerk (opgraven) gemiddeld zeshonderd gulden per vierkante meter, maar de precieze cijfers hangen natuurlijk af van de ingewikkeldheid van elke klus apart.

In bestuurlijk Nederland leeft het Verdrag van Malta nog niet erg, zo bleek in april op een congres van de Nederlandse Vereniging van Archeologen. Burgemeester IJssels van Gorinchem nam onlangs tijdens een bijeenkomst met collega’s de proef op de som, vertelde hij: „Ik vroeg: wat zegt jullie Malta? De een kwam met aardappels voor de draad, de ander met het eiland en een derde bracht zelfs de Tweede Wereldoorlog in herinnering. Verder ging er bij niemand een licht op. Er is geen benul bij tal van gemeentebesturen dat er zoiets aankomt”.

Waardering

Ussels zelf ziet niet zoveel problemen. „Het is voor gemeenten in een rijk land als Nederland toch niet moeilijk om 50.000 tot 80.000 gulden te reserveren voor iets als dit. Ik wil alleen kanttekeningen maken bij de term „de verstoorder betaalt”. Dat doet te veel denken aan bodemverontreiniging en aan belemmeringen voor ondernemers. Je moet het vertalen naar iets positiefs: het is zorg voor het cultuurgoed”.

Volgens IJssels willen bestuurders wel met zoiets „scoren” bij het publiek. Dat publiek loopt het paadje naar opgravingen weliswaar niet plat, zo bleek vorig jaar uit een NIPO-onderzoek, maar hecht er in overgrote meerderheid wel waarde aan.

De archeologen moeten volgens IJssels wel iets doen om het publiek beter te bereiken. „Archeologen hebben nogal eens de opstelling: het is van ons. Maar het is niet van de archeologen alleen, zij moeten de buitenwereld ontvangen”.

Volgens projectontwikkelaar B. Matthijsen, die met zijn Bouwfonds Woningbouw bv jaarlijks ongeveer 5000 huizen realiseert, moeten archeologen bouwers niet zien als „de boze buitenwereld”. De verschillende belanghebbenden kunnen er vast wel samen uitkomen.

Factor tijd

Volgens Mathijsen zijn er ook niet zozeer technische en financiële problemen als wel organisatorische. Het is moeilijk de verschillende werkzaamheden op elkaar af te stemmen, zeker omdat de factor tijd voor zijn branche een belangrijke rol speelt.

Intussen wordt er toch al op de ratificatie van het verdrag vooruit gelopen. Zo werd er bij de aanleg van de A27 voor tien miljoen gulden aan archeologisch onderzoek besteed en bij de Betuwelijn voor 43 miljoen gulden. In beide gevallen zijn dat fracties van de totale kosten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

Malta staat garant voor bodemarchief

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's