Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Gemarginaliseerd in het wereldsysteem”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Gemarginaliseerd in het wereldsysteem”

Belgische prof. Doom ziet toekomst van Afrika pessimistisch in

12 minuten leestijd

Ondanks alle ontwikkelingssamenwerking, structurele aanpassingsprogramma’s en financiële hulp, blijft Afrika het internationale zorgenkind. De schuldenlast drukt steeds zwaarder, het voedselprobleem is nog altijd niet opgelost en conflicten steken overal de kop op. Waar gaat het zwarte werelddeel naartoe en hoe staat de de rest van de wereld daartegenover?

Volgens prof. dr. R. Doom, hoogleraar derdewereldstudies aan de universiteit van Gent, zijn er redenen genoeg om de toekomst van Afrika vrij pessimistisch in te zien. „Het aandeel van het continent in de wereldhandel neemt af, het werelddeel desinvesteert en de verhouding tussen voedselproductie en bevolking gaat de slechte kant op”.

Ten dele gekoppeld aan economische teruggang noemt de hoogleraar politieke destabilisatie en gewapende conflicten in diverse regio’s als oorzaak voor de weinig rooskleurige situatie. De conclusie is volgens hem dan ook dat Afrika voor de komende jaren -en misschien decennials gemarginaliseerd binnen het wereldsysteem. „Buiten de gewone vreugde van: ik haal de volgende dag, zijn er bitter weinig redenen om echt tevreden te zijn”.

Doom signaleert een verschuiving in het belang dat de rest van de wereld -en in het bijzonder het Westen- bij Afrika heeft. Volgens hem kan het huidige wereldsysteem economisch gezien functioneren zonder dat het Afrika echt nodig heeft als leverancier van grondstoffen en afzetmarkt.

„Bovendien”, zegt de Belgische wetenschapper, „is Afrika, zeker na de val van de Berlijnse Muur, ook geostrategisch minder belangrijk geworden. Er wordt niet langer een soort Koude Oorlog uitgevochten in Angola, Mozambique, Zimbabwe, Zuid-Afrika, Ethiopië, enzovoorts. Dus als je het gaat bekijken in pure machts- of economische termen, dan ligt het continent aan de rand van de interesse”.

Het enige wat overblijft, aldus Doom, is een soort verlicht eigenbelang. „Europa kan het zich niet permitteren dat grote stukken van Afrika verder destabiliseren. Je krijgt een weerslag op Europese situaties. Zowel de VS als Europa trachten daarom tegenwoordig in de eerste plaats stabiliteit te bereiken, om mogelijke repercussies op de rest van de wereld te voorkomen”.

De gevolgen van conflicten in Afrika uiten zich volgens de Gentse professor voornamelijk in twee vormen. „Ten eerste bestaat er een soort morele reflex, maar die kunnen we wel tussen aanhalingstekens zetten. We hebben het een beetje moeilijk met ons zelfbeeld als we een paar miljoen mensen laten creperen, zonder dat we er iets aan veranderen. Dus we willen toch wel iets doen, al is het maar om er zelf wat beter van te slapen”.

„Het tweede is dat weliswaar de meeste conflicten in Afrika intern zijn, maar dat bijvoorbeeld wat in Rwanda oorspronkelijk is gebeurd, overslaat op de hele regio. Je kunt niet meer doen alsof wat in Afrika speelt ons helemaal niet raakt. Het is natuurlijk secundair, want als het om onze eigen veiligheid gaat, is het veel belangrijker wat er in Joegoslavië gebeurt. Maar je kunt toch ook niet volhouden dat we, wanneer gans Afrika ontploft, zelf geen stenen op ons hoofd krijgen”.

Schaamtegevoel relativeren

In hoeverre speelt hier de erfenis van het kolonialisme een rol?

„Ik denk dat je dat schaamtegevoel toch wel moet relativeren. Er is in België natuurlijk een generatie die nog altijd redeneert in termen van ”onze Kongo” en met enige weemoed terugdenkt aan de tijd dat men op de Barza over de Zaïrestroom uitkeek. Maar dat is een groep die aan het uitsterven is”.

„De jongere generaties hebben eigenlijk nauwelijks nog zicht op wat er toen is gebeurd. Dat is voor hen denk ik volkomen voltooid verleden tijd. En dus ook dat schuldgevoel -wij hebben een plicht versus onze oud-kolonie-: ik zou daar maar niet te veel op rekenen. Bovendien: hoe vertaal je dat soort van schaamte? De neiging tot dadendrang en goed doen resulteert uiteraard niet altijd in de gewenste effecten”.

Hoe liggen nu -na de Koude Oorlog- de invloedssferen van de grootmachten in Afrika?

„Frankrijk zal nu, vooral naar aanleiding van wat er in Zaïre gebeurt, toch wel eens definitief mogen besluiten dat ”la grandeur de Ia France” iets is voor het museum van Madame Tussaud. Parijs is geen wereldmacht meer en heeft erg veel moeite om dat te aanvaarden. In mindere mate geldt dat voor België, dat te klein is om in Midden-Afrika een rol van betekenis te spelen. Wat is dan de rol van de Europese Unie? Kan dat als supranationaal orgaan op een andere manier dan de vroegere koloniale staten invloed uitoefenen in Afrika? Daar merk je eigenlijk dat we in zeer verdeelde slagorden optreden en dat de zaak-Afrika geen prioriteit is voor de Unie”.

„Aan de andere kant is het logisch dat wanneer er een gat valt, anderen dat opvullen. En voorlopig zijn dat er twee, schat ik. Een: traditioneel de Verenigde Staten, die zwalken tussen interventionimse en isolationisme. Ik denk dat ze net voldoende aandacht besteden aan zwart Afrika opdat het niet constant een bron van problemen wordt. Maar een zwaartepunt van hun politiek zullen ze er zeker niet van maken. Ook het ambassadepersoneel van de VS in zwart Afrika loopt terug. Het idee dat president Bush misschien ooit had van de “New World Order”, waarin de Verenigde Staten overal ter wereld zouden interveniëren voor het heil van de mensheid - de Pax Americana- kunnen ze niet waarmaken”.

„Daarnaast heb je natuurlijk ook een aantal regionale machten die proberen dat vacuüm op te vullen. Nigeria heeft die aspiraties voor het westen van het continent en Zuid-Afrika voor het zuiden en een stuk van Centraal-Afrika”.

Stigmatisering

Is Afrika nog steeds het continent van stammentwisten, zoals vaak simpel wordt gesteld?

„Ik denk dat hier toch wel sprake is van een grote mate van stigmatisering: Afrikanen zijn tribaal of door God zo geschapen -punt. Europa niet, dus… Joegoslavië was zeker geen gebied van stammentwisten. België is geen land waar twee stammen tegenover elkaar staan. Afrika zou het dan per definitie wél zijn. Daar kom je dus niet zo heel ver mee”.

„Aan de andere kant bestaat er natuurlijk wel zoiets als etnicitiet, dat banden heeft met het klassieke tribalisme. Mensen identificeren zich met een groep, die bescherming, vooruitgang, inkomen, desnoods pure overlevingskansen schept. Door het falen van de staat is dat steeds minder de natiestaat. In sommige gevallen is dat etniciteit, in andere islamfundamentalisme of wat dan ook. Maar het politieke kaartje van Afrika versmallen tot tribale tegenstellingen? Dit is nonsens; puur koloniaal denken”.

Hoe moetje dan het toenemend aantal conflicten verklaren?

„Er is een aantal oorzaken. Afrika ligt in de buitenste schil van het wereldsysteem, amper geïntegreerd. Er is dus -logischerwijze- een strijd voor schaarse middelen, die allang niet meer wordt beslecht door de ‘neutrale’ overheid. Overheden zijn in veel gevallen geprivatiseerd in kleine machtsgroepen”.

„Daarnaast zijn er ook interne redenen die de globale positie van zwakte accentueren. Daardoor worden conflicten op de spits gedreven en verdwijnt alle geloof m procedurele oplossingen. Als dan in Afrika ook nog eens wapens zeer goedkoop en oncontroleerbaar worden verspreid, is de aandrang erg groot om het op een gewelddadige manier uit te vechten”.

Machtsdenken

Vindt u dat het Westen de plicht heeft in te grijpen in dergelijke conflicten?

„Ik sta nogal huiverig tegenover interventionisme. Ik geloof niet dat staten door een hoge mate van moraliteit worden gestuurd. Er zit altijd wel machtsdenken achter. Bovendien grijpen wij hoe dan ook in door structurele aanpassingsprogramma’s, prijzen van grondstoffen, het blokkeren van de toegang van goederen uit Afrika”.

„Als je efficiënt, of met een kans op efficiëntie, wilt ingrijpen, moet je dat doen op een ogenblik dat er meer wegen openliggen. Dat betekent dat je er dan economisch kunt tussenkomen en sociale vangnetten op kunt richten. Hoe langer je wacht, hoe meer je jezelf drijft in de richting van: nog één mogelijke optie, namelijk militair interveniëren”.

„Het is duidelijk dat de bereidheid om in te grijpen na Somalië, het debat over Rwanda en een uiterst langdurig proces in Angola is afgenomen. Bovendien krijg je een bijna ironische situatie: waar vroeger vooral mensen uit de wereld van de niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) achter elk ingrijpen -en vaak terecht- het neo-imperialisme zagen, vormen zij nu precies de pleitbezorgers voor interventies. Je moet toch wel vaak constateren dat achter het belangeloze karakter van zo’n beweging eigenlijk toch wel wat belangen zitten van de eigen organisatie”.

„Ook ngo’s hebben soms de neiging zichzelf voor de camera’s te plaatsen en daardoor voor zichzelf het gevoel te creëren: wij zijn de redders van Afrika. Terwijl uiteindelijk de redding alleen van de Afrikanen zélf kan komen. Er is echter een aantal hoopvolle tekenen. Je krijgt langzamerhand een nieuwe generatie leiders. Mensen à la Rawlings en Museveni, die met de oude patronen hebben gebroken. Daar zal het van moeten komen, niet van de ngo’s. De ngo’s veranderen de wereld niet -gelukkig niet”.

Oude Tutsirijk

Wat vindt u van de uitspraak van Paul Kagame, vice-premier van Rwanda, dat de (liniaal)grenzen van Afrika moeten worden herzien?

„Daar moet je ook een beetje genuanceerd over denken. Het is nogal duidelijk dat die grenzen inderdaad steunen op toeval en willekeur aan Europese tekentafels. Maar ook in Europa is dat gedeeltelijk het geval. Denk aan België: we hebben Malmédy gekregen na de Eerste Wereldoorlog; dat was ook geen organisch deel van ons land. Er is vanuit dit oogpunt geen echte reden waarom je de grenzen niet zou kunnen hertekenen. Pas toen de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid op het toneel verscheen, zeiden de staatshoofden dat de grenzen onaantastbaar waren”.

„Als nu natuurlijk meneer Kagame dat zegt, moet je opletten. Want dan krijgen sommige mensen het idee dat hij voor een herstel van het oude Tutsirijk pleit. Ik vind dat hij niet de meest geschikte persoon is om een lans te breken voor dat soort denken. Maar wat kun je op hertekening van grenzen, als het gaat zonder al te veel oorlog, tegen hebben?”

„Wat er zeker zal moeten gebeuren is decentralisatie. Een land als Zaïre centraal besturen is technisch gezien al waanzin. Laat staan dat je uitvlakt dat mensen uit het noorden dezelfden zouden zijn als die in de Shaba-provincie. Wij vinden voor onze rust dat dat zo moet zijn, maar dan moetje ook aannemen dat Italianen en Zweden totaal dezelfde mensen zijn; allemaal Europeanen”.

Ideaalbeeld

Het Westen heeft altijd de mond vol van democratisering. Is dat eigenlijk wel van toepassing op Afrika?

„Datgene wat ons al zo vaak de das heeft omgedaan is dat wij theoretische constructies maken -wat op zich leuk is- maar ook nog vaak de macht hebben die op te dringen aan anderen. Dat is minder fraai. Het is nogal duidelijk dat ook Afrikanen een stuk invloed op hun eigen bestaan willen en politiek hun stem willen verheffen. Het idee dat vroeger in de kolonies bestond dat Afrikanen niet in politiek zijn geïnteresseerd, is pure nonsens. De vraag is natuurlijk: Op welk niveau? Ik denk dat ze dat voornamelijk willen in hun directe leefomgeving. Het is minstens zo belangrijk dat ze inspraak krijgen in dorpen, steden, wijkraden en regio’s, als op dat vrij abstracte terrein van de staat”.

„En als je het hebt over democratisering, moeten we misschien toch maar eens afstappen van het idee dat er maar één heilsstaat is, namelijk een doorslag van het parlementarisme onder de palmbomen. Wat wij willen exporteren is niet het meerpartijensysteem zoals het bij ons functioneert, maar een ideaalbeeld ervan. Je wordt alras geconfronteerd, ook wannneer je in Afrika bent, met het malfunctioneren van de democratie bij ons -waar wij dan altijd zedig over zwijgen. Ze willen de Afrikanen een aantal heel idealistische concepten, los van elke realiteit, in de maag splitsen. En er dan nog bijvoegen: Als je dat niet doet, krijg je geen ontwikkelingshulp meer. Ik vind dat een beetje overtrokken”.

Randfenomenen

Is ontwikkelingshulp niet een bodemloze put? Geen enkel beleid schijnt te werken?.

„Herijken van ontwikkelingsbeleid heeft men ongeveer om de vijf jaar gedaan. Het eindresultaat was meestal dat het nieuwe model vreselijk goed op het oude leek, alleen gebruikte men andere woorden. Ook in Afrika zelf merk je dat mensen er vrij sarcastisch over worden hoor. Ze hebben al wat over zich heen gehad aan perfecte modellen die het allemaal zouden moeten doen”.

„Ik vind wel positief dat men eindelijk -nu ook openlijk- zegt dat ontwikkelingssamenwerking de zaak niet op zal lossen. Het verhelpt alleen een aantal randfenomenen. Je zult er geen economische welstand door creëren. Bovendien ziet men na al die jaren in dat je met z’n tweeën moet zijn om aan ontwikkelingssamenwerking te doen. Vroeger noemden we het gewoon ontwikkelingshulp. Daarna werd het ontwikkelingssamenwerking, maar Wij beslisten toch nog alles. Langzamerhand merk je dat je het samen moet doen, of je dat nu graag wilt of niet. Maar je ziet ook een verschuiving van structurele hulp naar noodhulp. Het lijkt alsof we helemaal op de bodemlijn zitten en alleen nog maar iets kunnen doen om de ergste ellende te vermijden”.

Vindt u het terecht dat aan ontwikkelingshulp politieke voorwaarden als democratisering en eerbiediging van mensenrechten worden gesteld?

„Ja en nee. Als het er op neerkomt dat wij aan de ene kant met het vermanende vingertje gaan zwaaien en aan de andere kant datgene uit hun broekzak graaien wat er al zo weinig inzit, vind ik dat pure hypocrisie”.

„Bovendien zul je die mensenrechten voor een deel moeten zien in hun Afrikaanse context. Ik besef dat het een heel slap koord is, hoor. Ik weet dat een aantal dingen onaantastbaar is, zoals foltering. Maar wij vergeten nogal eens dat bijvoorbeeld stemrecht voor vrouwen ook bij ons iets is van na de Tweede Wereldoorlog. Nu willen we meteen dat Afrika dat in een totaal andere situatie gaat invoeren. Als het dan even ontspoort of mislukt, zoals het in Burundi is gegaan, trekken we ons terug en zij zitten met de gebakken eieren.

Ik vind wel dat je voorwaarden kunt stellen. Maar doe dat niet vanaf een domineespreekstoel, noch vanuit een kruideniersmentaliteit. Zo van: Wij hebben het weegschaaltje en gaan jullie daden toetsen”.

Tamelijk bar

Heeft Afrika toekomst?

„Als wat? Het heeft niet veel zin -of iemand moet tamelijk cynisch zijn- om te gaan denken wat Afrika binnen honderd jaar aan toekomst zal kunnen hebben als het continent ondertussen verpietert. Aan de andere kant heeft de wereld, in de mate dat ze een systeem is geworden, eigenlijk niets anders gezien dan dat zwaartepunten van politieke en economische macht aan het verschuiven waren. Wat de ene dag een supermacht was, is ’s anderendaags een tweederangsmacht. En dat gaat steeds sneller. Daarom is er geen enkele reden waarom Afrika in een verre toekomst geen belangrijke rol zou kunnen spelen”.

„Als je echter naar de nabije toekomst kijkt, vrees ik dat het er toch tamelijk bar blijft uitzien”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's

„Gemarginaliseerd in het wereldsysteem”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 april 1997

Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's