„Honden kunnen bse oplopen”

Een overheidsonderzoek door veterinaire artsen in 1991 gaf aan dat van de 444 onderzochte jachthonden, waarvan een aantal niet in goeden doen was, sommige hersenen tekenen vertoonden van de hondenequivalent van de gekke-koeienziekte.

Noorse wetenschappers zeiden vorige week te menen dat een elfjarige golden retriever was doodgegaan aan bse. Zij leggen verband met hondenvoer, gemaakt van runderresten die uit Groot-Brittannië zijn geïmporteerd.

Tot dusver kon niemand uitleggen waarom honden niet werden geïnfecteerd met bse. Er zijn ten minste 75 katten overleden door de kattenvorm van bse, die zij waarschijnlijk opliepen door het eten van besmet voer. De honden hebben de ziekte mogelijk op dezelfde wijze gekregen.

Het Britse ministerie van landbouw bevestigde gisteren het bericht in het dagblad The Independent, maar zei dat er „geen ethische redenen” zijn voor verder onderzoek. „Dat is onnodig voor wat betreft de gezondheid van mens en van dier”, zei zij.

Verschillende wetenschappers beschuldigen de regering ervan de zaak in de doofpot te willen stoppen. Microbioloog Richard Lacey, die eerder het overheidsoptreden in de bse-crisis hekelde, meent dat het hondenonderzoek wel belangrijk kan zijn. „Mogelijk is er in honden een andere variant van de ziekte”, zei hij. „Hoe meer wij weten, hoe beter”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen