Angstige dromen in brons en marmer
”Blijvend in verbeelding” toont verwerking van de oorlog in de beeldende kunst
„Ik droomde jaar in jaar uit dat ik alleen tegen een stroom van soldaten inliep, waarbij mijn keel steeds verder werd dicht gedrukt (…) tot iemand mij aanraadde om van die droom een prent te maken. Het resultaat is de houtsnede ”Tegen de stroom in”. Ik heb die nachtmerrie nooit meer gehad”. Rudi Seidel is een van de kunstenaars die oorlogservaringen tot kunst verwerkten. Hun werk is op de tentoonstelling ”Blijvend in verbeelding” in het Verzets-museum Zuid-Holland te zien.
„Bijzonder aan deze expositie zijn de verhalen achter de kunstwerken”, vertelt Marjelle van Hoorn, pr-medewerker van het museum. „Daarom raad ik iedereen aan: Lees het boek ”Blijvend in verbeelding” dat bij de tentoonstelling hoort. Dan weet je waarom mensen dergelijke kunstwerken maken. Sommige kunstenaars verwerken hun persoonlijke oorlogservaringen, maar er zijn ook anderen, die na de oorlog zijn geboren en tóch ontzettend betrokken zijn bij het onderwerp. De oorlog werkt nog steeds door, veel langer dan je denkt”.
Het Verzetsmuseum woekert met de beschikbare ruimte. Dat neemt niet weg, dat uit de tentoonstelling -die eerder in Arti et Amicitiae in Amsterdam was te zien- een selectie moest worden gemaakt. „De kunstwerken vertonen geen speciale relatie met Zuid-Holland; we wilden gewoon een mooi, representatief geheel houden”, zegt Marjelle van Hoorn. „Op basis daarvan nebben we een selectie gemaakt! We hebben nu eenmaal te maken met beperkingen qua ruimte”.
De vaste tentoonstelling-over Zuid-Holland tijdens de Tweede Wereldoorlog- is voor de bezoeker evengoed de moeite waard. „Het bracht mij weer even terug naar 1940-45”, schrijft een bezoeker in het gastenboek. Een Duitse familie is diep onder de indruk: „Nie wieder! Dit museum levert daartoe een belangrijke bijdrage. Goed, dat we het toevallig hebben ontdekt”.
Sobibor
Een imponerend beeldhouwwerk op de expositie ”Blijvend in verbeelding” is ”Muur met handen” van Pearl Perlmuter, waarin het verzet van de machtelozen tot uitdrukking komt: „Ik las (…) een artikel over iemand die was opgepakt en in de gevangenis in de dodencel zat. Hij probeerde met zijn nagels krassen in de muur te maken om iets van zichzelf achter te laten. Een teken te geven dat hij bestaan had en daar was geweest”.
Joodse kunstenaars zijn overigens opmerkelijk goed vertegenwoordigd: behalve van Pearl Perlmuter is er ook werk van Chaja Polak, Harry Visser, Frank Lodeizen, Wessel Couzijn, Clara de Jong. Ieder van hen heeft zijn eigen verhaal.
Frank Lodeizen vertelt bijvoorbeeld hoe hij met zijn familie door de Duitsers werd opgehaald om op transport te worden gesteld. „Plotseling hoor ik geschreeuw achter me. Mijn moeder lag op de grond met mijn zusje te schreeuwen. Er ontstond commotie. En op dat moment siste mijn vader: „Smeer ’m!” Ik heb de koffers laten staan en ben weggelopen (…) Na de oorlog kwam een meneer van het Rode Kruis om te vertellen dat mijn ouders, mijn zusje én ik overleden waren in Sobibor. Toen ik hem vertelde dat ik nog leefde, kon hij zijn ogen en oren niet geloven. Zestien mensen hebben Sobibor overleefd, met mij erbij zeventien”. Zijn verhaal lijkt op dat van Marga Minco, van wie een groot portret op de tentoonstelling hangt - gemaakt door Frank Lodeizen.
Rudi Seidel kent andersoortig verdriet: zijn ouders werden na de oorlog opgehaald wegens vermeende collaboratie met de Duitsers. Kunstenaars als Barbara de Reus Kamma en Rudi Augustinus deden traumatische ervaringen op in een kamp in Nederlands-Indië. ”En zag wat ik niet wilde zien” heet het aangrijpende schilderij met vijftien strakke, blauwe gezichten, waarin Augustinus zijn herinnering neerlegde. „Zo zie ik het voor me, zoals we daar met de Kompolan stonden. Eigenlijk zou je ze nog magerder moeten maken, nóg viezer, je zou ze eigenlijk moeten kunnen ruiken, zó smerig”.
Dergelijke kunstwerken roepen reacties op bij het publiek, zeker als mensen vergelijkbare ervaringen hebben. Marjelle van Hoorn: „Onlangs was hier een man die zelf in een kamp in Nederlands-Indië had gezeten. Hij vond van zichzelf dat hij zijn verleden goed had verwerkt, dat hij ermee wist om te gaan. Maar hij raakte heel geëmotioneerd toen hij die groep blauwe mannen voor zich zag”.
Eli Content doet mee aan de tentoonstelling juist omdat hij een afwijkend en afwijzend standpunt inneemt: „ik vind dat voortdurend stilstaan bij de oorlog een uiterst negatief gegeven. De staat Israël zwelgt in de holocaust (…) Weet je wat voor mij verwerking is? Dat is mooi werk maken”. Zijn schilderij met blauwe en rode stippen en vlakken vormt dan ook een kleurige noot in het geheel van de expositie.
Wereldleed
Andere kunstenaars leggen in hun werkverband tussen de ellende van de Tweede Wereldoorlog en het huidige wereldleed. Eddy Posthuma de Boer maakt foto’s van kinderen in nood, om te laten zien „dat de wereld er sinds de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog niets beter op geworden is. Voor een kind in Goma is het leven net zo slecht als voor een joods jongetje in de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam”.
Harry Visser, die de tentoonstelling vorige maand opende, benadrukte bij die gelegenheid dat de lessen van de Tweede Wereldoorlog doorgetrokken kunnen worden naar onze huidige samenleving. „Midden in een welvarende maatschappij zijn er de illegalen, maar je ziet ze niet. En wat vijf jaar geleden nog ondenkbaar was, gebeurt nu: voor mijn huisdeur zit al ruim een jaar een dakloze vrouw. Ze bedelt niet, maar zit er gewoon”.
Verwerken van de Tweede Wereldoorlog blijft echter volgens de kunstenares Judith Stern Hauf niet steken bij het verbeelden van angst en ellende: „ook de andere kant blijft, de kant die het de moeite waard maakt om door te gaan met leven - zoals Hans Lodeizen het in een van zijn gedichten zo mooi zegt:
Ik heb zo dikwijls zo vreemde angst gekust in mijn dromen van brons en marmer dot liet tenslotte een troost is in een regenplas naar de blauwe hemel te staren”.
De tentoonstelling ”Blijvend in verbeelding” is tot 15 juni te zien in het Verzetsmuseum Zuid-Holland, Turfmarkt 30, Gouda. Open: di. t/m vr. 10.00-17.00 uur, za. 12.00-17.00 uur.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's