„Ik ben gewend te luisteren”
Dichter Klaas van Elsäcker publiceert ”Herbegin”
Onlangs verscheen bij Den Hertog onder de titel ”Herbegin” een gedichtenbundel die duidelijk literaire pretenties heeft. Het is het vierde product van de Vlaardingse dichter Klaas van Elsäcker. Hij publiceerde ook in het christelijke literaire tijdschrift ”Woordwerk”.
Het is niet eenvoudig om een literair bedoelde uiting van het hart evenwichtig te bespreken. Van Elsäcker drukt de criticus met zijn neus op dit feit in ”Wat me lief is”: „De rilde over zoveel oponthoud./ Kritieken laten me niet koud./ De ben gewend te luisteren./ Maar wee u wie mijn fluisteren/ schelden, tegen wat me lief is/ noemt”.
Kritiek kan kwetsen. Toch gebiedt de eeriijkheid soms deze te leveren. ”Herbegin” bevat vijf afdelingen: Kerkelijk, Christelijk, Lijden, De Dood, Eeuwiglijk en Tijdelijk. Niet altijd is duidelijk waarom een gedicht onder een van de noemers is geplaatst. ”Wat me lief is” staat bijvoorbeeld onder ”Kerkelijk”. De vraag is trouwens of het woord ”Eeuwiglijk” (nog) Nederlands is. Waarom niet gewoon ”Eeuwig”?
Aforismen
Een van de mooiste gedichten van de bundel lijkt me ”Het heet geloof”:
Het heet geloof, het is vertrouwen.
Gegronde dingen die je hoopt
Gekochte niet geziene zaken.
Een man een man een woord een woord.
/…/
In deze zinnen grijpt de dichter niet te hoog. Hij zegt eenvoudig, maar toch origineel waar het op staat. De afdeling bevat verder een aantal aforismen, zoals: „Veel christenen zijn sponsen/ geen fonteinen”, „Veel kerkmensen spreken over koetjes/ en kalles, maar weinigen over hun geloof/ in God”, „Zonder verwachting hoor/ je niets in de kerk”, uitspraken waarop niets valt aan te merken.
Lijden
In de afdeling ”Lijden” staat onder meer het gedicht ”Kanker”:
/…/
in de auto hoor ik een schril wijsje.
Om vijf uur wordt mijn vrouw bestraald.
iedereen hoopt dat ze het haait
Bij God zeggen ze is alles mogelijk
Een goeie vriend stierf van de week
Haar gezicht is nu helemaal verbrand.
Ik las ‘te vroeg gestorven’ in de krant
Men zegt ze zijn zo knap vandaag de dag
Vijftig procent blijft zeker in leven.
ik laat m’n hond uit, even.
Dit gedicht illustreert het probleem dat ik met de meeste gedichten heb. De lezer raakt bewogen met de schrijver van deze woorden, om het verhaal dat erachter kan zitten. De woorden zijn echter niet op zo’n wijze gerangschikt dat ze zelfstandig (een zweem van) dat leed oproepen. Het is moeilijk om dit nuanceverschil verder duidelijk te maken. Het subjectieve (?) begrip ”literaire kracht” is niet te omschrijven, slechts te ervaren.
Jammer
Afdeling ”De Dood” begint met ”Het Jammere”: „Het jammere van bestaan/ is gaan/ wegebben uit gedachten,/ wachten,/ op voortbestaan”. Het woord ”jammere” lijkt mij ronduit lelijk. Ook lukt het me, als ik het gedicht letterlijk neem, niet te formuleren wat de dichter nu precies bedoelt.
„Zweepslagen op je blote rug/ tot bloedens toe,/ dat doet taal ontbloeien”, zegt de dichter in ”Taal”. Waarschijnlijk heeft Van Elsacker een aantal van zijn gedichten doorleden. Dat maakt ze niet altijd bij voorbaat tot literaire poëzie.
N.a.v. ”Herbegin”, door K. van Elsacker; uitg. Den Hertog, Houten, 1997; ISBN 90 3311216 7; 48 blz.: ƒ 14,90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's