Rechtszaak te duur voor 3 miljoen burgers

Dat stelt de Nederlandse Orde van Advocaten in haar jaarverslag 1996. De Orde schat dat drie miljoen burgers in Nederland een potentieel probleem hebben met het aanspannen van een juridische procedure doordat zij als gevolg van de Wet op de rechtsbijstand niet of slechts in beperkte mate in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de overheid.

Ze wijst op een vorig jaar gepubhceerd onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van justitie over de gevolgen van de in 1994 ingevoerde wet. Daaruit blijkt onder meer dat de „doelgroep” van oorspronkelijk 60 procent van de Nederlandse bevolking is ingekrompen tot circa 49 procent.

Het aantal zaken waarin een beroep wordt gedaan op gefinancierde rechtshulp is volgens dit onderzoek met 40 procent gedaald, het aantal cliënten tot 32 procent. Een onvaardbare situatie, zo staat in het jaarverslag.

De Orde acht het ook de taak van de advocatuur zelf om het gat zoveel mogelijk te dichten. Nog dit jaar lanceert zij een plan met maatregelen om het aanbod van betaalbare rechtshulp door advocatenkantoren aan mindervermogende particulieren te stimuleren en het publiek hierover voor te lichten.

Lager uurtarief

Volgens de Orde kan in veel meer gevallen dan nu al gebeurt een lager uurtarief -tussen de 150 en 200 gulden- in rekening worden gebracht. Ook zouden kantoren meer kunnen werken met een zogenoemd verrichtingentarief, zodat een cliënt van tevoren weet waar hij aan toe is. Bijvoorbeeld: Een echtscheiding kost u bij ons niet meer dan 2500 gulden.

De Orde wil dat meer advocatenkantoren kiezen voor rechtshulpverlening aan particulieren. Nu zijn er nog te veel kantoren die uitsluitend zaken doen voor het bedrijfsleven, instellingen en organisaties.

De totale omzet die in 1994 door juridische dienstverleners werd gegenereerd, bedroeg 5,6 miljard gulden, zo blijkt uit een onderzoek van de Branchestatistiek Juridische Diensten, dat op verzoek van de Orde van Advocaten door het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (EIM) is uitgebracht. De advocatuur is met een aandeel van 36 procent de marktleider. Ten opzichte van 1993 steeg de advocatenomzet met 15 procent.

In het onderzoek werden vorig jaar de meningen van zowel zakelijke als particuliere cliënten over de juridische dienstverleners gepeild. De particulieren bleken daarbij aanzienlijk kritischer dan de bedrijven.

Volgens de zakelijke cliënten voldoet de deskundigheid van advocaten, notarissen en juristen ruim aan de verwachtingen. Dat geldt ook voor het inlevingsvermogen en de cliëntvriendelijkheid. Alleen de rechtsbijstandsverzekeraars blijven qua waardering op deze punten achter. Advocaten blijken in het zakelijke leven de meest geconsulteerde juridische dienstverleners.

Niet vlot handelen

De waardering is een stuk minder als het gaat om vlotheid van handelen. Advocaten en juristen bij accountantskantoren voldoen net aan de verwachtingen, de notarissen net niet. Ook hier vertonen de rechtsbij standverzekeraars een uitschieter naar beneden. Op het punt van de prijs-kwaliteitsverhouding doen de verzekeraars het echter weer een stuk beter dan de overige vakgroepen.

Geen enkele cliënt heeft het oordeel „(veel) beter dan verwacht” gegeven, waarbij advocaten minder goed worden gewaardeerd dan andere juridische dienstverleners. „Het is duidelijk”, aldus het EIM-rapport, „dat de particuliere cliënt kritisch is en waar voor zijn geld verwacht. De dienstverlening van de juridische dienstverleners blijft duidelijk achter bij de hoge verwachtingen van de particulier”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen