Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kunst, het stiefkind in de theologie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kunst, het stiefkind in de theologie

Drs. Peppink belicht relatie geloof en kunst bij Van der Leeuw

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

KAMPEN - Kunst moeten we niet aan de wereld overlaten. Dat lijkt wel veilig, maar ook op het gebied van de kunst moeten we de goede strijd des geloofs strijden. Dat vindt auteur, schrijver en predikant drs. Th. Peppink. Vanmiddag verdedigde hij zijn proefschrift over de verhouding tussen geloof en kunst in het werk van prof. dr. G. van der Leeuw (1890-1950).

Drs. Peppink is christelijk gereformeerd predikant in Kampen. Hij is sinds 1978 fulltime docent christelijke ethiek, bijbelkennis, christelijke iconografie en godsdienstwetenschap aan de Christelijke Hogeschool Constantijn Huygens, eveneens in Kampen. De predikant schreef ongeveer 25 boeken en bundels, onder andere over theologie en kunst.

Veelzijdig

In zijn proefschrift gaat drs. Peppink uitgebreid in op de inhoud van het werk van prof. Van der Leeuw. Deze Groninger hoogleraar was zonder meer veelzijdig. Hij was theoloog, godsdiensthistoricus, betekende veel voor de liturgische bewustwording in de kerk (zoals het ‘uitvinden’ van een liturgisch centrum) en de kerkbouw. Hij droeg ook zijn steentje bij aan de hervormde gezangenbundel.

Zijn werk werd in zes talen vertaald, zelfs in het Pools. „Ik denk dat hij in het buitenland bekender is dan in Nederland”, zegt de promovendus. Aan de Groninger hoogleraar herinneren nog de Prof. dr. G. van der Leeuw-stichting, die onder meer publicaties verzorgt op liturgisch gebied, en de G. van der Leeuw-lezingen.

Drs. Peppink: „Prof. Van der Leeuw is een van de weinige theologen in Nederland die geschreven hebben over schoonheid en heiligheid. Zijn colleges werden ook bezocht door beeldende kunstenaars. Dat is een unieke situatie, die nu ondenkbaar is. Tegenwoordig worden christen-kunstenaars nauwelijks serieus genomen. In de kerk niet, maar ook in de wereld van de kunst niet”.

Gedateerd

Het werk van Van der Leeuw, hoe veelzijdig ook, is in sommige opzichten ook gedateerd te noemen, zegt de predikant uit Kampen. Hij wijst daarbij op de context van diens theologie: de zogeheten sacramentstheologieen de ethische theologie. Die gedateerdheid betreft onder meer de relatie tussen christendom en de andere godsdiensten.

„Van der Leeuw zag het christelijk geloof en de andere godsdiensten in de verhouding van antwoord en vraag. Het christendom is voor hem de vervulling van de andere godsdiensten. Hij vergeleek dat met een berg, waarvan de top het christendom is. Van der Leeuw was een beroemd scheppingstheoloog, die ervan uitging dat de mens kon opklimmen naar God. Dat staat haaks op de inhoud van Romeinen 1. Dr. O. Noordmans heeft daarom grote kritiek op Van der Leeuw gehad, maar dat had ook iemand als prof. A. A. van Ruler”.

Die theologische opvattingen van Van der Leeuw werkten ook door in de beschouwingen over geloof en kunst. „Kunst is voor Van der Leeuw draagster van de openbaring. De Geest van God zet volgens hem mensen aan tot kunst. Echte kunst is voor hem dan ook religieuze kunst. Hij zag in de Hturgie alle kunsten samenkomen. Liturgie wees volgens hem op het drama tussen God en de mens. Alles vindt zijn vervulling in de eredienst”.

Van der Leeuw had ook een wat romantische visie op schoonheid en hij ging voorbij aan de moderne kunst van de jaren twintig en dertig. Drs. Peppink erkent dat Van der Leeuw ook speculatief was toen hij de Drie-eenheid werkzaam zag in de verschillende kunstsoorten zoals dans, drama, beeldende kunst en muziek. „Zo leert de Heilige Schrift het niet”.

Calvijn

De christelijke gereformeerde predikant kiest voor de reformatorische traditie als het gaat om een gereformeerde visie op schoonheid. „Ik sluit me graag aan bij wat de Heilige Schrift over kunst en schoonheid zegt en ook bij wat Calvijn hierover leert. Calvijn is helemaal niet zo benauwd voor schoonheid en kunst. Hij schreef bijvoorbeeld over de orde en harmonie in de wereld en over de muziek. In al deze dingen moet de eer van God ter sprake komen”.

Er is evenwel een duidelijk verschil tussen Calvijn en Van der Leeuw. „Calvijn maakte onderscheid tussen schoonheid voor en na de zondeval, ook tussen schoonheid voor wie in of buiten Christus is. In de Bijbel wordt schoonheid geplaatst in het kader van schepping, zondeval en verlossing. Calvijn wees erop dat kunst in overeenstemming moet zijn met Gods Woord en de eer van God”.

„Van der Leeuw erkent dat ook wel, maar was daarin veel ruimer. Hij verwierp niet de beeldenverering en zag de icoon in de oosterse orthodoxie als vertegenwoordiger van Christus. Calvijn wees in de lijn van Exodus 31 op kunst als gave van Gods Geest. God heeft na de zondeval kunstzinnige gaven gegeven, in Zijn mildheid en lankmoedigheid. Ook de afval werkt door in de kunst. Dat is wat anders dan bij Van der Leeuw die kunst als drager van de openbaring ziet”.

Hart onder de riem

De promovendus wil met zijn proefschrift christen-kunstenaars een hart onder de riem steken. Naast zijn proefschrift verschijnt binnenkort het boek ”Lijnenspel; aspecten voor geloof en kunst vandaag” (uitgeverij Mondiss). Informatie die niet allemaal in de dissertatie kon worden opgenomen. „Kunst neemt een veel belangrijker plaats in dan vroeger. Vóór 1978 was er nog geen christelijke kunstacademie. Nu zijn er verschillende groepen van christelijke kunstenaars, ook in reformatorische kring. Kunst is een vergeten hoofdstuk in de theologie. Met de komst van de beeldcultuur is kunst echter belangrijker geworden”.

De actualiteit van prof. Van der Leeuw ligt volgens drs. Peppink onder meer hierin dat kunst als beeldende vorm van expressie van belang is in deze beeldcultuur. „Van der Leeuws verdienste is dat hij erop gewezen heeft dat de Bijbel ook een beeldend boek is. Preken mogen ook best beeldend zijn in plaats van abstracte verhandelingen”

Mede n.a.v. ”Gestremde beweging; een theologisch onderzoek naar de verhouding tussen geloof en kunst bij prof. dr. G. van der Leeuw”, door drs. Th. Peppink; uitg. Mondiss Kampen, 1997; ISBN 90 5337 017 x; 502 blz.; ƒ 69,-.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1997

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Kunst, het stiefkind in de theologie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1997

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's