KERK - EN - WERELD
(G)eenheid
De Grondlegger van het christelijk geloof bad een bijzonder gebed: „Opdat zij één zijn”. Dat gebeurde vóór de gemeente haar nieuwtestamentische gestalte kreeg. Ieder kan er zeker van zijn dat deze bede verhoring ontvangt. Maar van eenheid is anno 1997 betrekkelijk weinig zichtbaar. Niet tussen ‘volgelingen van Christus’ onderling. Een enkele betreurenswaardige fout in de kerkelijke of politieke pers doet soms gemoederen hevig in beroering komen. Maar ook in het formele blijkt bijkans geen verbondenheid. Samen op weg door ineenschuiving van kerkelijke structuren is niet vergelijkbaar met Johannes 17.
Meningsverschil is allerwegen waarneembaar. Kijk slechts over de grenzen. Verontruste predikanten in Zweden verzetten zich metterdaad tegen het verkiezen van de eerste vrouwelijke bisschop in de lutherse landskerk. Verbolgenheid heerst. Collega’s vertellen dat zij de bediening van door de dame tot predikant ‘gewijde’ ambtsdragers -zo gaat dat daar- niet van plan zijn te erkennen. Dat is geen plezierig vooruitzicht.
Blijf in Nederland. Vele berichten vragen aandacht. Om er een enkele uit te pakken: de vrijgemaakte dr. L. J. de Vries, hoogleraar namens het Nederlands Bijbelgenootschap aan de Vrije Universiteit, zegt in een interview te maken te hebben met abstracte theorieën in de bijbelvertaalwetenschap, „waar eindeloos veel opvattingen en richtingenstrijd óver bestaan”. Dergelijk meningsverschil is voor de doorsnee kerkganger minder grijpbaar. Toch is het van belang. Ook eenvoudige godsdienstige lectuur kan een spiegel vormen van een eenzijdige of af te wijzen wetenschappelijke stellingname. Hoe meditatief of emotioneel aansprekend de publicatie ook zijn mag.
Sla slechts een blik op de gereformeerde gezindte. Algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond dr. ir. J. van der Graaf hoopt tijdens de jaarvergadering te spreken over het thema ”Hoe samenbindend is de gereformeerde belijdenis in de kerkelijke praktijk?” Een uiterst relevant onderwerp voor onze gezindte.
Voorwendsel
Iemand beweerde ooit wel als christen te willen leven. Maar er was iets dat hem ervan weerhield. Mensen die zich met deze naam sieren, zouden te veel ruzie maken. Het valt niet te ontkennen dat hier een struikelblok ligt.
Toch accepteer ik zo’n argument niet dadelijk. De gebruiker kan zijn verontschuldiging hanteren als voorwendsel. Om van het gezeur en evangelisatie verschoond te blijven, kan hij de vinger richten op een paar huichelachtige belijders van het christelijk geloof. Maar hypocrieten zijn in elke religie te vinden. Hij vergeet een van de unieke facetten uit het gedachtengoed van Jezus van Nazareth. Dat hij niet slechts naar de discipelen moet kijken. Zij zijn zondige mensen. Hij moet de Meester, de Koning van de kerk, in het oog houden. Juist Hem. Want alleen Hij is machtig mens en wereld te reformeren.
Er is een mop over de kerk. Twee Nederlanders, een kerk; drie Nederlanders, een kerkscheuring. Eigenlijk is dat valse humor. Ik weerspreek daarbij dat verdeeldheid een typisch Hollands verschijnsel vormt. Boude beweringen hierover geven blijk van kerkelijke onkunde. In tal van andere landen binnen en buiten ons werelddeel vallen soortgelijke beelden waar te nemen. En werkelijk niet slechts onder calvinisten. Ook binnen evangelische of pinkstergemeenten. Neen, wacht even met een te snelle reactie. Het gaat er niet om iemand de schuld te geven van schismatiek. Afscheiding is eenvoudig slechts denkbaar als er kerkgangers zijn. Talloze andere gemeenten tellen onvoldoende leden in hun bestand, de boeken bevatten te weinig mensen om onenigheid te koesteren.
De andere kant
Onenigheid is een triest verschijnsel. Maar niet onoverkomelijk. Het is goed om te onthouden wat de apostel Paulus schreef. Hij zei dat er „ook ketterijen moeten zijn, opdat degenen, die oprecht zijn, openbaar mogen worden onder u”. Bijbelverldaarder Starke tekende bij Handelingen 11 aan dat „het disputeren over godsdienstzaken zelden zonder ergernis gaat, maar toch dikwerf het nut heeft, dat de waarheid meer aan ’t licht komt”. Laat niemand zich inmiddels verbeelden dat uit de botsing der meningen de waarheid voortkomt. Dat is iets anders. Wie dat stelt, zal zich aardig kunnen vinden in het gedachtengoed van Jean Jacques Rousseau. Hij predikte de goedheid van de natuur van de mens en het betrekkelijke van goed en kwaad. Alleen Christus kon zeggen; „Ik ben de Waarheid”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's