Sociale partners niet ongerust over lonen
Voorjaarsoverleg levert geen harde afspraken op
DEN HAAG (ANP) - Organisaties van werkgevers en weriaiemers en het kabinet maken zich voorlopig geen zorgen over de oplopende lonen. Dat bleek gisteren na afloop van het zogeheten voorjaarsoverleg. In cao’s die dit jaar zijn afgesproken, gaan de lonen met 2,4 procent omhoog. Tot voor kort bleef de stijging ruim onder de 2 procent.
„Je ziet een kleine trend die de hoogte in lijkt te gaan”, formuleerde FNV-voorzitter J. Stekelenburg het voorzichtig. Hij stelt dat er geen reden is voor ongerustheid, maar dat de vakbeweging het „in de gaten moet houden”.
Voorzitter J. Blankert van de organisatie van werkgevers, VNO-NCW, was evenmin onthutst door de ontwikkeling. „Voorzover de lonen stijgen door krapte op de arbeidsmarkt, ga ik ervan uit dat onderhandelaars zo verstandig zullen zijn om markttoeslagen of iets dergelijks te betalen in plaats van tot structurele verhogingen over te gaan”. Minister Melkert (Sociale Zaken) vond de ontwikkeling niet onverantwoord, maar waarschuwde voor sterkere verhogingen. „Juist nu moeten we vasthouden aan het recept van loonmatiging”.
Kabinet en sociale partners spraken af te bezien of de inflatie nauwkeuriger kan worden voorspeld. Voor dit jaar is een inflatie van 2,75 procent voorspeld, terwijl die tot nu toe in werkelijkheid onder de 2 procent blijft. De vakbeweging bepaalt, de looneisen doorgaans mede op basis van de inflatieverwachting.
Onbenut potentieel
Tijdens het voorjaarsoverleg zijn nauwelijks afspraken gemaakt, zoals de verwachting was. Wel werd besloten verder te praten over bepaalde onderwerpen. Zo gaan de werkgevers, vakbeweging en kabinet praten over het „onbenut potentieel”: grote groepen mensen die niet aan een baan komen, zoals ouderen, vrouwen en gehandicapten.
Ook gaan partijen verder praten over het leerlingwezen, een stelsel waarbij iemand betaald werk verricht en een of enkele dagen per week naar school gaat. Werkgevers krijgen een belastingvoordeel wanneer ze zo’n leerling laten werken en leren, maar alleen als die leerling niet meer dan 130 procent van het minimumloon verdient. Zowel vakbeweging als werkgevers willen dat die grens wordt afgeschaft. Hierover wordt al jaren gediscussieerd. Volgens minister Melkert is overeenstemming hierover in zicht.
De Industriebond FNV lijkt de wensen van de overkoepelende werkgevers- en werknemersorganisaties in het achterhoofd te houden. De bond zal het komend cao-seizoen een looneis stellen die tussen de 3 en 4 procent ligt. Bovenop koopkrachtbehoud wil de bond een echte loon verbetering verwezenlijken voor de achterban. Loonmatiging blijft voor de bond het devies, omdat dat goed is voor de werkgelegenheid.
Het congres dreigde even het bestuur eropte willen vastleggen de komende vier jaar looneisen te gaan stellen die minimaal 1 procent boven de prijsstijgingen liggen. Als argumentatie wezen de deelnemers daarbij steevast naar de optieregelingen voor managers. Vakbondsvoorzitter H. Krul noemde dit in zijn openingstoespraak „graaien en snaaien” door de top van het bedrijfsleven. Dit zet volgens hem het beleid van loonmatiging onder druk.
Onder de noemer ”Samen meer kansen” wil de Industriebond meer collectieve afspraken maken die werknemers meer individuele keuzes moeten bieden. Er moet bijvoorbeeld meer ruimte komen om mensen loonsverhogingen te geven als zij zich door studie verder bekwaamd hebben. Ook werknemers die breed inzetbaar zijn, hebben volgens het congres recht op hoger loon. De bond wil echter eerst de gemiddelde werkweek terugbrengen naar 36 uur.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's