Nadruk op examencijfers komt onvrede student niet tegemoet
Hoge cijfers duiden niet altijd op inspanning van leerling
Minister Ritzen presenteerde onlangs zijn plan met het lotingsstelsel. Het gemiddeld eindexamencijfer krijgt daarin meer nadruk. Hoge cijfers zeggen echter weinig over toekomstig studieresultaat De loting is gewogen. De discussie wordt voorgezet.
Sinds de instelling van de loting ruim twintig jaar geleden, wordt deze genoemd in elk officieel advies over selectie in het hoger onderwijs. Vanaf het begin is het lotingsstelsel regelmatig onderwerp van discussie geweest. Deze keer is de discussie aangezwengeld doordat een excellente scholier buiten de loting om een plaats kreeg aan een medische faculteit. Plotseling kwamen de grieven van een grote groep uitgelote studenten in de publiciteit. Mede door de aandacht in de media leidde dit tot hernieuwde politieke aandacht. Minister Ritzen stelde de commissie-Drenth in, die hem adviseerde over aanpassing van het selectiestelsel.
Vorige week presenteerde de minister zijn nieuwe plannen. Naar zijn mening moeten studenten met een gemiddeld examencijfer van een acht of hoger in de toekomst direct worden toegelaten tot een studie waarvoor een studentenstop bestaat. Voor de overige kandidaten blijft het huidige systeem van gewogen loting bestaan.
Objectief en eerlijk
De gewogen loting werd in het midden van de jaren zeventig ingesteld, omdat het aantal aanmeldingen voor de opleiding geneeskunde de capaciteit van de faculteiten ver overschreed en er een overschot aan artsen zou ontstaan. De opleiding is nog altijd zeer geliefd. Nu melden zich jaarlijks 7500 kandidaten aan.
Verbeterde voorlichting aan scholieren zal wellicht een daling van dit aantal teweegbrengen. Veel scholieren melden zich namelijk aan met een romantisch beeld van het beroep en een te rooskleurige toekomstvisie. Zij beseffen niet dat slechts 40 procent van de geneeskundestudenten als arts praktisch klinisch werkzaam zal zijn. Anderen vinden werk in management en beleid, als onderzoeker, als verzekeringsarts of keuringsarts. Door realistische voorlichting kunnen scholieren een andere afweging maken en treedt er meer ‘zelfselectie’ op.
Het probleem van de overschrijding van de capaciteit bestaat wereldwijd. Ieder land heeft hiervoor een eigen selectiesysteem ontwikkeld. Doorgaans is de selectiemethode gebaseerd op een toelatingsexamen (Verenigde Staten) of op een zwaar en daardoor selectief propedeusejaar (België).
Het Nederlandse selectiesysteem bestaat uit enkel gewogen loting en is daarom uniek. Het wordt vaak als het „meest objectieve en eerlijke” beschouwd. Wie uitgeloot is, kijkt daar anders tegenaan. Er zullen uiteraard altijd teleurgestelde kandidaten zijn, ongeacht welk systeem gebruikt wordt. Maar uitgesloten te zijn door ‘het lot’, zonder enige beoordeling van geschiktheid voor de studie, is moeilijk te verteren. Voorstanders onderkennen weliswaar de bezwaren van ons stelsel, maar beschouwen het toch als het minst slechte. Tegenstanders wijzen op de geringe mogelijkheid voor scholieren om hun kansen te beïnvloeden.
Cijferjacht
In het plan van Ritzen wordt deze mogelijkheid plotseling uitgebreid. Wie gemiddeld een acht of hoger haalt, wordt direct toegelaten. Is dit benadrukken van eindexamencijfers wel terecht? Inspanning mag beloond worden; zeker. Hoge cijfers duiden echter lang niet altijd op inspanning van de leerling. Ze zeggen ook niet zonder meer iets over motivatie. Zo kan achter lagere cijfers een betere kandidaat schuilgaan. Bij de totstandkoming van cijfers spelen immers ook factoren als nevenactiviteiten en persoonlijke omstandigheden een rol.
Het aangepaste lotingsstelsel lokt waarschijnlijk strategisch gedrag en ‘strebergedrag’ uit. De cijferjacht kan beginnen. Leerlingen kunnen voor hun examenjaar een school gaan uitzoeken die hogere tentamencijfers geeft, en zo uitkomen op een hoger gemiddeld eindcijfer. Ook wordt het ontplooien van nevenactiviteiten geremd, want alleen schoolprestaties (= hoge cijfers) tellen. Tijdens de studie zelf is het ontplooien van nevenactiviteiten ook nauwelijks meer aan de orde, in verband met Foto Dijkstra de prestatiebeurs van vier jaar, waarbij opnieuw alleen studieresultaten tellen. Dit is een slechte zaak, want op deze wijze creëert men ‘boekendokters’: studenten die alleen maar met hun neus in de boeken hebben gezeten.
Ander systeem
Uit onderzoek is gebleken dat eindexamencijfers weinig zeggen over studiesucces bij de studie geneeskunde. Over het al dan niet worden van een goede arts voorspellen ze zelfs niets. Dit betekent niet, dat hoge cijfers niet gewaardeerd moeten worden. Ze moeten echter niet het enige criterium vormen. Want dan gaat men te makkelijk voorbij aan andere persoonlijke kwaliteiten.
De vraag hoe het dan anders zou moeten is een moeilijke. Een blik over de grenzen leert ons dat andere selectiesystemen naast voordelen ook hun nadelen kennen. Neem nu bijvoorbeeld het toelatingsexamen. Met deze (facultaire) toets wordt de kandidaat op grond van kennis toegelaten. Kennis op zich is echter een slechte voorspeller van het functioneren als arts.
Het selectief propedeusejaar vormt een betere mogelijkheid. Hierin wordt de beoordeling over een jaar uitgespreid, zodat studenten de tijd krijgen om zich te bewijzen. Voorwaarde is wel, dat alle elementen van de opleiding tot arts worden getoetst (attitude, motivatie, klinisch denken, kennis en vaardigheden). Momenteel voldoet geen van de Nederlandse curricula aan deze criteria. Omdat alle 7500 kandidaten toegelaten zouden moeten worden, is dit systeem, zeker met het huidige studiefmancieringsklimaat, niet uitvoerbaar.
Sommige faculteiten in de Verenigde Staten selecteren op grond van sollicitatiegesprekken, waarmee men probeert motivatie en ervaring te testen. Dit doet men om de praktische bezwaren van een selectieve propedeuse te omzeilen en toch te beoordelen op meer dan alleen een toets. Dit heeft al snel geleid tot het ontstaan van cursussen ”solliciteren bij medische faculteiten”. Bovendien verdringen advocaten zich om afgewezen kandidaten bij te staan in hun beroepsprocedures.
Opnieuw de aandacht
Ten slotte behoort ook (verdere) aanpassing van het lotingsstelsel tot de mogelijkheden. Elementen als bijvoorbeeld motivatie en relevante werkervaring zouden, naast het gemiddeld eindexamencijfer, kunnen meewegen in de loting. De kandidaat krijgt dan meer mogelijkheden om zijn kans te beinvloeden. Het blijft evenwel de vraag hoeveel deze criteria zeggen over de geschiktheid van de kandidaat voor studie en beroep.
De discussie over selectie in het hoger onderwijs blijft moeilijk. Ook na realisering van het plan van minister Ritzen zal deze discussie, zij het meer op de achtergrond, worden voortgezet. Door het sterk benadrukken van de eindexamencijfers komt de minister niet aan de onvrede tegemoet die heerst bij de grote groep uitgelote studenten. Het valt dan ook te verwachten dat het selectievraagstuk op niet al te lange termijn opnieuw politieke aandacht zal vragen.
De auteur studeert geneeskunde en vervult een bestuursfunctie aan zijn faculteit.
De opiniepagina biedt mensen die daaraan vanwege hun specifieke deskundigheid of persoonlijke betrokkenheid behoefte hebben, gelegenheid in te gaan op (semi-)actuele onderwerpen. De redactie behoudt zich het recht voor aangeboden bijdragen te redigeren enlof in te korten, afzonder opgave van reden te weigeren. De aanbevolen lengte van een bijdrage bedraagt 750 woorden. Het zenden van een bijdrage impliceert dot de auteur aan de BV Reformatorisch Dagblad toestemming geeft tot het vastleggen, verveelvoudigen en verspreiden daarvan in gedrukte, elektronische of andere vorm, zoals cd-rom, databank, Internet of op geluidsdragers.
Redactie: drs. G. Ligtenberg en G. Roos
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's