Melkert stemt in met werldozencontracten
Werkgevers kritisch over WRR-rapport sociale zekerheid
DEN HAAG - Minister Melkert van sociale zaken en werkgelegenheid kan zich vinden in het voorstel van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) om alle arbeidsgeschikte uitkeringsgerechtigden individueel te begeleiden naar werk. Dat zei hij gisteren voor het Radio 1 Journaal.
„Maatwerk, een contractuele benadering, rechtstreeks bespreken met cliënten wat binnen hun mogelijkheden wel en niet kan, dat spreekt me erg aan”, aldus de minister. Hij voegde eraan toe dat het hem goed leek als de PvdA dit punt in haar verkiezingsprogram zou opnemen.
Volgens de PvdA-bewindsman is het wel zaak om de uitvoeringsorganisaties op de nieuwe aanpak voor te bereiden. Ook wil Melkert voorkomen dat mensen maatwerk te vrijblijvend opvatten. Daarom is de minister het eens met de aanbeveling van de WRR om uit te gaan van bindende afspraken tussen begeleiders, uitkeringsgerechtigden en werkgevers, met sancties als men zich hier niet aan houdt.
Ook D66 reageert positief op de voorstellen van de WRR. Volgens woordvoerster Schimmel betekent de maatwerkbenadering een belangrijke impuls voor de reïntegratie van voormalig arbeidsongeschikten. Zij wijst op het pleidooi dat zij ooit hield om met iedere goedgekeurde arbeidsongeschikte te praten over de mogelijkheden weer aan de slag te komen. In de praktijk is daar nog niets van terechtgekomen. Het D66-kamerlid vindt de benadering van de WRR „gelukkig meer dan vrijblijvend”.
De werkgevers daarentegen zijn minder te spreken over de aanbevelingen van de WRR. Werkgeversorganisatie VNO-NCW is het wel eens met de conclusie dat aanzienlijke aanpassingen in het stelsel voor sociale zekerheid nodig zijn. De werkgevers denken daarbij echter vooral aan het beperken van uitkeringsrechten. De WRR sluit dat niet uit, maar vindt dat Nederland genoeg speelruimte heeft om eerst in te zetten op scholing en activering op maat.
D. Wolfson, lid van de WRR, zei gisteren bij de presentatie van het advies ”Van verdelen naar verdienen, afwegingen voor de sociale zekerheid in de 21e eeuw” dat de bestaande loonkostensubsidies sterk moeten worden uitgebreid. Volgens Wolfson vraagt een beleid gericht op volledige werkgelegenheid vooral om een hoger opleidingsniveau voor de hele beroepsbevolking. Werkgevers vinden op dit moment veel langdurig werklozen zelfs het minimumloon niet waard, omdat deze te laag zijn opgeleid. Betere scholing kan een deel van deze groep betere kansen geven.
Duwtje
Die grotere scholingsinspanning moet echter samengaan met forse uitbreiding van de mogelijkheden tot loonkostensubsidies. Deze kunnen tijdelijk zijn, voor mensen die slechts een duwtje in de rug nodig hebben. Voor mensen met beperkte leercapaciteiten zou echter sprake moeten zijn van structurele loonkostensubsidies die oplopen tot 50 procent van het minimumloon. Wolfson wijst nog hogere subsidies van de hand. „Het werk moet nog wel toegevoegde waarde hebben, anders zijn we bezig met werkverschaffing”.
Het voorstel van de WRR gaat aanmerkelijk verder dan de huidige loonkostensubsidies voor werkgevers die langdurig werklozen in dienst nemen. Bij banen tot 115 procent van het minimumloon is thans sprake van een subsidie van maximaal 6000 gulden, ofwel eenzesde van de brutoloonkosten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's