Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen baan voor verpleegkundige die toedienen bloedtransfusies weigert

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen baan voor verpleegkundige die toedienen bloedtransfusies weigert

Uitspraak Commissie Gelijke Behandeling van betekenis voor prolife-ziekenhuispersoneel

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

UTRECHT - Een Jehova’s Getuige die verpleegkundige wil worden en ook nog weigert bloedtransfusies toe te dienen? Dat ging de ziekenhuisdirectie te ver. Een leer- en arbeidsovereenkomst werd haar geweigerd. De Commissie Gelijke Behandeling vindt dat die weigering terecht is, ook al is er sprake van discriminatie op grond van iemands levensovertuiging.

De dame wordt in maart 1995 toegelaten tot de opleiding A-verpleegkundige bij een Rotterdams ziekenhuis. De opleiding begint met een voorbereidende periode van 30 weken. Tijdens deze periode treedt de zuster in spe toe tot de Jehova’s Getuigen.

Gewetensproblemen

Op grond van deze geloofsovertuiging zegt ze andere mensen geen bloed te kunnen toedienen. Wel is ze bereid alle voorbereidende handelingen voor een bloedtransfusie te verrichten, maar het bloed in het lichaam van een patiënt laten stromen stuit bij haar op gewetensproblemen. Volgens haar is het in strijd met Gods wetten.

Het hoofd van de opleiding deelt haar aan het eind van de voorbereidende periode mee dat een leer- en arbeidsovereenkomst niet mogelijk is. Ze krijgt een brief waarin staat dat haar geloofsovertuiging niet strookt „met de wijze waarop wij de verpleegkundige zorg hebben georganiseerd”.

En verder: „Ook is een gegeven dat u in het openbaar getuigenis moet afleggen van wat wordt genoemd ”de waarheid uit de Schrift”. Die geloofsovertuiging impliceert dat wij nimmer de absolute zekerheid hebben dat u de patiënten voldoende en juiste informatie geeft over (de keuze van) de behandeling en verzorging”.

Het ziekenhuis is dus bang dat ze haar afwijzing van bloedtransfusies zal opdringen aan patiënten. Het is een reden te meer om de boot af te houden. Wel kan ze in opleiding voor fysiotherapeut, voedingsassistent of diëtist, maar dat wil ze niet. Ze dient een klacht in bij de Commissie Gelijke Behandeling omdat ze vindt dat ze is gediscrimineerd op grond van haar geloofsovertuiging.

Geen vrijstelling

In zijn verweer zegt het ziekenhuis dat bloedtransfusies ongeveer 6000 keer per jaar in de instelling voorkomen. Het minst gebeurt het op de afdeling neurologie: dertig tot veertig keer per jaar.

Het ziekenhuis zegt de aspirant-verpleegkundige geen vrijstelling te kunnen geven van het toedienen van bloedtransfusies. Het zou met name tijdens de avond- en nachtdiensten tot praktische problemen kunnen leiden. De bezetting tijdens die diensten is erg laag. Zelfs op de afdeling neurologie zouden de belangen van patiënten in gevaar kunnen komen.

Verboden

In de uitspraak, die dateert van eind april, maar pas nu bekend is geworden, wordt de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. De Commissie Gelijke Behandeling laakt de suggestie van het ziekenhuis dat de dame patiënten waarschijnlijk onvoldoende zal voorlichten. De commissie noemt het een vooronderstelling waarover het ziekenhuis niet met haar heeft gesproken.

Daaruit vloeit volgens de commissie de conclusie voort dat de vrouw geen leer- en arbeidsovereenkomst kreeg, mede omdat ze Jehova’s Getuige is. Dat is direct onderscheid maken op grond van godsdienst en dat is verboden.

Toch hoeft het ziekenhuis haar niet toe te laten. De commissie erkent dat er organisatorische problemen kunnen ontstaan als verpleegkundigen weigeren een bloedtransfusie toe te dienen.

Daarom is het toegestaan dat het ziekenhuis geen overeenkomst met de dame aangaat, ook al maakt het zich schuldig aan indirecte discriminatie. Er is in dit geval een rechtvaardigingsgrond voor, aldus de commissie.

Kort door de bocht

In grote lijnen kan mr. Bep van Dijk van het Juridisch Adviesbureau Gezondheidszorg (JAG) in Zwolle zich wel in de uitspraak vinden. „Een verpleegkundige die geen bloedtransfusies wil toedienen, is een lastig probleem. Toch gaat de commissie wel erg kort door de bocht. Voor mijn gevoel onderbouwt ze onvoldoende dat er organisatorische problemen zouden kunnen ontstaan. Je bent altijd met z’n tweeën op een afdeling en er is altijd nog een avond- of een nachthoofd. Ik mis een nadere motivatie”.

Of de uitspraak grote gevolgen heeft voor aspirant-verpleegkundigen met gewetensproblemen tegen abortus en euthanasie durft mr. Van Dijk niet te voorspellen. Wel stelt ze vast dat abortus en euthanasie geen gewone medische handelingen zijn. Euthanasie is zelfs nog steeds wettelijk verboden.

Zwart op wit

Bovendien verschillen de organisatorische problemen sterk. „Zowel abortus als euthanasie kan binnen het ziekenhuis worden gepland. Anders dan bij bloedtransfusies vereist het geen acute handelingen. Ook komen ze minder vaak voor dan bloedtransfusies. De organisatorische problemen bij abortus en euthanasie zijn dus veel beter op te lossen”.

Niettemin werd het juridisch adviesbureau onlangs geconfronteerd met een sollicitante die niet door een ziekenhuisdirectie werd aangenomen omdat ze in geweten niet kon meewerken aan abortus provocatus. „Dat stond zwart op wit. Die zaak zouden we graag aan de Commissie Gelijke Behandeling hebben voorgelegd. Maar de persoon in kwestie wilde dat niet. Dat was op zich erg jammer”.

Zou zo’n zaak voor de commissie komen, dan kan nu worden teruggevallen op de uitspraak over de Jehova’s Getuige. Bep van Dijk: „De commissie heeft heel duidelijk aangegeven dat in dergelijke gevallen indirect onderscheid wordt gemaakt op grond van godsdienst. Dat lijkt mij een trendsettende uitspraak. Het probleem is alleen dat lang niet iedereen bij sollicitaties de echte reden te horen krijgt. Dat is althans onze indruk. Als een ziekenhuis niet openlijk toegeeft dat het pro-life-standpunt reden is om iemand af te wijzen, kun je als jurist weinig uitrichten”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

Geen baan voor verpleegkundige die toedienen bloedtransfusies weigert

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's