Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ”Maleisische Muur”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ”Maleisische Muur”

Kuala Lumpur gaat aantal illegale werknemers aan banden leggen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Heeft hij handen, ogen en oren, dan neem ik hem aan”, zo reageerde een Maleisische manager toen hem een nieuwe sollicitant werd aangeboden. Maleisië heeft al jaren te kampen met een chronisch gebrek aan arbeidskrachten.

De economie groeide de afgelopen tien jaar met een ongekend hoog percentage van 8 per jaar. Er zijn veel meer banen, met name voor ongeschoolde arbeidskrachten, dan de plaatselijke bevolking kan of wil opvullen. De regering moedigde bedrijven aan om tijdelijk gebruik te maken van de overvloed aan goedkope, ongeschoolde werkkrachten uit omliggende landen. Dit hield de productiekosten laag, zodat Maleisië een concurrerende positie op de wereldmarkt kon behouden.

Maar nu vindt de regering dat de limiet is bereikt -van de werkende bevolking van 10,5 miljoen is naar schatting 2,5 tot 3 miljoen gastarbeider. Algemeen wordt aangenomen dat de meerderheid aan de slag is zonder werkvergunning. Niemand weet precies hoeveel illegale werknemers er zijn en de schattingen lopen ver uiteen: van rond de een miljoen tot meer dan twee miljoen. Het grootste aantal komt uit Indonesië, maar er zijn ook grote aantallen Myanmarezen, Bengalezen, Indiërs, Pakistani, Filipijnen en Chinezen.

Broeinesten

De aanwezigheid van zo’n grote groep immigranten heeft invloed op de samenleving. Steeds vaker wordt de verantwoordelijkheid voor sociale problemen bij de gastarbeiders gelegd. De krottenwijken die de laatste jaren bij de grote steden opduiken, zijn volgens de regering „broeinesten van criminaliteit en besmettelijke ziekten”. Bijna dagelijks verschijnen artikelen in de officiële pers waarin gastarbeiders van moorden, roofovervallen en verkrachtingen worden beschuldigd, ook als er geen enkel bewijs is. De laatste tijd spitst de kritiek zich toe op de Bengalezen. Zij worden ervan beschuldigd Maleisische vrouwen te verleiden en hen onder valse voorwendsels het huwelijk in te lokken. „De Bengalezen en hun Maleisische echtgenotes moeten het land uitgezet worden”, schreef een van de kranten onlangs.

De hetze in de media heeft een ware heksenjacht ontketend. „Er wordt op gastarbeiders als beesten gejaagd”, volgens sociaal activist John Kim. „Zij hebben dit land helpen opbouwen, maar krijgen niet het respect dat zij verdienen”.

Om controle te krijgen over de aanwezigheid van de buitenlanders startte de regering met veel tamtam een campagne om illegale arbeiders te registreren. Werkgevers kregen eerst zes maanden de kans hun illegale arbeidskrachten te registreren zonder dat zij een grote boete of een gevangenisstraf riskeerden. Illegale immigranten konden zich aanmelden voor ‘vrijwillige deportatie’, waarvoor ze 400 dollar op tafel moesten leggen. Na afloop van de periode was de regering teleurgesteld over het resultaat. Van de naar schatting twee miljoen illegale werknemers waren er na zes maanden 700.000 geregistreerd en 5000 illegale immigranten hadden zich aangemeld voor deportatie.

Grootschalig offensief

„We moeten zeer streng zijn”, zegt premier Mahathir Mohamed. Hij heeft het groene licht gegeven voor een grootschalig offensief om de illegalen op te sporen en het land uit te zetten. Vijftigduizend man douane-, politie- en legerpersoneel houden nachtelijke razzia’s en huiszoekingen. Maar ook dat levert tot nu toe niet veel op. „De immigranten spelen kat en muis met ons”, zegt een politiechef. „Ze zijn moeilijk te vangen want ze slapen ’s nachts niet meer in hun logementen”.

De meeste Maleisiërs zijn het eens met het beleid van de regering. Volgens Chandra Muzaffar van ”Right World Trust”, een organisatie die sociale ontwikkelingen in de gaten houdt, „kan de aanwezigheid van zo veel immigranten leiden tot sociale onrusten wanneer de economische groei afneemt. De plaatselijke bevolking reageert dan wellicht haar frustratie af op de buitenlanders”.

Irene Fernandez, voorzitter van de vrouwenvakbond Tenaganita (een organistatie die wordt gesponsord door Novib), ziet andere voordelen in het beleid om de werkgevers te dwingen illegale werknemers te registreren. Dit geeft volgens haar de werknemers meer wettelijke bescherming. Maar zij zegt dat de werkgevers dit, liever niet willen. Volgens haar houden bazen hun werknemers liever „als slaaf gevangen”. „Registratie kost veel geld en daarbij komt dat sommige werkgevers het aantrekkelijker vinden om illegale werknemers in dienst te hebben. De werkgever kan de kwetsbare positie van de werknemer uitbuiten. Hij kan de immigrant bijvoorbeeld verbieden om de plantage te verlaten, omdat hij het risico loopt te worden opgepakt”.

Land uitgegooid

Voor de 24-jarige Abdoel uit Bangladesh was de komst naar Maleisië geen goede zet. Hij zit nu samen met negentien andere gedeporteerde arbeiders in een politiecel in Satun, een Thaise stad net over de grens (met Maleisië). De donkere, kleine cellen stinken naar ongewassen lijven en kleren en zijn zo vol dat de gevangenen nauwelijks een plekje hebben om te slapen op de kale, betonnen vloer.

Abdoel kwam op een toeristenvisum naar Thailand. Daar maakte hij contact met een agentschap dat hem voor veel geld aan werk in Maleisë kon helpen. Abdoel werd samen met twintig anderen de grens over gesmokkeld en werkte een paar maanden in de toeristenindustrie. Nog voordat hij zijn schuld aan het agentschap kon afbetalen, bleek bij een politiecontrole dat zijn papieren niet in orde waren en werd hij het land uitgegooid. Zijn paspoort is hij kwijt, dat heeft het agentschap (‘uitzendbureau’) als onderpand voor de afbetaling van de schuld achtergehouden. Abdoel moet nu wachten totdat zijn familie hem geld stuurt voor een ticket om terug te keren naar Bangladesh.

Het baart Thailand zorgen dat de Maleisische regering dreigt om honderdduizenden illegale immigranten de grens over te zetten. Maleisië beschuldigt Thailand ervan met name Bengalezen en Myanmarezen te makkelijk toegang te verlenen. Dit idee wordt versterkt door krantenberichten die beweren dat zich minstens vijftigduizend Bengalezen schuilhouden in het Thaise regenwoud, wachtend op een kans Maleisië binnen te sluipen.

Maleisische muur

Om de grens beter te kunnen bewaken, bouwt Maleisië nu een muur. Bij de grensovergang Wang Prachtan is de muur al af en kronkelt als een lange witte slang door het dichte tropische regenwoud. Met een hoogte van drie meter valt de muur in het niet bij de beroemde Grote Muur in China, maar beide zijn gebouwd met hetzelfde doel: het buitenhouden van hordes ongewenste buitenlanders. En net als de Chinese muur is de Maleisische muur niet erg effectief De meeste werkzoekenden komen per boot via een van de vele door mangrove beboste inhammen langs de kust of komen de grens over met de hulp van corrupte douanebeambten en grensbewaking.

Aye (20) kwam drie jaar geleden met een boot vanuit Myanmar. Hij werkte een paar jaar als koelie op het toeristeneiland Langkawi. Voor tien gulden per dag sjouwde hij stenen voor de aanbouw van luxe hotels. Hij sliep in een hut op het bouwterrein en at cassavewortels en een beetje rijst om geld te kunnnen sparen. Bij een politiecontrole werd hij opgepakt en zat een jaar in een van de beruchte kampen voor illegale immigranten.

Beriberi

Een onderzoek van de vrouwenvakbond Tanaganita bracht aan het licht dat de omstandigheden in de kampen bedroevend zijn. Volgens de voorzitter van Tanaganita, Irene Fernandez, „zijn veel migranten uitgedroogd en ondervoed”. Dit heeft volgens haar in sommige gevallen geleid tot beriberi (een ziekte die sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer voorkwam in Maleisië). Een aantal gevangenen stierf aan de ziekte, wat volgens Irene Fernandez „een teken is dat de regering zich niet voldoende het lot van de migranten aantrekt”.

Vrij snel na het verschijnen van het rapport bevestigde de regering dat minstens tien mensen stierven aan beriberi en stelde een onderzoek in naar de omstandigheden in kampen. Maar twee maanden later werd Irene Fernandez gearresteerd en beschuldigd van het verspreiden van valse informatie. De rechtszaak loopt nog steeds en als Irene schuldig wordt bevonden, kan zij drie jaar gevangenisstraf krijgen. Kritiek op de regering wordt in Maleisië niet erg gewaardeerd en volgens Irene Fernandez was de rechtszaak tegen haar ook bedoeld om andere organisaties te intimideren en kritiek in de kiem te smoren.

„De regering wil sowieso niet naar ons luisteren”, verzuchtte een sociaal werkster, en vervolgde: „Wat een land groot maakt, is niet het aantal hoge gebouwen, maar het respecteren van de mensenrechten, dat maakt van ons een groot land”

Grootse plannen

Premier Mathatir heeft grootse plannen voor Maleisië en daarin is weinig plaats voor ongeschoolde gastarbeiders. Volgens Jomo K. S. econoom aan de universiteit van Malaya in de hoofdstad Kuala Lumpur, wil de regering niet meer afhankelijk zijn van goedkope arbeidskrachten als de voornaamste bron voor ’s lands concurrentiepositie op de wereldmarkt. „Door het aantal - buitenlandse werknemers drastisch te beperken, wil de regering bedrijven dwingen te investeren in nieuwe technologieën, zodat Maleisië zich kan ontwikkelen tot een modem geïndustrialiseerd land”.

In ”Vision 2020”, premier Mahatirs ontwikkelingsplan voor Maleisië, ligt de nadruk op het aantrekken van geavanceerde, hoogwaardige industrieën, die goed geschoolde arbeidskrachten nodig hebben. Voor textiel en schoenenfabrieken is dan geen plaats meer en investeerders worden aangemoedigd dit soort arbeidsintensieve industrieën te verhuizen naar landen met goedkope, ongeschoolde arbeiders. Op die manier hoopt Maleisië niet langer afhankelijk te zijn van immigranten. Maar zover is het nog niet.

Facelift

Maleisië ondergaat op het moment een enorme ”facelift”. Het hoogste gebouw ter wereld is onlangs geopend in Kuala Lumpur, het grootste vliegveld van Zuidoost-Azië is in aanbouw, op de tekentafels liggen plannen voor het langste gebouw ter wereld en een zogenaamde multi media super corridor, een gebied waar alles ”on line” is, inclusief de nieuwe on line-hoofdstad Putra-jaya en Cyber-jaya, het Aziatische antwoord op ”Silicon Valley”. Maar om al deze ambitieuze plannen te realiseren, is veel werkkracht nodig. Met name veel ongeschoolde, goedkope arbeidskrachten.

Volgens Irene Fernandez storten de agrarische sector en de bouw in als de regering de dreigementen waarmaakt en alle illegale werknemers het land uitzet.

In het hartje van de hoofdstad is een groepje stratenmakers bezig aan een voetpad. Het loopt langs het nieuwe centrale park, dat eruitziet als een golfbaan met bankjes. De glimmende nieuwe ”twin towers” torenen hoog boven alle andere gebouwen uit. Geen van de mannen is legaal aan het werk, maar niemand maakt zich daar schijnbaar druk om. Een van de mannen wijst in de verte en lacht. „Zie je hem? Hij is onze baas, hij komt uit Sri Lanka, ook hij is illegaal”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 mei 1997

Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's

De ”Maleisische Muur”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 mei 1997

Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's