„Waar het Woord is, daar is de kerk”
Dr. C. A. van der Sluijs herdenkt 25-jarig ambtsjubileum
ROTTERDAM - „De leer van de rechtvaardiging van de goddeloze is zo teer, zo kwetsbaar, dat je binnen de kortste keren bij de rechtvaardiging van de vrome uitkomt. Dan kom je terecht bij de RK-Kerk, de theologie van de glorie in plaats van het kruis”. Dr. C. A. van der Sluijs is er veel aan gelegen om de prediking te laten stempelen door het grondstuk van de Reformatie. Morgen herdenkt hij zijn 25-jarig ambtsjubileum in de Nederlandse Hervormde Kerk.
Dr. Van der Sluijs komt uit een milieu van godvrezende ouders, die nog leven en onlangs hun 60-jarig huwelijksjubileum vierden. „Mijn vader was dertig jaar ouderling in Oude-Tonge en een levend voorbeeld van godsvrucht, degelijk ouderwets met een gunnende, evangelische inslag. Mijn ouders wisten die vreze des Heeren gelukkig ook over te brengen op de kinderen. Ik heb vanaf mijn jeugd de Heere mogen vrezen en de roeping tot het ambt was er vanaf de kinderjaren”.
Kees ging theologie studeren in Utrecht, samen met A. de Reuver, M. Verduin en A. Moerkerken, ook afkomstig uit de Gereformeerde Gemeenten. Bij Van der Sluijs kwam er wel een losweking door lezing van Puriteinse werken, Kohlbrugge en geschriften uit de tijd van de Reformatie. De Gereformeerde Gemeenten bleven mij lief, benadrukt Van der Sluijs. Daarom meldde hij zich aan bij het curatorium.
„Toen mijn vader hoorde van mijn roeping, zei hij: Dat heb ik altijd geweten, maar voor de Hervormde Kerk! Ik begon na mijn afwijzing aan de Boezemsingel gereformeerd protestantisme te studeren. Toen is de liefde tot de theologie echt wakker geworden, maar ook de liefde tot de vaderlandse kerk. Bij de derde keer heb ik voor het curatorium gezegd dat mijn hart in de Hervormde Kerk ligt. Dat is ook zo gelopen. Achteraf ben ik blij met deze overgang geweest”.
Anglofiel
Dr. Van der Sluijs diende de gemeenten van Poederoijen-Loevestein (1972), Veenendaal (1977) en sinds 1989 Rotterdam-Zuid. De,predikant promoveerde in 1987 op de baptistenprediker Spurgeon. „Als student heeft Spurgeon mij geweldig aangesproken. Ik zag uit naar een levende evangelieverkondiging. Ik ben eigenlijk een anglofiel. De Engelsen en de Schotten zijn zo genuanceerd, veel gevoelsmatiger, hebben lang niet dat nuchtere en intellectualistische van bepaalde Nederlandse schrijvers. Het is meer een leven, beleven”.
De Rotterdamse predikant publiceerde vorig jaar het boek “Dordt vandaag”, een loflied op het genadekarakter van Dordt. Daarin werd ook de stelling verdedigd dat de gereformeerde gezindte (vooral de rechterflank) en de evangelischen zich beide schuldig maken aan remonstrantisme, omdat zij de genade verbinden aan voorwaarden die de mens eerst zou moeten vervullen.
Dr. Van der Sluijs bepleit ten aanzien van de prediking aandacht voor de kern van de Reformatie: de rechtvaardiging door het geloof van de goddeloze. Hoe functioneert deze aandacht ten opzichte van de wedergeboorte, het centrale thema van Dordt? Van der Sluijs: „De wedergeboorteleer bij Dordt is een therapie om het genadekarakter van het geloof te accentueren tegenover de remonstranten. Als men maar bedenkt dat Dordt de wedergeboorte belijdt in het derde en vierde artikel en de rechtvaardiging door het geloof in het tweede artikel en dat daarmee óók de Dordtse wedergeboorteleer in dat kader staat. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt wedergeboorte vooral gezien als het leven van de heiligmaking. Het is het terugbrengen tot een nieuw begin, een levendmaking. Wedergebogrte en rechtvaardigmaking moeten we op bijbelse wijze bij elkaar houden en niet schematiseren, in de trant van: eerst dit en dan dat. De Reformatie is niet soli regeneratio (wedergeboorte) of soli Spiritus (Geest), maar sola fide”.
Geen afscheiding
„God heeft mij naar de Hervormde Kerk geroepen en daar heb ik de volle waarde leren inschatten van de Reformatie. Het kerkbegrip hangt vooral af van de bediening van de verzoening. Daar waar het Woord is, is de kerk. De kerk ontstaat onder de levende bediening van de verzoening. De Afscheiding keert het om en zegt: Daar waar de ware kerk is, is het Woord”.
De hervormde predikant gaat niet mee met hen die op organisatorische wijze de Hervormde Kerk willen voortzetten. „Volgens mij zit daarin een verkapt afscheidingsdenken, een poging om toch nog de ware kerk te ontdekken. De Hervormde Kerk is de gestalte van de kerk der eeuwen in ons land. Die kerk zal nooit ophouden, tenzij God de kandelaar hier wegneemt. Natuurlijk vind ik Samen op Weg een afschuwelijke vereniging, een menselijk gedoe, iets wat tegen het verloop van de kerkgeschiedenis ingaat. We zullen echter moeten buigen onder Gods oordeel in de hoop dat God eens de dingen beteren zal”.
Gemeente des Heeren
Dr. Van der Sluijs ziet de gemeente als de gemeente des Heeren. „Daar waar het Woord bediend wordt, valt het onderscheid voor de eeuwigheid. De woordbediening is het meest spannende gebeuren dat er bestaat. Verkiezing en verwerping voltrekken zich hierin. Luther hield Woord en Geest dicht bij elkaar, maar bij Calvijn is er al een zekere discrepantie. Daar waar het Woord is, is de Geest, waar de Geest is, is het Woord. Als je gedoopt bent, ben je opgenomen in het genadeverbond, waarvan de doop het teken en zegel is. Maar dan komt de vraag: Geloven we dit? Het onderscheid tussen erf en wezen van het verbond is een scholastiek onderscheid en is helemaal niet terug te vinden in het dankgebed van het doopformulier”.
De Rotterdamse predikant gebruikt liever niet het woord aanbod van genade. „Waar vind je dat woord in de Bijbel? We zijn uitdelers van menigerlei genade. Of je beaamt de genade, of je struikelt ten dode. Remonstranten hadden het ook vaak over aanbieding en voorstellen, waarbij de (door de genade bewerkte!) vrije wil slechts een kleine distantie behoefde te overbruggen. Doden zullen horen de stem van de Zoon. We hebben er helaas van gemaakt: de levendgemaakten. Dan löijg je de rechtvaardiging van de vrome”.
Geen pessimist
Dr. Van der Sluijs noemt zich met het oog op de toekomst absoluut geen pessimist. „Er gebeuren heel veel verheugende dingen. Ik ontdek vaak de vreze des Heeren onder jonge mensen en een grote betrokkenheid. Ik verwacht een opleving van Gods werk in ons land, maar die gaat wel door de crisis heen. Leven we in een donkere tijd? We moeten meer vertrouwen in God hebben. Het licht schijnt in de duisternis, maar we houden met onze rechtzinnigheid het licht tegen. De kerkmuren zijn nog nooit zo laag geweest, constateerde pas dr. Ouweneel. Dat is een goed teken. Het gaat om het levende Woord en voor veel mensen zal het een zorg zijn waar dit bediend wordt”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1997
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 december 1997
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's