Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christelijke jeugd in verzet tegen de tijdgeest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christelijke jeugd in verzet tegen de tijdgeest

Evangelische organisaties hebben vooral aantrekkingskracht op kerkelijke jeugd

8 minuten leestijd

Christelijke jongeren onderscheiden zich op positieve wijze van hun leeftijdgenoten. Zij hechten grote waarde aan medemenselijkheid en gezinsleven, zijn beducht voor individualisering en verzetten zich tegen racisme. Als het gaat om kerkelijke structuren hebben zij behoefte aan 'lucht en ruimte'.

Dat zijn enkele opvallende conclusies van het onderzoek "Geloof in levensstijl" dat onder 9000 Nederlandse jongeren werd gehouden in opdracht van veertien christelijke organisaties. De opstellers van het rapport komen op grond van de positieve uitslag tot de stelling: christelijke jongeren zijn van groot belang voor de samenleving.

De Nederlandse jeugd in het algemeen blijkt te kiezen voor een hedonistische levenshouding. Voor tweederde van de jongeren is het leven een kwestie van genieten, plezier maken en nieuwe dingen beleven. Bij de christen-democratische jongerenorganisatie vindt 50 procent dit belangrijk, terwijl 41 procent van de achterban van evangelische organisaties hieraan hecht.

Sociaal gezicht

Daar staat tegenover dat de christelijke jongeren meer waarde hechten aan medemenselijkheid (45 procent) en het gezin (46 procent). Bij de Nederlandse jeugd liggen deze percentages respectievelijk op 27 en 28. De samenstellers van het rapport stellen daarom dat de christelijke jeugd opvalt door haar sociale gezicht. Ook verzetten zij zich tegen het maatschappelijke proces van individualisering en de negatieve gevolgen daarvan. "Daarmee lijken zij bezwaar te maken tegen de huidige tijdgeest", aldus de rapportschrijvers.

Opvallend is dat de groep jongeren die zelf wenst uit te maken wat ze willen, klein is. Bij de christelijke jongeren kiest slechts 3 procent voor autonomie als de hoogste waarde; bij de Nederlandse jeugd in het algemeen komt het percentage niet hoger dan 13. Dat zou kunnen betekenen dat de ongebondenheid en de anti-autoritaire opvoeding door het overgrote deel van de Nederlandse jongeren niet in positieve zin gewaardeerd wordt.

Kloof

De grote kloof tussen christelijke jongeren en de rest van de Nederlandse jeugd wordt bepaald door het geloof in een persoonlijke God. Van de achterban van evangelische organisaties is 92 procent er vast van overtuigd dat God als persoon bestaat. Van de totale Nederlandse jeugd deelt slechts 28 procent die mening. Het atheïsme wordt door 17 procent van de jongeren aangehangen, terwijl nog eens 27 procent van de Nederlandse jongeren zegt niet te weten of God dan wel een hogere macht bestaat.

Vergelijkbare verschillen manifesteren zich bij het geloof in leven na de dood. Christelijke jongeren zijn hiervan in overgrote meerderheid overtuigd, terwijl van de totale Nederlandse jeugd 39 procent die opvatting heeft.

Toch gelooft veruit de meerderheid van de Nederlandse jongeren dat er "meer is dan het ondermaanse". Daarentegen kijkt 17 procent niet hoger dan de blauwe luchten. Zij definiëren "God" als "het waardevolle in de mens" en zien de dood als "een natuurlijk rustpunt na een arbeidzaam leven". Drie procent van de jongeren hangt het nihilisme aan. Volgens hen dient het leven nergens toe.

Homeopathie

Als het gaat om de interesse voor alternatieve religies zoals New Age, dan is opvallend dat de score van christelijke jongeren daarbij hoger is dan die van de landelijke steekproef. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat in veel onderzoeken positieve waardering voor homeopathie wordt uitgelegd als het aanhangen van New-Age-gedachten.

Blijkens het onderzoek rekent 57 procent van de bijna 2 miljoen jongeren in de leeftijdscategorie van 15 tot 24 jaar zich niet tot een kerk. Dat is 20 procent meer dan de buitenkerkelijkheid onder Nederlanders in het algemeen. Voor de duidelijkheid zij hierbij opgemerkt dat de rapportschrijvers deze cijfers vergelijken met het onderzoek van Centerdata uit 1997. Dit rapport kwam uit op een onkerkelijkheidspercentage van 35.

Van de jongeren die zich wel tot een kerkgenootschap rekenen, kiest 16 procent voor de roomse kerk, behoort 10 procent tot de Nederlandse Hervormde Kerk en rekent 12 procent zich tot een van de gereformeerde kerken. De moeilijkheid bij dit soort onderzoeken is dat ze de naam "gereformeerd" gebruiken voor een breed spectrum van kerken - van de Gereformeerde Kerken tot de Oud Gereformeerden Gemeenten. De evangelische beweging weet 2 procent van de Nederlandse jeugd als (meelevend) lid aan zich te binden.

Binnen de landelijke groep jongeren rekent zich 22 procent niet meer tot een bepaalde kerk, organisatie of stroming, terwijl zij wel binnen een bepaald geloof zijn grootgebracht. Voor driekwart van hen heeft nog geen verandering plaatsgevonden: zij lopen hetzij binnen, hetzij buiten de kerk in het voetspoor van hun ouders.

Opvallend is de werfkracht van de evangelische beweging bij kerkelijke jongeren. Van de totale groep christelijke jongeren zegt 14 procent te zijn overgegaan naar een gemeente of groep van evangelische signatuur. Bij het actieve deel van de achterban van de EO en van Continental Sound ligt dit percentage beduidend hoger dan het gemiddelde. Dat komt in beide gevallen uit op 20. De landelijke steekproef blijft steken bij 1 procent als het gaat om de vraag of jongeren zijn toegetreden tot de evangelische beweging. Dat zou erop kunnen wijzen dat de aantrekkingskracht van de evangelische beweging op niet-kerkelijken minder groot is dan wel eens wordt verondersteld. Overigens komen in het onderzoek de hervormde kerk, de gereformeerde stromingen en de rooms-katholieke kerk ook niet hoger dan 1 procent aanwas.

Kerkelijkheid en kerkgang blijken in veel gevallen niet samen te gaan. Terwijl 43 procent van alle jongeren zegt te behoren tot een of ander kerkverband, bezoekt slechts 14 procent ten minste één keer per week een kerkdienst. Bij de achterban van evangelische organisaties ligt dit percentage op 76. Tweederde van de jeugd in de landelijke steekproef is de laatste tijd niet meer naar de kerk geweest. Wel maakte driekwart van de Nederlandse jongeren ooit een kerstdienst mee. Ook rouw- en trouwdiensten blijken momenten te zijn waarop de jongeren de kerk vanbinnen zien.

Driekwart van de Nederlandse jeugd slaat de Bijbel nooit open. Op de vraag of zij persoonlijk over een Bijbel beschikken, antwoordt 49 procent van de jongeren bevestigend. Een kwart van alle jongeren zegt dagelijks of minder regelmatig de Bijbel te lezen. Dat betekent dat 25 procent van de Nederlandse jeugd wel een Bijbel heeft, maar daar nooit in leest.

Uit de landelijke steekproef blijkt dat 47 procent van de jongeren meent dat de Bijbel "een door mensen geschreven boek is, waarbij God geen rol speelde". De mening dat de Bijbel door God geïnspireerd is, wordt door 37 procent van de jongeren gedeeld, waarbij geen onderscheid is gemaakt in de vorm van inspiratie. Dat de Schrift het ware Woord van God is, gelooft 17 procent. Wel vindt de meerderheid van de jongeren dat de Bijbel verhalen en voorschriften bevat die vandaag nog belangrijk zijn. Slechts 7 procent van alle Nederlandse jongeren meent dat de Schrift woord voor woord gezag heeft; onder de christelijke jongeren wordt die mening door ongeveer eenderde voorgestaan.

De helft van de Nederlandse jeugd bidt nooit, terwijl van de achterban van de evangelische organisaties viervijfde dagelijks tijd neemt voor gebed.

Cafébezoek

Als het gaat om vrijetijdsbesteding, dan blijken christelijke jongeren nauwelijks minder belangstelling te hebben voor televisiekijken dan de totale Nederlandse jeugd. De percentages liggen respectievelijk op 64 en 75. Het bezoeken van discotheken is bij christelijke jongeren duidelijk minder populair dan bij de Nederlandse jeugd in het algemeen. Van eerstgenoemde groep bezoekt 19 procent deze gelegenheden, terwijl van alle jongeren 45 procent dat doet. Als het gaat om cafébezoek, dan zijn de verschillen minder groot: 58 procent van de jongeren gaat van tijd tot tijd "stappen"; van de christelijke jeugd doet 42 procent dit met een zekere regelmaat.

De muziekvoorkeur van 32 procent van de Nederlandse jeugd ligt bij house. Bij de achterban van evangelische organisaties is deze 'stijl' bij 20 procent populair. Klassieke muziek scoort het hoogste bij de aanhang van het CDJA, 21 procent. Bij christelijke jongeren komt dit percentage op 12, terwijl bij de totale Nederlandse jeugd slechts 7 procent in deze muzieksoort is geïnteresseerd.

Dat gospelmuziek en relipop bij de achterban van EO en vooral Continental Sound populair zijn, zal niemand verwonderen. Opvallend is echter dat niet meer dan 6 procent van de totale Nederlandse jeugd belangstelling voor deze muziek heeft. Het argument dat deze muziek een middel is om niet-christelijke jongeren te interesseren voor de Boodschap van het Woord, is in dit licht op z'n minst ter discussie te stellen.

EO-dagen

Een vergelijkbare opmerking valt te maken bij het evangeliserende aspect van bijeenkomsten zoals de EO-jongerendag en het Flevofestival dat wordt georganiseerd door Youth for Christ Nederland. Het aantal bezoekers van deze evenementen ligt respectievelijk op 30.000 en 25.000. De samenstellers van het rapport verwachten niet dat deze aantallen in de toekomst in sterke mate zullen stijgen, tenzij de organisatoren erin zullen slagen niet-gereformeerde en niet-evangelische jeugd aan te trekken. "Dat vindt tot op heden slechts in beperkte mate plaats. Wanneer men zich evenwel op andere doelgroepen gaat richten, zal de evangelische boodschap verder naar de achtergrond verschuiven", aldus de onderzoekers.

In hun slothoofdstuk typeren zij de massabijeenkomsten als een jaarlijkse ontmoetingsplaats voor de christelijke jeugd. Zij wijzen erop dat de festivals vooral bezocht worden "vanwege de muziek en de gezelligheid". Toch blijken de toespraken op de EO-jongerendagen wel te worden gewaardeerd. "Met name de jongeren die op zondag te vinden zijn in een wat "zwaardere" gereformeerde kerk, lijken ze te appreciëren omdat hun inhoud en vorm volstrekt anders is dan de wekelijkse preek van de dominee die soms wordt beoordeeld als te langdradig, te saai en niet actueel", luidt de conclusie van de rapportschrijvers.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 april 1998

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Christelijke jeugd in verzet tegen de tijdgeest

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 april 1998

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's