Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Allemaal een bandje om

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Allemaal een bandje om

Zwembadwereld in rep en roer na reeks (bijna)verdrinkingen

8 minuten leestijd

"Eén, twee, drie, vier, spetter maar, spetter maar. Eén, twee, drie, vier..." Enthousiast spatten de baby's er in het Apeldoornse bad Malkenschoten op los. De moeders houden hen vast. Er kan niets gebeuren. Dat is wel eens anders.

Een reeks verdrinkingen en bijnaverdrinkingen in zwembaden zorgde de afgelopen tijd voor opschudding. Zelfs tijdens leszwemmen verloren twee kinderen het leven. Ouders staan gespannen hun kinderen af aan zwemdocenten. Badmanagers reageren gestresst op het nieuws. Medewerkers, zwembad- en consumentenorganisaties zoeken mogelijkheden om zwembaden veiliger te maken.

"Ouders stonden hier in de hal te huilen of we toch maar alsjeblieft goed op hun kinderen wilden letten", vertelt zwemlescoördinator J. Denenkamp van het zwembad Malkenschoten over de gebeurtenissen van vorig jaar december. Een vierjarig Apeldoorns jongetje verdronk toen in een Kootwijks zwembad. Zijn vader ging een zwemplankje halen. Bij terugkomst vond hij zijn zoontje onder in een bubbelbad. Hulp kwam te laat.

Het is niet het enige verdrinkingsgeval in een zwembad. Een tienjarig jochie verdronk begin juli in Eindhoven tijdens een sportdag van zijn school. Eind juli liet een vijfjarig Duits jongetje in het tropische zwembad in Slagharen het leven. In Heerhugowaard, Scherpenzeel en Dronten hadden deze zomer bijnaverdrinkingen plaats.

Zwemles

De onrust werd nog groter toen vorige maand twee kinderen tijdens zwemles verdronken. In Naarden kwam een kind om, ondanks het toezicht van drie badmeesters. In Nieuwegein verdronk een al wat ouder kind tijdens schoolzwemmen. Dat deed de discussie losbranden over de vraag wie verantwoordelijk is voor de veiligheid: het zwembad, de ouders of de school.

Verdrinkingsgevallen van kinderen komen volgens voorlichter J. Sprengen van de Nationale Raad Zwemdiploma's (NRZ) het meest voor in buitenwater: vijvers, zelfs als er weinig water in staat, eisen jaarlijks vijf slachtoffers. Kleine kinderen doen namelijk niets als ze in water vallen. Verder is buitenwater zonder toezicht, zoals de zee, meren en rivieren, altijd gevaarlijk. Daarnaast is er nog de aparte groep ongelukken van auto's die te water raken.

Het zijn incidenten, de reeks van (bijna)verdrinkingen in binnenwater deze zomer. Daarover zijn de meeste woordvoerders het eens. Het toezicht is overal goed geregeld, maar blijkt niet waterdicht.

"Het onveiligheidsduiveltje ligt altijd op de loer. Als bezoekers iets aan de badmeester willen vragen, bestaat het risico dat zijn aandacht één, twee, drie minuten van het water is afgeleid", zegt de bedrijfsleider R. Kroos van de Apeldoornse gemeentelijke zwembaden Malkenschoten en het Kristalbad. "In één à twee minuten is iemand niet verdronken, maar zo lang onder water zijn, is wel een heel nare ervaring. Dat kan ertoe leiden dat iemand nooit meer een zwembad bezoekt. En dat willen we toch niet?"

Geen telefoontje

Veiligheid in zwembaden heeft volgens hem te maken met de bedrijfscultuur. "In onze baden mogen receptionistes geen telefoontjes doorverbinden naar de toezichthouder, hij mag zelfs geen telefoon in zijn hokje hebben. Eén keer per vier weken is veiligheid een onderwerp van het werkoverleg". De nieuwe trend, videocamera's in zwembaden, mogen volgens Kroos nooit persoonlijk toezicht vervangen.

De Apeldoorner prijst zich gelukkig dat tijdens zijn loopbaan bij de twee gemeentelijke zwembaden sinds 1975 geen verdrinkingsgevallen zijn voorgekomen. "Eén keer een bijnaverdrinking. Toen hadden we een toegang naar het bad vlak bij de kuil van 3,5 meter diep. Een jongetje van buitenlandse afkomst dat niet kon zwemmen, sprong daarin. Later hebben we de situatie aangepakt. Je moet natuurlijk geen toegang maken bij een plek waar het zo diep is. De routing is belangrijk".

Voldoende personeel draagt ook bij aan veiligheid in zwembaden. De Wet veiligheid en hygiëne zwemgelegenheden verplicht een bedrijfsleider minimaal één toezichthouder aan te stellen bij een bad dat dieper is dan 1,40 meter, het halfdiepe. "Ik doe altijd meer dan het minimum. Elk bassin heeft minimaal één toezichthouder, ook het halfdiepe. Gewoonlijk zijn er drie toezichthouders per twee bassins. Als het warm wordt en we 2000 mensen verwachten, worden dat er vier, oplopend tot acht".

Toch zijn de drukke dagen veiliger dan de rustige. "Bij honderd bezoekers is de concentratie van de toezichthouder groter dan bij tien, dat is een psychologisch gegeven. Je zakt in. Bovendien is bij een groter aantal de sociale controle veel beter".

Kroos' collega J. Böhmer van het particuliere zwembad De Sprenkelaar in Apeldoorn is minder toeschietelijk. Hij wil niet dat een journalist meeloopt met een badmeester. "Juist vanwege de veiligheid, meneer". Ook wil hij liever niet telefonisch reageren op vragen over veiligheid in zwembaden. "Dat is een heel gecompliceerde zaak. Het heeft te maken met aantrekken van personeel, een veiligheidsplan -waar zitten de zwakke plekken- en we hebben te maken met een overheid die bezuinigt. Dus ik heb er een genuanceerde visie op, en het kost te veel tijd dat uit te leggen. Een stuk zelfbescherming, snapt u?"

Dode hoeken

De Nederlandse Vereniging van Zwembadmedewerkers (NVZ) vindt dat tropische toestanden, lange glijbanen en wildwaterbanen het zwembad onoverzichtelijk maken. "Er komen veel meer dode hoeken", zegt woordvoerder M. Oomen, "terwijl de zwembaden, mede door bezuinigingen, geen extra personeel aannemen".

"Ik was ad interim betrokken bij een nieuwbouwproject van een subtropisch zwembad van tientallen miljoenen guldens", vertelt adjunct-directeur A. Timmerman van Sportfondsen Zwembaden Nederland. "Er was slechts 3000 gulden uitgetrokken voor een middagje bijscholing van het personeel". "Dat kan niet", vindt de manager bedrijfsvoering van de honderd Sportfondsenbaden. "Wij trekken daarvoor stelselmatig 2 à 3 procent van ons totale budget uit".

Volgens Sprengen van de Nationale Raad Zwemdiploma's moeten badmeesters bij de glijbanen en andere toestellen sneller worden afgelost. "Het toezicht vergt daar een hogere concentratie. Bovendien stellen die toeters en bellen hogere eisen aan de zwemvaardigheid. Mede daarom komt er per 1 oktober een nieuw diplomastelsel. Het oude stamt uit de tijd dat het zwembad alleen een rechthoekige bak was".

Niet alleen de zwembaden zijn verantwoordelijk voor de veiligheid. Ook de bezoekers gaan nat. Timmerman: "De verantwoordelijkheid van ouders houdt natuurlijk niet op bij de deur van het zwembad".

Intussen blijft wel de manager verantwoordelijk voor de veiligheid in zijn zwembad. Na een verdrinking komt er een politieonderzoek dat uitmaakt of de zaak wordt vervolgd. "De manager komt altijd voor de officier van justitie te zitten. Die vraagt: Meneer, heeft u wel genoeg mensen in dienst?", aldus Oomen van de NVZ. Bij schoolzwemmen is de schooldocent verantwoordelijk voor veiligheid.

Oude veiligheidsgevoel

Inmiddels zijn verschillende initiatieven gestart om ouders en zwemmers het oude gevoel van veiligheid terug te geven. "Veiligheid in een zwembad hoort nummer 1 te zijn", zegt Martine Hoofwijk van Stichting Consument en Veiligheid. De consumentenorganisatie ziet het als een schone taak een veiligheidsplatform op te zetten met de zwembadmedewerkers (verenigd in de NVZ), de zwembadkoepels, Sportfondsen Nederland, de Landelijke Contactraad Gemeentelijke Zwembaden en wellicht de Nederlandse Sportfederatie (NOC*NSF). De eerste contacten zijn gelegd; Sportfondsen Nederland heeft in eerste aanleg positief gereageerd, aldus Hoofwijk.

Oomen van de NVZ beschikt over een veiligheidsprotocol uit de hydrotherapie dat volgens hem naadloos kan worden toegepast op vrij-, school- en leszwemmen. De NVZ is daarover in de slag met een grote landelijke zwembadorganisatie - "ik noem geen namen".

Timmerman van de Sportfondsenbaden roept intern een projectgroep bijeen om "naast de stelselmatige uitwisseling van ervaringen en het voortdurend werken aan toezichtplannen extra aandacht aan de incidenten te schenken".

Landelijk meldpunt

De roep van de NVZ om een landelijk meldpunt voor ongelukken in zwembaden werd deze week snel beantwoord. De ouders van een kleuter die vorige week bijna verdronk in een Drontens zwembad, willen meer zicht krijgen op de veiligheid in de 723 Nederlandse zwembaden.

Volgens de Stichting Consument en Veiligheid verdronken in de periode 1990 tot en met 1992 ruim vijftig kinderen, vooral vier- en vijfjarigen die nog geen diploma hadden. Dat zijn er zeventien per jaar. Die verdrinkingen maken 42 procent uit van het aantal dodelijke ongelukken van kinderen. Volgens Oomen zijn de werkelijke aantallen hoger. "Medewerkers van zwembaden durven niet over dit soort voorvallen te praten uit angst dag ze hun baan verliezen", aldus de woordvoerder van de NVZ.

De (bijna)verdrinkingen, ook tijdens zwemles, hebben er volgens hem voor gezorgd dat ouders een keer achter hun oren krabben voordat ze hun kinderen naar zwemles sturen. "Onterecht natuurlijk. Kinderen moeten leren zwemmen want anders verdrinken ze achter in de sloot. Leszwemmen is nog steeds veilig. Dit zijn incidenten".

"Of de Nederlandse zwembaden veilig zijn? Daar kan ik volmondig ja op zeggen. Wel zijn er situaties tijdens het vrijzwemmen waar ik mijn vraagtekens bij heb. Ik mag het niet roepen, maar wat dit betreft is het in Duitsland een stuk gedisciplineerder. Daar heb je duidelijke regels, de badmeester is daar meer politieagent. Het is wel conservatief, maar duidelijk voor iedereen. Bovendien moeten niet te veel mensen in een bad worden toegelaten. Een zwembad moet dan ook een stop durven zetten".

Volgens Oomen moeten zwembaden en gebruikers leren van de incidenten. "Of dat gebeurt? In Nieuwegein verdronk een oudere jongen van wie een medewerker dacht: die kan wel zwemmen. Nu hanteert Nieuwegein de regel: iedereen die niet kan zwemmen, ook ouderen, krijgen een bandje om. Dat is Nieuwegein. Maar hoe is dat in Groningen en Maastricht?"

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 september 1998

Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's

Allemaal een bandje om

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 september 1998

Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's