André de Jager
Met enige schroom zet ik me tot deze recensie. Moet André de Jager als amateur-organist of als beroepsmusicus worden beoordeeld? Hoe presenteert hij zichzelf? In een interview met deze krant pretendeerde hij veel in zijn mars te hebben. Dat hij alle symfonieën van Guilmant, Widor en Vierne instudeerde is geen kleinigheid. De Jagers nieuwste cd bevat literatuur en twee symfonieën van zijn hand. De koralen "Jesu meine Zuversicht" van Reger en "O God, thou faithful God" van Karg-Elert worden mooi gespeeld en geregistreerd. Het "Thema met variaties" van Bossi en "Moto Ostinato" van Eben stellen teleur. Technisch heeft De Jager geen problemen. Muzikaal is het me echter te oppervlakkig. Bossi moet hartstochtelijker, romantischer, terwijl Eben niet een echt puntig en doorgaand ritmisch gebeuren is. Het toucher van De Jager is hierbij te vlak. Het in mijn oren toch al niet zo mooie orgel wordt qua registratie niet volledig uitgebuit. De Chamade tongwerken komen op deze cd te veel aan bod. De twee hoekstenen van deze cd vormen Symfonie I en II van De Jager zelf. Het componeren van een symfonie juich ik toe, maar wanneer is een symfonie een symfonie? Welke kwaliteitseisen moeten aan zo'n werk gesteld worden? In ieder geval niet die van het leentjebuur spelen! Het eerste deel van Symfonie I is mij te bombastisch en te brokkelig van opzet. De dynamische schakeringen die De Jager toepast, zijn mij te groot. De lijn is er uit. In het Cantabilé hoor ik een thema van Klaas Jan Mulder, terwijl voor het Intermezzo een klassieker wordt geleend. Het Adagio is nog het mooist: er ontwikkelt zich een fraaie melodie, eindelijk is er rust in klank en spel. Helaas wordt deze oase wreed door een blèrende Cromorne verstoord. Symfonie I is een onrijpe vrucht van iemand die zich wellicht tot een goed orgelcomponist kan ontwikkelen. Mijn advies aan De Jager is grondig compositie te gaan studeren. Gelukkig is Symfonie II van een beter gehalte. De Jager bedient zich van een interessanter klankidioom, thema's worden goed uitgewerkt. Deel 1 begint heel mysterieus en spannend met grommende tongwerken. Het thema bevindt zich in de baspartij. De Jager doet hier muzikaal mooie dingen. Het slot is echter te langdradig. De "herderlijke" Pastorale is een fijn stuk om naar te luisteren, wat tevens voor het Scherzo geldt, dat een lekker pittig ritme meekreeg. Mooie harmonieën zijn te horen in de Méditation, ook hier weer een fraaie melodie. Het ritme in de Final is te monotoon, terwijl middenin een sequensmatig gedeelte zit dat niet in het harmonisch geheel past. Hieruit blijkt weer dat De Jager zichzelf te weinig tijd voor zelfkritiek en ontwikkeling gunt. Jammer, want de gedachte om je in symfonische richting te ontwikkelen, spreekt me erg aan.
N.a.v. "Symfonische Orgelmusik", André de Jager Eisenbarth-Orgel Dekanatskirche St. Peter & Paul, Wiltz (L)"; Muziekproducties Cees Trapman, CD LAR 9730. Peter Eilander
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 19 oktober 1998
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 19 oktober 1998
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's