Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Christus zet voorwaarde   om in vrije beloften"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Christus zet voorwaarde om in vrije beloften"

Prof. De Reuver behandelt voor SSNR prediking Erskines

4 minuten leestijd

VOORTHUIZEN - "Dat genade vrije genade is, betekent voor de Erskines niet dat de beloften vanwege de predestinatie uiteindelijk toch maar voor een beperkt aantal zondaren bedoeld zouden zijn. Het vrije van de genade betekent veeleer dat de beloften van het genadeverbond vrij toegankelijk en gratis toe te eigenen zijn." Dit zei prof. dr. A. de Reuver zaterdag tijdens een cursusdag van de Stichting Studie der Nadere Reformatie (SSNR) over de Erskines en de belofteprediking.

De gebroeders Ebenezer en Ralph Erskine waren in de eerste helft van de achttiende eeuw vertegenwoordigers van de Schotse Reformatie. Toen in de tijd van de Erskines het geschrift "The Marrow of modern Divinity" van 1645 opnieuw werd uitgegeven, kwam het in Schotland tot een hooglopend conflict. Daarin hebben de beide broers met klem en kracht de overtuiging van de Marrowmen voorgestaan, namelijk dat een zondaar onvoorwaardelijk tot Christus moet en mag gaan zonder enige geschiktheid in zichzelf.

Verbondsvisie

De Erskines nemen de verschrikkelijke realiteit van het verbroken werkverbond ernstig, maar verzelfstandigen deze in hun prediking niet. De plaats daarvan is ondergeschikt aan het genadeverbond. Dit is opgericht in de vrederaad tussen de Vader en de Zoon, niet direct met de uitverkorenen, maar met Christus en zó -in Hem- met alle uitverkorenen. Aan de conditie van dit verbond is door Christus volkomen voldaan, zodat de prediking de zaligheid vrij en onvoorwaardelijk bekendmaakt. Het geloof is daarom geen conditie tot het verbond, maar het effect ervan, aldus de hoogleraar.

Bij de Erskines gaat evenwel de vrije toegang tot het Evangelie samen met de noodzaak van voorafgaande zondekennis. De Reuver achtte het onjuist te stellen dat dit in strijd zou zijn met hun uitgangspunt van een onvoorwaardelijk Evangelie. Ralph gebruikt het beeld van de naald van de wet die gevolgd wordt door de draad van het Evangelie. Christus hanteert de wet en in Hem is elke voorwaarde omgezet in een belofte.

Onder de belofte verstaan de Erskines het Evangelie zelf. God onthult daarin Zijn verkiezend welbehagen en stelt daarin onder ede het heil present. Zeker erkennen ze de noodzaak van berouw en geloof, maar ze stellen tegelijk dat God geeft wat Hij belooft. Scherp veroordelen ze elke vorm van neonomianisme, dat het Evangelie maakt tot een nieuwe wet. Onzerzijds is er geen voorwaarde om zalig te worden. De enige voorwaarde is dat ik een zondaar ben en Christus de Zaligmaker is.

"Wie uit vrees voor de honden de kinderen het brood onthoudt, is een slechte huisbezorger", moet een van de Erskines gezegd hebben. De belofte is concreet geadresseerd aan grote zondaren, dus aan u, zo stellen de Erskines. En het recht van toegang tot de belofte is ons verzegeld in de doop. Het trekken van de Heere geschiedt precies in de aanbieding van het Evangelie. Wie niet geloven kan, bedenke dat de belofte behalve voorwerp ook moeder van het geloof is. Prof. De Reuver zei van mening te zijn dat het grenzeloze krediet van de Erskines voor het Woord der belofte wordt gedragen door het besef van de genadige verkiezende God; "De Zaligmaker is tot u gekomen, omdat gij niet tot Hem kunt komen", zo citeerde hij de Erskines.

Verkiezing

Uitvoerig ging de hoogleraar in op de relatie belofte en verkiezing in de prediking van de Erskines. Zij lieten hun evangeliebediening niet beknotten door hun hartgrondig geloof dat het heil verkregen wordt door allen die ten eeuwige leven zijn verkoren. Hij vond zelfs reden dit om te keren. In de verkiezing als Gods vrijwillige en onvoorwaardelijke genadekeuze ligt volgens prof. De Reuver het diepste motief van de onbekrompen en ongereserveerde belofteprediking. Hieruit komen de Erskines tot een prediking in appellerende en niet in wensende vorm.

Dat niemand gewillig is op de belofte "amen" te zeggen en dit alleen de uitverkorenen te beurt valt, brengt tot de laatste en nijpendste vraag, zo betoogde de referent, of de Erskines nu toch nog op dood spoor komen en tot een zeker fatalisme vervallen. Dat hiervan geen sprake is, toonde hij aan met de opmerking dat Erskine de verdoemenis toeschrijft aan de verachting van Gods genade. Hij bedoelt dat genade van a tot z genade is, zowel in het aanbod van de belofte als in de toeëigening door het geloof.

Gods verkiezing functioneert hierbij niet dreigend op de achtergrond, maar veeleer als de bevrijdende ondergrond van de werkelijk onvoorwaardelijke

beloftenodiging tot werkelijk bezitlozen. Deze belofte brengt alles mee, zelfs ook het allerlaatste en in zekere zin beslissende: het geloofs-amen in het hart, niet als onze bijdrage tot het heil, maar als de menselijke reactie van de gewillige aanvaarding, aldus prof. De Reuver.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 11 januari 1999

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

"Christus zet voorwaarde   om in vrije beloften"

Bekijk de hele uitgave van maandag 11 januari 1999

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's