Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tsjaikovski

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tsjaikovski

4 minuten leestijd

Het is nogal schokkend wat in de toelichting bij de 3 cd's met Tsjaikovski's pianoconcerten staat. Het was mij onbekend dat deze componist niet twee, maar vier pianoconcerten had geschreven. Ik was helemaal verbaasd te vernemen dat door enkele collega's van de grote Rus vervalsingen van diens pianoconcerten in omloop waren gebracht. Platenmaatschappij Koch-Schwann brengt het, volgens haar, complete oeuvre voor piano en orkest van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893) uit. Pianist Andrej Hoteev heeft de "originele" manuscripten mogen inzien en kwam tot de conclusie dat deze werken sinds de dood van de componist in een vervalste versie zijn uitgegeven. Voor dit laatste waren de pianisten Alexander Siloti en Sergej Tanejew verantwoordelijk. Het booklet doorbladerend zou je haast zeggen dat Hoteev beide boosdoeners het liefst alsnog postuum zou willen berechten. Het laatste wat ik zou willen beweren, is dat Hoteev ernaast zit. De kans is groot dat hij inderdaad gelijk heeft. Toch moet gezegd worden dat Tsjaikovski zelf niet altijd even zeker van zijn zaak was. Bekend is het verhaal over zijn broer Modeste, die Willem Mengelberg in 1909 tijdens diens bezoek aan Petersburg toevertrouwde dat zijn broer zowel in de partituur van de Vijfde als van de Zesde symfonie bepaalde veranderingen voorstond die er nooit in aangebracht waren. Mengelberg nam deze over, veranderde hier en daar de instrumentatie, bracht ritmische wijzigingen aan en schrapte onder meer herhalingstekens. Deze symfonieën waren daardoor niet authentiek meer. Toch is Mengelbergs versie verdedigbaar, omdat Modeste Tsjaikovski absoluut betrouwbaar was in het weergeven van de bedoelingen van zijn broer. Ik ben daarom geneigd de gedoodverfde vervalsers een beetje de handen boven het hoofd te houden. Waarschijnlijk hebben ook zij te goeder trouw gehandeld. Het is mooi dat iemand als Hoteev eindelijk de kans krijgt de oorspronkelijke partituren in te kijken, maar dit hoeft geen revolutie op het gebied van de Tsjaikovski-wetenschap in te houden. Waar gaat het om? In de eerste plaats zegt Hoteev dat het stuk "Zigeunerweisen", dat tot voor kort werd toegeschreven aan Frans Liszt, in feite van Tsjaikovski is. Het is een virtuoze concertfantasie. Eerlijk gezegd klinkt het stuk best goed, maar een openbaring was het niet. Tsjaikovski is hier behoorlijk op de populaire toer. Als uitsmijter op het radiostation Classic FM zal "Zigeunerweisen" het ongetwijfeld goed doen. De Concertfantasie op. 56 wordt in het booklet als een mogelijk vierde pianoconcert gepresenteerd. Dat mag gerust, maar waarom noemde de componist het dan niet zo? Naar dit werk is het overigens goed luisteren. Het eerste deel heeft het karakter van een rustige mars waarin de houtblazers het meeste materiaal aanleveren, dat door de piano omspeeld en gevarieerd wordt. Na zo'n 4 minuten komt er een uitgebreide pianosolo zonder orkest, waarin de solist lijkt na te denken over het thema. Deze solo dijt uit tot een kleine 14 minuten, waarna dan eindelijk het orkest weer mag invallen en zich met de solist onderhoudt over hoofdthema. Het antwoord op bovenstaande vraag lijkt me dus voor de hand liggen. Voor een echt concert zijn hier de rollen van orkest en solist te onevenwichtig verdeeld. In het langzame deel begint de piano. Even later voegt de cello zich bij de piano. Dit is zonder meer het meest geslaagde deel van het werk, vooral ook door het invoegen van een allegro-intermezzo, een bewogen stuk waarmee Tsjaikovski nogal moeite had alvorens het op papier te krijgen. Zonder onderbreking begint een nogal opgewonden finale, waarin de meester overigens weinig nieuws biedt. Het booklet is het bestuderen zeker waard. Het ontstaan van elke compositie komt aan de orde. In de algemene inleiding en verantwoording is aangegeven waar coupures of veranderingen in de partituren zijn aangebracht en wat daarvan de oorzaak was. Nauwgezet worden per maat de verschillen aangegeven. Voor kenners is het ongetwijfeld heerlijk grasduinen. De niet in deze problematiek ingewijde luisteraar zal vooral in de kwaliteit van de geboden muziek en haar uitvoering geïnteresseerd zijn. Wat het bekende eerste concert in b-klein betreft vallen de veranderingen nogal mee. Wanneer het origineel voor de beginmaten Andante non troppo voorschrijft, in tegenstelling tot de latere versie, dan blijkt Hoteev ongeveer even snel als andere pianisten te spelen. Imponeren doet deze pianist wel. Zijn spel is van een zeldzame schittering en zeer briljant. Daarom alleen al is deze doos met 3 cd's een aanrader. Wie nog eens de oude Russische pianistenschool wil horen, kan hier zijn hart ophalen. Hij wordt bijzonder accuraat begeleid door het Tsjaikovski Symphony Orchestra Moscow onder Vladimir Fedoseyev.

N.a.v. "Pjotr I. Tsjaikovski: Die vier Klavierkonzerte und "Zigeunerweisen" in ungekürzter Urfassung". Andrej Hoteev, piano, Tsjaikovski Symphony Orchestra Moscow o.l.v. Vladimir Fedoseyev. Koch-Schwann 3-6490-2 (3 cd's).

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 15 maart 1999

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Tsjaikovski

Bekijk de hele uitgave van maandag 15 maart 1999

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's